De literaire expressie van angst: angst als productieve kracht

Waar vrees gericht is op een object in het hier en nu (spinnen, hoogtes), is angst een ongericht gevoel.
Leestijd 2 minuten — Do 25 februari 2010
Encyclopedie van de angst

Het onderscheid tussen angst en vrees kwam eerder al naar voren bij Damiaan Denys en ook dr. Hans van Stralen haalt het aan in zijn deel van de lezing 'De literaire expressie van angst'. Uit de bijdrage van dichter Ingmar Heytze blijkt dat angst nog veel meer vormen aanneemt. Stilstand, beweging en productie zijn begrippen die steeds terugkeren.

Hans van Stralen is literatuurwetenschapper en theoloog en deed veel onderzoek naar het existentialisme. Hij richt zich in zijn lezing op de existentialistische interpretatie van de emotie angst, te beginnen bij de Deense negentiende-eeuwse filosoof Søren Kierkegaard en culminerend in de filosofie van Jean-Paul Sartre.

Voor die laatste is angst in eerste instantie een positieve emotie. De menselijke existentie is onlosmakelijk verbonden met angst. Angst is onderdeel van het reflexieve bewustzijn – dat wil zeggen het menselijke bewustzijn dat zich op zichzelf kan richten. Aan de hand van het verhaal over Eva en de slang, legt Van Stralen uit hoe kennis reflexiviteit met zich meebrengt. Met het bewust worden van jezelf en van je mogelijkheden, word je je ook bewust van de mogelijkheid van ongeluk. Die mogelijkheden vragen om een keuze, en dat roept angst op. Angst is een productieve kracht die ons in beweging houdt en ons op weg zet in het leven – vandaar de positieve waardering van Sartre.

Dat angst zeker niet alleen een positieve emotie is, weet Ingmar Heytze uit eigen ervaring. 'Angst,' zo citeert hij zijn Scooterdagboek, 'is het testbeeld van het bestaan.' Hij geeft een indringende beschrijving van een paniekaanval in de trein. Reisangst lijkt gerichte vrees te zijn, maar de grote problemen ontstaan als de vrees zich loszingt van zijn object en transformeert tot angst. Uiteindelijk ben je dan niet meer bang om te reizen, maar bang om bang te worden.

De kern daarvan ligt in de stilstand, een angst om vast te vriezen in het hier en nu. Daarin lijkt Heytzes beschrijving op de prereflexieve staat van de existentialisten. In de prereflexieve staat (waarin Eva verkeert voordat ze van de boom van kennis heeft gegeten) is er alleen maar een hier en nu en val je volledig samen met de omgeving. Die angst wijst je zeker niet de weg in het leven.

Toch herkent ook Heytze de productieve kracht van angst. Om uit de paniek van angst te ontsnappen, is beweging essentieel. Heytze haalde zijn motorrijbewijs en begon de omgeving van Utrecht per motorscooter te verkennen. Aan het eind van zijn voordracht leverde hij nog een bewijs van de productieve kracht van angst. Hij trakteerde de zaal op een primeur: twee gedichten uit zijn nieuwe project 'De atlas van wanen'. Kijk snel de lezing terug voor de prachtig voorgedragen gedichten 'Achter ons' en 'Fantoompenis'.

Volgende week, op 3 maart, spreekt prof. Huub Schellekens. Praat mee Over regulering van angst.