Waar blijft de tijd?

Naarmate we ouder worden, lijkt de tijd steeds sneller te gaan. Hoe komt dit? In een recente paper presenteren wetenschappers een nieuwe theorie.
Leestijd 2 minuten — Ma 25 maart 2019
Tijd

Eindeloze lesuren, lange middagen afspreken met vriendjes, voorbijkruipende dagen tot de volgende verjaardag: in je kinderjaren leek er tijd in overvloed te zijn. Nu vliegen dagen, weken, zelfs maanden voorbij in een waas. Voor je het weet staat de volgende verjaardag of jaarwisseling alweer voor de deur. Het leven lijkt in een stroomversnelling te zijn geraakt. Maar dit is slechts perceptie: de wijzers van de klok versnellen niet. Waarom lijkt de tijd als volwassene dan tóch sneller te gaan dan toen je nog kind was?

Johannes Rappich / pexels.com

Clock time vs. Mind time

In een recent gepubliceerd artikel in European Review oppert natuurkundige Adrian Bejan een verklaring. Bejan maakt onderscheid tussen ‘clock time’ en ‘mind time’. ‘Mind time’ wordt opgebouwd uit een serie mentale beelden, samengesteld door onze zintuigen die informatie opvangen uit de omgeving. De hoeveelheid mentale beelden die we kunnen verwerken bepaalt onze perceptie van tijd.

Hoe worden deze mentale beelden gevormd? Onze ogen maken continu saccades: snelle sprongen die het oog maakt om een nieuw fixatiepunt te vinden. Een gemiddelde volwassene maakt per seconde drie tot vijf van deze saccades. Tussen twee saccades in zijn de ogen gefixeerd: het brein heeft dan tijd om de informatie te verwerken.

Stop-motion video

Naarmate we ouder worden, kunnen we minder mentale beelden verwerken. Volgens Bejan zijn hier twee verklaringen voor. Gedurende het leven leren we en doen we ervaringen op, waardoor de neurale netwerken in het brein steeds complexer worden. Door deze complexiteit duurt het steeds langer om nieuwe informatie te verwerken. Tegelijkertijd vindt er ook leeftijdsgebonden degradatie plaats in de hersenen: hoe ouder je wordt, hoe minder capaciteit om informatie te verwerken.

Als we deze theorie volgen, is onze beleving van tijd als een vloeiend geheel onjuist. Het is beter te vergelijken met een stop-motion video, waarin de snelle opeenvolging van beelden de illusie wekt van een vloeiende beweging. Met leeftijd neemt als het ware het aantal frames per seconde af: de tijd lijkt sneller te gaan. Studies bij baby’s lieten zien dat de fixatietijd bij hen aanzienlijk korter is: er kunnen meer mentale beelden gevormd worden. Meer mentale beelden leiden tot de perceptie van meer tijd.

Tijd in het brein

De beleving van tijd is nauw verbonden met onze biologie: de klok is zelfs ingebouwd op een specifieke locatie in het brein, de suprachiasmatische nucleus (SCN). In de lezing ‘Tijd in het brein’ legde neurobioloog prof. dr. Dick Swaab uit hoe ons brein onze ervaring van de tijd stuurt. Ook gaat Swaab uitgebreid in op het wisselspel tussen tijd en onze biologie. Hoe bepaalt onze biologie ons besef van tijd? Hoe heeft de biologische klok en het dag- en nachtritme onze manier van leven beïnvloed? Wat gebeurt er als het ritme verstoord wordt?

Kijk de lezing hier terug of lees de bijbehorende blog.