Wat is het verschil tussen Ciske de Rat en de Marokkaanse straatschoffies waar nu zoveel over te doen is? Ciske werd door haast iedereen in de armen gesloten, hoewel ook hij irritant en soms crimineel gedrag vertoonde. 'Een straatrat om van te houden', maar waarom geldt dit niet voor de straatjeugd van tegenwoordig? Om een antwoord op deze vraag te vinden, heeft dr. Jan Dirk de Jong een periode meegelopen met een groepje straatjeugd van Marokkaanse komaf. Hij werd geaccepteerd door de groep, en kon op die manier een bijzondere inzicht krijgen in de werking van de straatcultuur en groepsdynamiek bij jonge delinquenten. Hoewel er vaak naar de cultuur wordt verwezen, is dit zeker niet de meest voor de hand liggende oorzaak.
Dat het gedrag van de straatschoffies niet 'typisch' Marokkaans is, is bekend. Zeker Amsterdam heeft een lange en rijke traditie van jongerengroepen die voor problemen zorgen, en zich afzetten tegen de gangbare normen en waarden. Al snel na de Tweede Wereldoorlog kwamen de nozems, maar denk ook aan de provo's, hippies en krakers. In volksbuurten, zoals de Jordaan en de Pijp, ging het er in de vorige eeuw ook al ruw aan toe onder de jeugd. Waar het nu misschien lijkt alsof jonge Marokkaanse kinderen elkaar alleen de hersens inslaan, in die Amsterdamse buurten ging het er een paar decennia geleden niet anders aan toe. In zoverre schiet een verklaring gebaseerd op 'de' Marokkaanse cultuur dus tekort.
De vraag is waarom het toch lijkt dat er iets anders, iets ergers aan de hand is. Is het dan toch (ten dele) de culturele achtergrond die hierbij een rol speelt? Op de een of andere manier kunnen we meer begrip opbrengen voor Ciske de Rat dan voor Murat. Ciske was 'een van ons', waar Murat bij een minderheid hoort, die nog niet volledig in de Nederlandse samenleving is geïntegreerd. Hierdoor is een negatieve spiraal ontstaan: door hen als een minderheid te behandelen, gaan ze zich ook zo gedragen. Ze keren zich, mét elkaar, tegen 'de Hollanders'.
Hierdoor wordt het onderlinge groepsgevoel versterkt, wat de jongeren buitensluit van andere sociale netwerken. De positieve invloed die bijvoorbeeld van de buurt, de school of andere vrienden uit zou kunnen gaan, raakt verloren. 'Mocro's' ontwikkelen een trots op hun reputatie als 'uitschot', omdat dat hen onderling verbindt. Om ook 'onze Mocro's' te worden, net als Ciske, is nog een lange weg te gaan. In ieder geval draagt de verklaring bij aan de oplossing: belangrijk is het aanpakken van de groepsprocessen bij straatschoffies (in dit geval de Marokkaanse straatschoffies), in plaats van het aanpakken van 'de' Marokkanen.
Meer weten over opvoeding, agressie en ontwikkeling van jongeren? Kijk dan de lezing van dr. Jan Dirk de Jong hier terug. Volgende week spreekt prof. dr. Dina Siegel over de praktijk van loverboys.