Van groen denken, naar groen doen

Fietsen, afval scheiden en minder vlees eten. ‘Groen denken’ is niet het probleem, ‘groen doen’ is dat vaak wel. Hoe stuur je aan op duurzaam gedrag?
Leestijd 3 minuten — Do 9 maart 2017
Bij de wortel

De menselijke geest is een verraderlijk ding. Je wilt écht heel graag hardlopen, maar het lukt toch elke keer niet om jezelf ertoe te zetten. Voor duurzaam gedrag geldt vaak hetzelfde. We weten wel dat het beter is om de trein te pakken voor die Europese citytrip. Of dat de veganistische optie op de kaart waarschijnlijk de milieuvriendelijke voorkeur verdient boven de steak tartare. Maar, het leven moet wel leuk blijven. Psycholoog dr. Ellen van der Werff (Omgevingspsychologie, RUG) vertelt over de invloed van waarden op ons (duurzame) gedrag. Hoe kunnen we ons gedrag zo min mogelijk schadelijk maken voor de omgeving?

Conflicterende waarden

Waarden zeggen wat over wat mensen belangrijk vinden. Van der Werff onderscheidt vier waarden als leidende principes die ons gedrag in grote mate bepalen. Zo zijn er hedonische waarden: drijfveren om plezierig en comfortabel te leven, egoïstische waarden die gekenmerkt worden door het hechten van belang aan status en geld. Daarnaast zijn er altruïstischewaarden, waarbij het gaat om sociale en empathische aspecten. Tot slot beschrijft Van der Werff de biosferische waarden, die de mate waarin je het milieu belangrijk vindt bepalen. Deze waarden komen regelmatig met elkaar in conflict. Als het bijvoorbeeld koud is, doen we liever de verwarming wat hoger dan dat we die dikke trui uit de kast halen. Ook is met de fiets naar het werk gaan geen enkel probleem, totdat het met bakken uit de lucht komt. Want, dan pakken we toch echt liever de auto. De wens tot duurzaam gedrag is dus regelmatig in strijd met onze hedonische of egoïstische waarden. Hoe breng je deze waarden met elkaar in overeenstemming?

Bottle Bank Arcade

Iets wat volgens Van der Werff zou kunnen helpen is het financieel belonen van milieuvriendelijk gedrag. Zo laat zij een onderzoek zien waarbij de snelheid van autorijders werd gemonitord met een GPS. Wie zich aan de snelheid hield, werd beloond in de portemonnee. Wie besloot plankgas te geven, kreeg niets. De financiële prikkel bleek te werken: de bestuurders hielden zich keurig aan de maximumsnelheid. Biosferische waarden worden zo op één lijn gebracht met egoïstische waarden. Een andere manier om de hedonische waarden te synchroniseren met de biosferische waarden is door duurzaam gedrag leuk te maken. Zo ontwikkelden ze in Zweden een 'Bottle Bank Arcade' : als je je bierflesjes in de glasbak werpt, dan word je als weldoener 'beloond' met flikkerende lampjes, vrolijke geluiden en een spelelement. De wereld een beetje beter maken én daarnaast jezelf is dus mogelijk.

Lange termijn

Het klinkt leuk, zo'n bliepende en lichtgevende glasbak. Maar hoe lang blijft deze ludieke uitvinding stimuleren tot consistent duurzaam gedrag? Van der Werff ziet een andere oplossing voor het bevorderen van duurzaam gedrag op de lange termijn. Zij stelt dat we ons gedrag meer door biosferische waarden moeten laten beïnvloeden. Biosferische waarden ontwikkel je in je jeugd en liggen na deze fase tamelijk vast. Deze waarden beïnvloeden mede je milieu-zelfidentiteit. Daarnaast word je milieu-zelfidentiteit gevormd door gedrag uit het verleden. Als je vroeger weleens je afval scheidde en vaak met de fiets ging én je hier vervolgens aan wordt herinnerd, dan ga je gedrag afstemmen op het duurzame beeld van jezelf. Zo kan een positieve spill-over ontstaan: duurzaam rijgedrag leidt tot een versterkte milieu-zelfidentiteit, waardoor bijvoorbeeld het eten van minder vlees in de hand wordt gewerkt. Het loont daarom om duurzaam gedrag uit het verleden positief te benadrukken. Wel moet dit gedrag uit het verleden moeite hebben gekost om je milieu-zelfidentiteit te versterken. Onderzoek laat zien dat duurzaam gedrag pas bevorderd wordt als mensen het gevoel hebben dat het een zware opgave is om bijvoorbeeld elektrisch te gaan rijden. Ook is het van belang dat mensen ervaren dat de keuze voor duurzaam gedrag uit zichzelf komt. Door autonoom te handelen en zelf verantwoordelijkheid te dragen, bijvoorbeeld voor het scheiden van afval, ervaren we een versterking van onze milieu-zelfidentiteit. Zo gaan we, door duurzaam gedrag te stimuleren, van 'groen denken,' naar 'groen doen.'