Bij radicalisering denken we vaak aan enge dingen: gewelddadige jongeren die losstaan van de samenleving en onberekenbaar en beangstigend gedrag vertonen. Het is dan ook niet gek dat de eerste reactie van beleidsmakers en maatschappelijk werkers is dat zulk gedrag ingeperkt moet worden. Radicalisering is 'fout', en dient opgespoord en gestopt te worden. Maar is dit wel de enige weg? Werkt het niet juist averechts als we deze jongeren direct afschrijven, en zij niet meer gehoord worden?
Dit is het argument dat dr. Stijn Sieckelinck en prof. dr. Marion van San in hun lezing in de serie Boos naar voren brengen. In plaats daarvan stellen zij een nieuwe benadering voor. Voor het boek Idealen op drift (2010) hebben zij geprobeerd een aantal radicaliserende jongeren met een open blik tegemoet te treden. Niet om hen een platform te geven, maar om beter te kunnen begrijpen wat hen drijft en hoe zij hun extreme idealen hebben ontwikkeld. In het onderzoek zagen zij deze jongeren dan ook niet als vijanden, maar als tegenstanders. Op deze manier werden de jongeren niet weggezet, maar serieus genomen. De pedagogische omgeving van ouders, school en internet kreeg daarbij nadruk. Waarom heeft die omgeving niet kunnen voorkomen dat de jongeren zijn geradicaliseerd?
Een rode draad door de verhalen van de verschillende jongeren is dat ze allemaal volledig toegewijd zijn aan het verbeteren van de wereld. Hiervoor zetten ze alles opzij: school, vrienden en de relatie met hun ouders. Zij 'leven hun ideaal'. Ook blijkt dat de computer en het internet een grote rol speelt. Dit is waar zij in aanraking komen met gelijkgestemden en waar de ideeën worden gestimuleerd. Hier is het pedagogische netwerk volledig afwezig. Opvallend is overigens dat dit netwerk in de 'echte wereld' ook niet goed functioneert. Voorbeelden van jongeren die op school een handleiding om bommen te maken kopiëren of een spreekbeurt geven over het ontkennen van de Holocaust hebben niet geleid tot ingrijpen.
Juist in dit opvallende gegeven ligt volgens Sieckelinck en Van San ook de oplossing. Niet een nadruk op 'stoornis' (wat negatief is) of repressie, maar op begrip en op het versterken van de pedagogische omgeving kan daadwerkelijk leiden tot verbetering in de situatie van de jongeren. Met andere woorden, de 'pedagogische checks and balances' zijn de manier om de extreme idealen van jongeren om te buigen tot positieve krachten. Boosheid kan de wereld op die manier helpen verbeteren.
De lezing Idealen op drift is in zijn geheel terug te zien.