De verboden wetenschapsmonologen: uitwisseling van ideeën en werelden

Het is doodstil in de fraai belichte Aula van het Academiegebouw op vrijdagavond 23 maart, als zangeres Denise Jannah het nummer The Sound of Silence van Simon en Garfunkel inzet.
Leestijd 3 minuten — Ma 26 maart 2012
De verboden wetenschapsmonologen

Wetenschappers die op de vlucht zijn uit hun thuisland moeten in Nederland een warm welkom krijgen. Zij staan symbool voor de vrijheid van kennis en denken. Voor 'Nederland Kennisland' hebben deze academici veel te bieden. De nieuwe invalshoeken en de uitwisseling van ideeën zijn een verrijking van onze kennis.

Dit artikel valt onder het dossier: Vluchtelingen.

'The vision that was planted in my brains still remains in the sound of silence. Een toepasselijke tekst aan het begin van de Verboden wetenschapsmonologen, die Studium Generale in samenwerking met het UAF (studie en werk voor hoger opgeleide vluchtelingen) organiseert. De twee monologen die deze avond worden vertolkt vertellen de moedige en dramatische verhalen van vier wetenschappers die na bedreigingen hun land zijn ontvlucht en in Nederland strandden. Hoewel zij hier in veiligheid zijn, zijn ze hun vaderland nog lang niet vergeten.

'Wat geeft het als iemand knap is, als hij anderen zijn kennis niet kan bijbrengen?'
Deze woorden van Plato worden geciteerd door de filosoof Kanouté uit Diamantkust. 'Een land waar je alleen om verkeerde redenen van hebt gehoord; etnische strijd, uitbuiting, corruptie. Diamantkust, dat was, is mijn land.' Het trauma van 'the sound of silence' en het vertrek uit eigen land wordt duidelijk in deze eerste monoloog, geschreven door Guus Pengel en gespeeld door acteur Raymi Sambo. Kanouté ziet de gebreken van de 'democratie' waarin hij leeft: stemmen worden gemanipuleerd, oppositie wordt opgesloten, het heersende regime rekruteert jonge jongens voor het leger. Hij probeert zijn studenten tot nadenken aan te zetten maar deze kennisverspreiding wordt niet gewaardeerd. Kanouté wordt opgepakt door het regime, maar weet naar Nederland te vluchten waar hij zijn academische carrière kan voortzetten.

Het tweede monoloog, geschreven en vertolkt door Manoushka Zeegelaar Breeveld, is gebaseerd op verschillende gesprekken met gevluchte wetenschappers uit Iran. De vrouwelijke verteller ziet de onderdrukking door het heersende regime en komt in actie door samen te werken met een internationale hulporganisatie. 'Het zit in onze wetgeving, het zit in onze sociale voorzieningen, onderwijs, religie, rechtspraak: het zit in ons systeem.' Ze is hoog opgeleid maar mag niet haar mening uiten, of onderzoek doen. Ze wordt bedreigd, is niet veilig meer en vertrekt naar Nederland. Ze is niet gevlucht zegt ze, ze kan altijd terug, maar ze wil dat nu niet. In Nederland kan ze als wetenschapper en als vrouw objectief en veilig onderzoek doen naar Iran.

Verrijking van kennis
Herkenbare monologen, zegt Eduard Nazarski, directeur van Amnesty International. Het cynisme, de wanhoop en het doorzettingsvermogen die beide monologen naar voren brengen hoort hij dagelijks terug in zijn gesprekken met vluchtelingen. Extreem moedige mensen, maar vaak achteloos behandeld. Nazarski legt uit hoe sinds de jaren '80 het mededogen van de Nederlandse regering ineen is gekrompen en hoe vluchtelingen tegenwoordig extreem onwelkom zijn. De vraag hoe wij zo snel mogelijk van deze mensen af komen is belangrijker dan hoe we deze mensen kunnen helpen. Hindernissen als inburgering en achterdocht ten opzichte van de vluchteling tonen het onwelkome gevoel waarmee vluchtelingen te maken hebben. Een slechte zaak, en volgens Nazarski heeft Nederland de plicht om een medemens in nood te helpen.

Narzarski beaamt het belang van het bieden van veiligheid aan wetenschappers. Zij staan immers symbool staan voor de vrijheid van kennis en denken, ze zijn basis voor vooruitgang. Maar, vraagt Noralie Beyer zich af, wat hebben wij als land aan deze vluchtelingen, aan deze wetenschappers? Volgens Nazarski is dat wel duidelijk. De invalshoeken die de gevluchte wetenschappers bieden, de uitwisselingen van hun en 'onze' ideeën zijn een verrijking van onze kennis en voor de wetenschap.

Wat te doen?
Na deze indringende monologen en Nazarski's duidelijke woorden is er geen twijfel meer mogelijk. Het opvangen en ondersteunen van onderdrukte wetenschappers en politieke vluchtelingen in binnen- en buitenland is niet alleen een ethische plicht, maar ook een verrijking van het wetenschappelijke veld. Maar hoe kan de Nederlandse regering nu het beste handelen? Meer ter plekke doen, is Nazarski's antwoord. De wetenschappers achter deze twee monologen kozen er geen van allen voor om hier komen, zij wilden liever in eigen land blijven. Door wereldwijd onze steun aan deze mensen te betuigen en ze te beschermen kunnen we zorgen dat wetenschappers in eigen land niet onderdrukt worden. En dat is hard nodig want, zegt Kanouté: 'Elke samenleving die vooruit gaat, gaat vooruit door intellectuele ideeën.'