South Park, serieuze shit!

Poepen uit je mond, een scheten latende Osama Bin Laden of Jezus als superheld, het is allemaal mogelijk in de grove en grappige animatieserie South Park.
Leestijd 3 minuten — Vr 11 mei 2012

Kenny, Stan, Kyle en Cartman zijn nu al zeventien jaar op tv te zien en nog steeds razend populair, zelfs als object van wetenschappelijke studie. In het kader van de blogserie over kunst en wetenschap voor het Studium Generale van de Universiteit Utrecht interviewde Roos Koene prof. Brian Dunphy van het Brooklyn College in New York die door Nederland toerde om lezingen te geven over South Park en 'The American Experience'.

Studie naar South Park
Sinds 2008 geeft Dunphy de cursus 'South Park & political correctness'aan het departement Televisie en Radio. Volgens hem is South Park niet zozeer inhoudelijk interessant maar is de serie wel een goede manier om mensen aan het denken te zetten. In de show komt een breed scala aan controversiële onderwerpen aan bod, waaronder seks, het homohuwelijk, religie, oorlog, racisme en de Amerikaanse verkiezingen. In elke aflevering wordt de zaak eerst van verschillende kanten belicht en vervolgens belachelijk gemaakt. Na het zien van een aflevering ben je als kijker klaar voor de 'echte' discussie. In de syllabus van zijn cursus combineerde Dunphy afleveringen van South Park met wetenschappelijke teksten.

Het belangrijkste wat Dunphy studenten wil leren, is 'why they think the way they think'. Met zijn cursus wil hij studenten nieuwe inzichten geven en laten reflecteren op hun manier van denken. Dit is ook wat hij tijdens zijn lezing probeerde. Hij liet het publiek met andere ogen kijken naar South Park door stukken uit afleveringen te analyseren. Wat gebeurt er in een scène, en in hoeverre heeft dit iets te maken met de werkelijkheid? Vaak weten de makers van South Park (Matt Stone en Trey Parker) de serieuze kern van de zaak te vatten. Volgens Dunphy is humor een effectieve manier om kennis over te dragen en een debat te starten. 'South Park adds to the debate.' Door populaire cultuur te bestuderen moedig je studenten aan om kritisch te denken. Satire werkt hierbij als de 'mirror of society'.

De serie geniet serieuze belangstelling, maar Dunphy beschouwt de show toch vooral als een vorm van infotainment. Al zien sommige wetenschappers dat anders. In 2008 verscheen het boek Taking South Park Seriously, waarin de animatieserie inhoudelijk geanalyseerd werd. Of we South Park zo serieus moeten nemen weet Dunphy niet. Wel zit er volgens hem een kern van waarheid in vele afleveringen. Of de makers zich er nu bewust of onbewust van zijn, humor blijkt een zeer effectieve manier om een waardendialoog te starten.

South Park en Shakespeare
Tijdens zijn lezing legde Dunphy een verband tussen South Park en Shakespeare. Vroeger waren de theaterstukken van Shakespeare ook voor de massa bestemd en werden ze niet als high culture gezien, zoals nu. Of dit gaat gebeuren met South Park? Hoogstwaarschijnlijk niet, aldus Dunphy. Alhoewel je een duidelijke herwaardering ziet van populaire cultuur.

Omdat het slechts zes dagen duurt om een aflevering van South Park te maken zijn de makers in staat om in te spelen op de laatste ontwikkelingen in de samenleving. Sociaal maatschappelijke invloeden zijn een belangrijke bron van inspiratie. De makers haken graag in op actuele debatten en controversiële topics. Zo maakten Matt Stone en Trey Parker eerder de afleveringen Osama Bin Laden Has Farty Pants over de gevolgen van elf september en About Last Night waarin president Obama de verkiezingen wint en heel South Park feestviert. Op een ludieke en satirische manier worden zo serieuze kwesties aan de orde gesteld. Misschien heeft South Park dan toch meer inhoud dan je op het eerste gezicht zou denken?

Als je meer wilt weten over South Park en het maakproces, bekijk dan de documentaire 6 Days to Air: The Making of South Park. Kijk hier de lezing terug die Brian Dunphy op 10 april 2012 hield bij Crea Amsterdam.

Lees ook de interviews over kunst en wetenschap met filosofe Marjan Slob en theatermaker en docent wetenschapscommunicatie Frank Kupper.