Verantwoordelijkheid voor welvaart

Zelfs smog is democratisch
Leestijd 4 minuten — Do 25 juli 2013

In deze aflevering van de blogserie 'bezit': dr. Bald de Vries. Hij is universitair docent en onderzoeker rechtstheorie en staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Utrecht.

Hoe belangrijk is het begrip eigendom?

De notie van individueel eigendom is een organiserend principe van onze Westerse maatschappij. Het is de kurk waarop de marktgeoriënteerde economie drijft. Om de markteconomie goed te laten functioneren hebben we een stelsel van eigendomsrechten ontworpen. Vanuit dit perspectief kan het recht op individueel eigendom ook opgevat worden als een centraal mensenrecht dat bepalend is voor hoe de moderne, westerse samenleving functioneert.

Verantwoordelijk?

Bezit impliceert een exclusief gebruiksrecht. Dat wat van jou is, daarover ben je soeverein, althans dit is het uit¬gangspunt. Eigendom betekent gebruik, maar ben je ook verantwoordelijkheid voor de effecten van dat gebruik?
De moderne, westerse samenleving wordt gekenmerkt door industrialisering en democratisering binnen staten. Burgers partici¬peren in de productie van welvaart binnen de natiestaat en participeren in de verdeling van die welvaart via hun democratische rechten. De productie van welvaart, en het gebruik daarvan in de vorm van eigendom heeft echter neveneffecten die meer en meer zichtbaar worden op mondiaal niveau. In zijn klassieker The Risk Society noemt de Duitse sociaaltheoreticus Ulrich Beck deze neveneffecten 'risico's'. Neem jij verantwoordelijkheid voor de effecten van het gebruik van je spullen?

Welke risico's ontstaan uit het gebruik van eigendom?

De productie van welvaart impliceert de productie van risico's. Een radicaal voorbeeld is de productie van kernenergie (welvaart) dat structureel de productie van kernafval, radioactiviteit en dus risico impliceert. Omdat de productie van welvaart structureel en gewild is, is de productie van risico ook structureel en gewild (self-inflicted). Moderne risico's worden lokaal geproduceerd maar beperken zich niet tot de grenzen van de natiestaat: zij hebben wereldwijd gevolgen. Risico's zijn vaak 'onzichtbaar' want zij 'bestaan nog niet'. Omdat zij een kans op schade in zich dragen, vormen ze een probleem voor het toewijzen van verantwoordelijkheid. In het recht is causaliteit een belangrijk criterium voor de toekenning van die verantwoordelijkheid. Nu het steeds moeilijker wordt de causale verbanden vast te stellen in de productie van risico's - en de gevolgen ervan in de vorm van schade - wordt het problematischer om te bepalen wie voor welk effect verantwoordelijk is. Wie is er verantwoordelijk voor de schadelijke gevolgen van het risico van CO2 uitstoot in de vorm van klimaatverandering? Door de complexiteit van het productieproces voelt niemand zich er meer verantwoordelijk voor. We moeten niet alleen consumeren maar ook creëren om deze diffusion of responsibility tegen te gaan. Kijk hier de lezing terug over de toenemende afstand tussen consument en product.

Waar stopt het gebruiksrecht op eigendom?

In het neoliberale marktdenken staat de productie van welvaart centraal. De risico's die deze productie met zich meebrengt hebben de potentie tot het toebrengen van schade. Ik leef in het besef dat het gebruik van mijn eigendom de potentie in zich heeft een ander schade toe te brengen, zonder dat iemand mij vraagt daarvoor verantwoordelijkheid te dragen: Ik weet niet of de koffie die ik 's ochtends heb gekocht (eigendom) en drink (gebruik) de dochter van de koffieboer schade toebrengt. Blijft zij door mijn aankoop geketend aan het land of kan zij naar school? Het uitgangspunt is bij individueel eigendom dat er een soevereiniteitsclaim is ("ik heb het exclusieve gebruiksrecht") maar dit is niet absoluut. Locke en ook Mill stellen dat ik mijn vrijheid alleen (dus ook tijdens het gebruik van mijn eigendom) alleen kan aanwenden als ik een ander geen schade toebreng. Dit harm principle is altijd begrepen als een richtlijn voor het individuele handelen en is in het recht geïncorporeerd in noties als 'wanprestatie' en 'onrechtmatige daad' en 'directe causaliteit'. Het betekent dat de eigenaar of gebruiker aansprakelijk gesteld kan worden. Verantwoordelijkheid voor het gebruik van producten ligt door de productieketen heen. Kijk hier de lezing terug over consumentengedrag en duurzaam ondernemen van Unilever. Rechtsfilosoof Thomas Pogge past het schadebeginsel ook toe op het institutionele niveau. Wanneer welvaartsproductie en welvaartsverdeling risico's scheppen en dus (potentieel) schade toebrengen aan anderen, wordt het schadebeginsel geschonden. Als wij dit niet moreel te rechtvaardigen achten, moeten we het huidige institutionele stelsel van individueel eigendom en gebruik heroverwegen.

Aanscherping van de regels

Dr. Frank van Laerhoven legde uit dat commons rivaliserende goederen zijn, waarbij uitsluiting moeilijk of onmogelijk is. Het beheer van commons op lokaal niveau begrijpen we steeds beter. Veel minder notie hebben we van beheer van commons die zich manifesteren op mondiaal niveau – denk aan de wereldzeeën, de ozonlaag, of internationale watersheds of rivieren. De Vries: "Frank van Laerhoven vraagt mij wie de mondiale commons bezit en of aanscherping van regels voor dit 'bezit' een mondiale tragedy of the commons zouden kunnen voorkomen. Het idee van commons spreekt mij aan als een instrument tot een eerlijker verdeling van die schaarse middelen waarbij wij allemaal een belang hebben – water, lucht, bepaalde medicijnen of intellectueel eigendom. De grootste opdracht is dan ook om de commons als een notie van collectief eigendom te institutionaliseren in ons denken over welvaartsproductie en welvaartsverdeling. En niet alleen in ons denken: Afspraken daarover moeten op wereldniveau gemaakt worden, dus niet slechts tussen staten maar ook tussen tal van andere sociale actoren, zoals NGO's, bedrijven, staten, IGO's, etc."

De vraag die u doorgeeft

De Vries: "Mijn vraag aan mijn opvolger dr. Mariette van den Hoven (universitair docent en onderzoeker bij het Ethiek Instituut aan de Universiteit Utrecht) is in hoeverre het vermarkten van lichaamsmateriaal – bijvoorbeeld bij orgaandonatie- wenselijk is?". Volgende week dus een blog over ons lichaam als bezit vanuit een gezondheids-ethisch perspectief.

De voorgaande blogs over bezit: