Zonder bezit geen persoonlijke groei

In een rechtvaardige samenleving is het recht op bezit een voorwaarde voor persoonlijke groei en ontwikkeling
Leestijd 3 minuten — Do 4 juli 2013

In deze aflevering van de blogserie 'bezit': prof. dr. Bert van den Brink. Hij is hoogleraar Politieke en Sociale Filosofie en vice-decaan van de faculteit Geesteswetenschappen aan de Universiteit Utrecht.

Waarom denkt de mens recht te hebben op bezit?

Wanneer is iets 'van mij'? En hoe kan ik bezit rechtvaardigen? Over bezit is in de filosofie veel nagedacht. John Locke (1690) stelde dat bezit voortkomt uit de bewerking van de natuur. Hegel (1821) noemde bezit als voorwaarde voor persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke vrijheid. Volgens Robert Nozick (1974) mag diegene die iets als eerste aantreft en gebruikt dit in bezit nemen. David Hume (1751) en Jeremy Bentham (1802) stelden al dat economie en samenleving niet functioneren zonder bezit. Tegenwoordig is het recht op bezit in de eerste plaats een voorwaarde voor persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke vrijheid. In onze wereld van eindeloze globale afhankelijkheden en economische machtsrelaties maakt bezit ons sterk in onze relatie tot de ander. Privaat bezit kan ons echter ook schaden. Wanneer goederen een marktwaarde krijgen kan niet iedereen die betalen. Dat dit ten koste kan gaan van de minimale levensbehoefte van mensen werd in de tijd van Marx (1867) zichtbaar in de arbeidersklasse.

Bezit alleen voor burgers

In een rechtvaardige samenleving is het recht op bezit een voorwaarde voor persoonlijke groei en ontwikkeling dat door de overheid beschermd wordt. Zo algemeen als het grondrecht op bezit wordt erkend, zo controversieel is bezit als mensenrecht. Het recht op bezit is niet opgenomen in het belangrijkste VN- instrument: het 'Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten'. Wel is het opgenomen in Europese, Afrikaanse en Amerikaanse verdragen. Belangrijk om te bedenken is dat mensen niet beschikken over mensenrechten puur bij de gratie van hun mens-zijn. Alleen als burgers van een land kunnen mensen hun overheid aanspreken op de bescherming van hun rechten.

Vormen banken een gevaar voor de mensenrechten?

Banken spelen een grote rol bij het waarborgen van het recht op bezit omdat zij dit recht niet alleen effectueren maar ook kunnen ondergraven. Als een bankencrisis een staat aan de rand van de financiële afgrond brengt dan staan de rechten van de burgers van die staat ook op het spel. Burgers zijn voor de financiering van hun behoeften in grote mate afhankelijk geworden van banken die in het waarborgen van hun recht op bezit niet geïnteresseerd zijn (of ten minste geen verplichting tot waarborgen hebben). De overheid, als bewaker van de politiek-juridische orde, moet voorkomen dat het recht op bezit ondergraven wordt en de bestaanszekerheid van burgers in gevaar komt. Binnen het kapitalistisch systeem richt de productie zich op koopkrachtige burgers en vallen de minst vermogenden buiten de boot. Aangewakkerd door het consumentistische verlangen naar steeds meer luxe wordt de strijd tussen markt en democratie maar al te vaak in het voordeel van de markt besloten.

Denksystemen over eigendom

Prof. ir. Klaas van Egmond vroeg aan u welke andere denksystemen er zijn met betrekking tot eigendom. Hij vraagt zich af in hoeverre het herstel van de publiek-privaat balans kan worden onderbouwd met klassieke redeneringen over eigendomsverhoudingen. Van den Brink: "Klassieke redeneringen over eigendomsverhoudingen zoals die van Locke zijn hopeloos verouderd. In onze wereld van eindeloze globale afhankelijkheden en economische machtsrelaties is bezit in de eerste plaats een voorwaarde voor persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke vrijheid. Binnen een degelijke politiek-juridische orde is het de verantwoordelijkheid van de overheid het recht op bezit van de burger te beschermen. Het herstel van de publiek-privaat balans zal of we willen of niet leiden tot minder consumeren. Een radicaal afscheid van markten, kapitaalstromen en banken zou een afscheid van de mogelijkheden tot persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke vrijheid betekenen die zij scheppen. Wél nodig is de democratische beteugeling van banken en markten. Dit maakt dat we vroeg of laat een stap zullen moeten terugnemen in welvaart. Het politieke debat hierover blijft uit omdat wij hier geen zin in hebben, zie de discussies over de hypotheekrenteaftrek, zorgpremie, vliegtax en investeringen in duurzame energie". Over de toekomst van de financiele sector organiseerde het Utrecht Sustainability Insititute in samenwerking met Triodos bank een lezingenreeks. Kijk hier de opnames terug.

De vraag die u doorgeeft

Mijn vraag aan mijn opvolger, jurist dr. Tom Zwart (directeur van de School of Human Rights Research van de Universiteit Utrecht), betreft de verhouding tussen de rol van nationale overheden en supranationale instanties als de VN mensenrechtenraad in onze discussie over bezit. Van den Brink: "Deze instanties worden - mijns inziens vaak onterecht- als hoeders van de mensenrechten beschouwd. Hoe denkt hij daarover?"

De voorgaande blogs over bezit: