Filosofie van onderen

50 tinten grijs in de 17e eeuw
Leestijd 3 minuten — Wo 6 november 2013

Filosofen bestuderen meestal boeken waarin grote ideeën strak geformuleerd en genuanceerd van begin tot eind zijn opgetekend. Op stilistisch en intellectueel verantwoorde wijze worden argumenten stuk voor stuk opgebouwd of onderuit gehaald. Een logische conclusie volgt, helder en overzichtelijk. Maar deze boeken zijn het eindstadium van een veel weerbarstiger proces. Het eindresultaat verdoezelt de rommeligheid van de manier waarop gedachten vormgegeven worden.

De filosofen prof. dr. Piet Steenbakkers en dr. Jetze Touber vonden het tijd wijsbegeerte eens van een andere kant te benaderen en bestudeerden een pikant notitieboekje van een Utrechtse student. In het Hofman Café, deze avond omgedoopt tot Filosofisch Café Utrecht, vertellen zij over de gewaagde gedachten van deze student. Touber: “De aantekeningen in het boekje lezen als leuzen op de muren van toiletblokken, maar dan uit de 17e eeuw.” Het is 'philosophy from below', meestal zelfs vrij letterlijk.

50 tinten grijs avant la lettre
De onbekende auteur van het notitieboekje is gefascineerd door seksualiteit, maar dan niet de conventionele. “Een fatsoenlijk missionarisstandje zit er niet bij”, aldus Steenbakkers. Verkrachting, seks met beesten, veel opmerkingen over (grote) clitorissen en 'wrijfsters', zoals ze lesbiennes toen vaak typeerden. “Dan zit je daar in je kantoorkamertje”, vertelt Touber, “diep geconcentreerd en serieus aan het werk te puzzelen op de vertaling van een regel in Latijn en dan vallen langzaam de woorden op hun plek en lees je: 'Naar de mening van Heinsius is Eva door Adam anaal genomen en van achteren overmeesterd, en is hieruit de zonde en al het kwaad voortgekomen.'” Een ander voorbeeld: “Mentula diminutiva a mente” wat zoveel betekent als 'de penis is de verkleining van de geest.'

Het vlees speelt dus een belangrijke rol in de aantekeningen. Er zijn sterke aanwijzingen dat de auteur in contact stond met de in die tijd beruchte eroticus Adriaan van Beverland. Van Beverland was bezig met een boek waarin de vleselijke driften van de mens een belangrijke rol innemen. Dit is nooit uitgekomen omdat hij voor uitgave werd gearresteerd, maar het manifest heeft wel in Utrecht gecirculeerd. Zijn werk kan als een voorloper op Schopenhauer gezien worden, waarin de oerdrift naar seks drijver van alle activiteit is. Het idee dat 'het vlees' slecht is, was niet nieuw, maar bij Beverland wordt alles door de vleselijke drift gestuurd. Ook het naturalisme van Spinoza is terug te vinden in zijn ideeën.

Meer dan studentikoos
Touber en Steenbakkers vonden daarnaast bijbelkritische en politieke, schunnige uitspraken over bijvoorbeeld de paus, stadhouder Willem III en koningin Christina van Zweden. Dit alles tezamen maakt dat het boekje meer is dan zomaar een leuke weerspiegeling van studentikoziteit. Het toont hoe spanningen in een veranderende wereld vol nieuwe ideeën en ontdekkingen zijn weerslag vinden in de chaotische tijd. De auteur is bezig grenzen te herdefiniëren, grenzen van religieuze teksten, van moraal, seksualiteit en politiek. In deze zin kan hij gezien worden als iemand in de voorhoede van de Verlichting. Hij worstelt met nieuwe theorieën en zijn bestaande wereldbeeld. Dit gaat niet netjes en gestructureerd, maar met horten en stoten. Het is rommelig en dat zie je zo mooi terug in de krabbels van deze onbekende student.

Studium Generale organiseert het Filosofische Café Utrecht samen met de faculteit Wijsbegeerte en religiewetenschappen en de Faculteitsvereniging Utrechtse Filosofiestudenten (FUF). De volgende editie gaat over vrije wil in het neuro-tijdperk en vindt plaats op dinsdag 3 december. Wees welkom!