Veel vertrouwen in de democratie, weinig in de politiek

Gevestigde partijen wankelen: kiezers zijn zich beter gaan verdiepen wanneer ze moeten stemmen. De democratie functioneert goed, maar er valt nog heel veel te verbeteren.
Leestijd 4 minuten — Do 19 oktober 2017
Tegen de stroom in

Als het gaat om de staat van de Nederlandse democratie horen we de afgelopen jaren vooral alarmistische geluiden. Men klaagt over 'de kloof tussen burger en elite', ons 'nepparlement', het 'partijkartel' en de 'baantjescarrousel', maar ook over de dominantie van de 'boze, blanke man'. Journalisten, denkers en opiniemakers uit alle richtingen, maar ook politici maken zich zorgen. De democratie zou op instorten staan. Volgens de historicus en publicist David van Reybrouck is 'ie in ademnood en moet het verkiezingsstelsel opnieuw worden ingericht. Zit hier een kern van waarheid in of heeft men de feiten niet op orde? Politicoloog prof. dr. Tom van der Meer en oud-politicus Niesco Dubbelboer gaan hierover in discussie in de reeks 'Tegen de stroom in'. Beiden zijn het erover eens dat de democratie onvolmaakt en onvoltooid is, maar de één maakt zich meer zorgen dan de ander.

“Het hele systeem van politieke partijen is failliet. Ik zou dat dichtgeroeste circus het liefst laten ontploffen en er iets nieuws voor in de plaats zetten.”

Met deze quote van Mark Rutte opent Van der Meer zijn betoog. Het idee dat de democratie in crisis is blijkt wijdverspreid. Dat is overigens niks nieuws. In de jaren '30 en '70, maar ook tijdens de opkomst van Pim Fortuyn en het populisme: steeds klinken er dezelfde geluiden. De kiezer is op drift, het staastbestel staat op instorten. Aan de hand van een aantal cijfers laat Van der Meer zien dat Nederland het eigenlijk heel goed doet. Op het gebied van corruptie, burgerrechten, rechtsstaat, vrijheid, participatie en vertrouwen bijvoorbeeld. 95% (!) van de Nederlanders vindt het belangrijk om in een democratie te leven en in een rechtstaat. 95% (!) van de Nederlanders vindt het belangrijk dat er gelijke rechten zijn voor minderheden. Daarmee scoren we stelselmatig hoger dan de meeste andere landen. Waar de meeste Nederlanders dan ontevreden over zijn? De politiek. Het vertrouwen in de politiek schommelt rond 50%. Maar wat zegt dat? Van der Meer: "De Franse filosoof Pierre Rosanvallon heeft wel eens gezegd dat je in een democratie juist die scepsis wil". Die zorgt er namelijk voor dat kiezers gaan kiezen. Niet langer kleur je het vakje rood van een partij omdat je dat nou eenmaal al jaren doet. Dit zorgt ook voor verwarring bij gevestigde partijen, zoals bijvoorbeeld duidelijk wordt in de longread 'Rood Verdriet' - over het grote verlies van de PvdA in Veendam.

Alleen in landen die wij niet als democratisch zouden bestempelen is vertrouwen in de politiek hoog

Crisis van de gevestigde middenpartijen

Op die partijen komt op deze avond veel kritiek. De politiek moet een waardenstrijd zijn en dat is momenteel niet het geval. Waar partijen voor strijden en waarom is onduidelijk. Akkoorden worden afgedaan met: "er was geen alternatief" en dat kan niet met assertieve kiezers. Als er al een waardenstrijd is dan vindt deze achter de schermen plaats. Volgens een zeer recente staatscommissie is de formatie vanuit het perspectief van de kiezer en ook staatsrechtelijk een 'black box': de kiezer heeft er geen invloed op en moet het doen met de uitkomst. Volgens de voorzitter van de commissie is het een 'onvolkomenheid' in de representatieve democratie dat het altijd mogelijk is om in het parlement ingrijpende besluiten te nemen waarvoor geen meerderheid bestaat onder de bevolking. Van der Meer: "wanneer je je verstopt achter dichtgetimmerde regeerakkoorden, dan zullen kiezers naar flanken verdwijnen". In die zin is er dus wel een crisis: namelijk een van de middenpartijen.

Bestuurdersdemocratie

Partijen zouden meer moeten politiseren, maar daarnaast is er nog een cultuuromslag nodig. Het moet niet vanzelfsprekend zijn dat functies in het openbaar bestuur, zoals de commissaris van koning of de bestuurder publieke omroep, naar mensen uit het politieke bestel gaan. Dit wordt door de Forum voor Democratie voorzitter Thierry Baudet de 'baantjescarrousel' van de elite genoemd. Volgens Van der Meer is dit niet helemaal waar, het is geen kwestie van corruptie, maar van netwerken. Alleen wekt het wel beeld van 'elite' versus 'volk'. Niesco Dubbelboer hekelt de 'vriendjespolitiek'. Volgens hem is het een groot manco dat we alleen de controle op de macht kunnen kiezen en niet de macht zelf. Waarom kiezen we geen burgemeester of zelfs de minister-president?

Referendum

In een discussie over democratie zo vlak na de Sleepnetwet-affaire én het regeerakkoord kunnen we er niet omheen: het referendum. En al helemaal niet omdat Dubbelboer de grondlegger is van de Wet Raadgevend Referendum die in 2015 aangenomen werd. Het Oekraïne-referendum en die over de Sleepnetwet zijn dus mede dankzij hem mogelijk. Met lede ogen ziet hij aan hoe de nieuwe regering het referendum probeert te schrappen. "Men wil het afschaffen omdat het ongemakkelijk is. Belachelijk! Politiek is er niet voor bestuurders, maar voor ons, het volk". Al decennialang willen burgers meer invloed op wat er gebeurt en dit was een goed middel. Het is volgens hem illustratief voor de opkomst van 'demofobie', iets wat raakt aan de democratische crisis. "Het gaat over verschil tussen hoog- en laagopgeleiden. Machteloze mensen willen graag machtsmiddelen en hoogopgeleiden schrikken daarvan. Ze gaan twijfelen over het inzetten van democratische middelen". Volgens Tom van der Meer moet er een referendum komen over het referendum: "dat is precies waar het voor bedoeld is". Dubbelboer schudt zijn hoofd: "Dat was natuurlijk niet onze intentie, maar de actiebereidheid is iets wat mij hoop geeft". Of zoals men in het NRC-commentaar van vandaag (19/10/2017) schreef: "Laat de bevolking zich er maar over uitspreken. Het onderwerp is er belangrijk genoeg voor".

De petitie om het referendum te redden, kan je hier tekenen.