De posthumane hond

Mens en hond leven al eeuwenlang met elkaar samen. Wat moet er van ze worden als de mens plots zou verdwijnen? En wat kunnen we daarvan leren over de verhouding tussen mens, maatschappij en dier?
Leestijd 2 minuten — Di 2 november 2021
Tegen de stroom in

Stel je voor: een wereld met alleen honden, zonder de aanwezigheid van de mens. Dit gedachte-experiment werd in 2018 al uitgevoerd door regisseur Wes Anderson. In zijn stopmotionfilm ‘Isle of Dogs’ worden honden aan hun lot overgelaten op een afgelegen eiland. Een fictief, fantasierijk verhaal vol absurde wendingen.

Toch kan een dergelijk verhaal ook onderdeel zijn van serieus wetenschappelijk onderzoek. In de speculatieve biologie zijn wetenschappelijk onderbouwde gedachtenexperimenten dé methode voor onderzoek naar de wereld van de toekomst. Bio-ethicus Jessica Pierce en bioloog prof. Marc Bekoff (University of Colorado) zochten uit wat er van de hond terecht zou komen zonder aanwezigheid van de mens op aarde. Hun bevindingen zijn te lezen in het boek ‘A Dog’s World: Imagining the Lives of Dogs in a World without Humans. Het tijdschrift Aeon publiceerde een artikel over het onderwerp. Zijn honden beter af zonder ons?

Voordat de auteurs hun blik richten op een mensloze toekomst, schetsen ze hoe het leven van honden en mensen op dit moment met elkaar zijn vervlochten. Grofweg twintig procent van alle honden wereldwijd wordt als huisdier gehouden. De overige tachtig procent loopt los rond. Op straat, door stad of dorp of in het wild. Toch hebben ze allen de mens nodig om in leven te blijven. Om aan eten te komen zijn de meeste honden nog afhankelijk van voedertijden, plakjes worst van welwillende voorbijgangers en afvalrestjes. Verdwijnt de mens, dan valt hun voornaamste voedselbron weg.

Zal de soort zonder ons voedsel kunnen overleven? Volgens Pierce en Bekoff wel. Wanneer de mens uit hun leven verdwijnt, zullen honden zich langzaam aanpassen aan de nieuwe situatie. Bijvoorbeeld in hun gedrag. De posthumane hond kan niet meer rekenen op de dagelijkse brokjes op regelmatige tijdstippen. Er zal dus gejaagd moeten worden op prooien. Gelukkig zijn honden familie van wilde dieren als de wolf en jakhals, en zijn ze hun jagersinstincten nog niet volledig vergeten. Vanuit de noodzaak om niet te verhongeren, zal de soort deze vaardigheden geleidelijk weer aanscherpen. Daarnaast zal de posthumane hond er anders uitzien. Harige, zwiepende staarten, pluizige hangoren en korte pootjes zijn niet handig tijdens een zoektocht naar voedsel. En zijn grote, smekende puppy-ogen nog wel van nut in het wild, zonder mensen die ervoor zwichten en een extra portie opscheppen?

Hoe het gedrag en uiterlijk van de hond precies zullen veranderen als de mens verdwijnt is niet exact te voorspellen. Maar belangrijker dan een precieze voorspelling is dat dit gedachte-experiment een spiegel biedt voor onze huidige relatie met honden. Het onderzoek laat zien hoe groot de impact is van menselijk handelen. Wij beïnvloeden voor een groot deel hoe honden eruit zien en hoe ze zich gedragen. Onze kijk op honden is antropocentrisch en instrumenteel: honden zijn onze huisdieren, onze vrolijke trouwe viervoeters. En zolang wij ze blijven voeren en aanhalen, zullen ze dat blijven. In een mensloze wereld zal de hond aan veiligheid, zekerheid en bescherming moeten missen. Geen onderdak, speelkameraadjes en medische zorg als dat nodig is. Toch verwachten Pierce en Bekoff meer voordelen voor het dier dan nadelen. Zonder de mens heeft de hond onder andere meer vrijheid om te bewegen, om een eigen partner te kiezen om mee te paren, beter ontwikkelde zintuigen en minder hinder van obesitas. Vanuit hun perspectief gezien, zijn ze beter af zonder ons, concluderen de onderzoekers

Uiteraard kan deze denkwijze breder worden getrokken. Kunnen we onszelf bijvoorbeeld aanleren om het dierenperspectief in ogenschouw te nemen in de veehouderij? Ook daar hebben we te maken met een kloof tussen nut voor de mens en de autonomie van het dier. In 2017 liet dierenwelzijnsonderzoeker dr. Hans Hopster (WUR) zien hoe onze omgang met veedieren zich in vijftig jaar ontwikkelde. Hij legde uit hoe de wet, de markt en sociale normen bepalen hoe de keten van vee naar product eruitziet. Maar waar is het perspectief van het dier? Nemen we dat mee, dan zou de industrie er heel anders uitzien. Met bijvoorbeeld meer bewegingsvrijheid en meer ruimte voor dieren om zelf te bepalen wanneer ze eten, drinken en slapen. Kijk de opname hier terug.