Een gemeenschappelijk verhaal is de basis voor groepsvorming

Prof. dr. Juliette Schaafsma onderzoekt de psychologie achter groepsvorming. Groepen laten zich makkelijker vormen dan je denkt.
Leestijd 3 minuten — Do 4 oktober 2018
17 miljoen mensen

Toenemende migratie, verschillende culturen in één samenleving en de daarmee gepaard gaande groepsvorming: het houdt de gemoederen bezig. Minister Sigrid Kaag vroeg het zich in de jaarlijkse Abel Herzberglezing van 2018 nog af: “Wie bepaalt eigenlijk wie er in Nederland vreemdeling is en wie niet?” Sociaal wetenschapper prof. Juliette Schaafsma (Tilburg University) erkent meteen dat we als mensheid vandaag de dag wel grotere problemen kennen dan identiteit en groepsvorming. Denk aan klimaatverandering of de toenemende afhankelijkheid van technologie. Toch is er een toenemend gevoel van onbehagen. Veel mensen lijken zich, met Sigrid Kaag, zorgen te maken over het gepolariseerde debat over identiteit. Schaafsma doet onderzoek naar processen van in-en uitsluiting, polarisatie en verzoening. Schaafsma: "Groepsvorming en daarmee gepaard gaande uitsluiting is onvermijdelijk, maar we kunnen wel blijven inzetten op onze gemene deler om polarisering tegen te gaan."

Mensen zijn ultrasociaal maar sluiten ook altijd uit

Mensen zijn van nature groepswezens en samenwerking is dan ook cruciaal voor de overleving van de mens. Schaafsma wijst erop dat het menselijke vermogen om verhalen te vertellen en in mythes te geloven, dankzij onze verbeeldingskracht, een belangrijke rol speelt in het kunnen samenwerken. Probeer een groep chimpansees maar eens de opdracht te geven om de komende 10 jaar heel veel onderzoek te doen om een raket naar de maan te kunnen sturen. Maar het feit dat wij kunnen samenwerken betekent ook dat er automatisch een “ander” ontstaat waarmee we niet samenwerken: uitsluiting. Historisch letterkundige prof. Lotte Jensen noemde ook al de onvermijdelijke uitsluiting bij het creëren van een “nationaal wij-gevoel”. Bij groepsvorming is wij-zij onderscheid onvermijdelijk en uit verschillende psychologische experimenten blijkt dat dit onderscheid onder de meest minimale omstandigheden kan ontstaan. Zo werd mensen gevraagd naar hun voorkeur voor schilderijen van de kunstenaar Paul Klee óf de kunstenaar Wassily Kandinsky. Het bleek dat mensen vervolgens hun mede Kandinsky of Klee liefhebbers gingen bevoordelen ten opzichte van de andere groep, alleen vanwege het feit dat ze het werk van dezelfde schilder mooi vonden.

Paul Klee via Anthony-X Pixabay

Mensen houden van overeenkomsten

Dergelijke uitkomsten van experimenten zullen niet als een verrassing komen. De mens houdt van overeenkomsten, blijkt keer op keer, bijvoorbeeld in het kiezen van relaties en vriendschappen. Die overeenkomsten zitten bijvoorbeeld in demografische kenmerken, maar ook in morele opvattingen en overtuigingen. Een reden daarvoor is dat het altijd prettig is in de omgang als iemand het met je eens is: het is makkelijker en het geeft een beter gevoel over jezelf als iemand jouw idee of overtuiging ondersteunt. Daarnaast geeft het je ook een veilig gevoel om jezelf te omringen met mensen die hetzelfde zijn als jij. Cultuur geeft mensen zekerheid en geeft een betekenis aan het leven. Hierdoor krijgt de eigen cultuur veel waarde. “Wanneer mensen geconfronteerd worden met andersdenkenden, kunnen ze het gevoel krijgen dat hun eigen cultuur bedreigd wordt, dit kan in extreme gevallen ook uitmonden in existentiële angst”, zegt Schaafsma. Cultuur gaf immers zin aan jouw leven, als iemand daar ineens een heel andere blik tegenoverstelt dan kan dat leiden tot grote onzekerheid. En mensen zullen er in alle tijden voor kiezen om onzekerheid en angst te vermijden.

Groepsvorming en polarisering

Is het hebben van een voorkeur voor overeenkomsten dan ook de reden voor polarisering in de samenleving? Allereerst valt het volgens Schaafsma, als je naar indicatoren kijkt, wel mee met de toename van polarisering in Nederland. Hoe mensen denken over mensen met een andere herkomst dan zij zelf is relatief stabiel. Ook het contact tussen mensen met verschillende culturele of etnische achtergronden is laag, maar al jaren stabiel. Groepen staan dus niet per se negatiever tegenover elkaar dan tien jaar geleden. Er zijn verschillende onderliggende processen die polarisering kunnen veroorzaken. Wanneer mensen het gevoel hebben er niet bij te horen, kunnen ze zich als reactie meer op hun eigen groep gaan richten. Wanneer mensen het gevoel hebben dat de onderlinge samenhang ontbreekt kunnen ze wantrouwender worden tegenover andere groepen. En wat tot slot polarisering in de hand werkt is wanneer een gemeenschappelijk verhaal en doel ontbreekt.

Inzetten op het gemeenschappelijke

Een goed medicijn tegen de angst voor de ander en polarisering is daarom volgens Schaafsma om in te zetten op onze gemene deler. Er moeten eigenlijk overtuigende gemeenschappelijke mythes, verhalen, tradities en instituties worden gevonden om de groepsgrenzen te kunnen oprekken. Deze verhalen moeten het gemeenschappelijke benadrukken. Door te zoeken naar wat ons bindt als mensheid, vallen de verschillen tussen elkaar makkelijker weg en daardoor krijgt polarisering een kleinere kans. Als de voorkeur voor een kunstenaar ons al kan binden, biedt dat mogelijkheden voor meer betekenisvolle gemene delers.