‘Chasse patate’, ‘wieltjeszuiger’ en ander wielerjargon

De Tour is weer begonnen, en dat gaat gepaard met tourpraat. Hoe ontstaat jargon?
Leestijd 1 minuut — Ma 8 juli 2019

“Op een loper laat het peloton een gat vallen. Twee coureurs demarreren en rijden met gestrekt tempo. Toch lukt het ze niet om de tête de la course te bereiken. Dat wordt een chasse patate.”

Soms lijkt het alsof sportcommentatoren een andere taal praten. Net als veel andere sporten, kent de Tour zijn eigen jargon. Hoe ontstaat jargon? Vaak worden uitdrukkingen en gezegden van sportcommentatoren en sporters overgenomen door anderen waardoor ze algemeen geaccepteerd worden. Zo noemde Eddy Merckx zijn concurrent Joop Zoetemelk een ‘wieltjeszuiger’, iemand die steeds achter een ander aanrijdt maar zelf niet op kop gaat. Zoetemelks uitspraak “Parijs is nog ver”, om aan te geven dat de strijd nog niet gestreden was, wordt nu ook veelvuldig gebruikt door andere renners. Sportcommentator Mart Smeets heeft ook een aantal, inmiddels bekende uitspraken op zijn naam staan als “de Tour wacht op niemand”, “het moet uit het eelt van zijn tenen komen” en “hij trapt de kinderkopjes uit de kasseienstrook”.

Is fietstaal ingewikkelder dan voetbalpraat? Dat hangt er waarschijnlijk vanaf welke sport je het meest kijkt. Test je kennis van het wielerjargon met deze quiz van het Engelse nieuwsblad ‘Examiner’. Docent Taal Literatuur en Communicatie dr. Sterre Leufkens (UU) legt uit waarom de ene taal moeilijker te leren is dan de ander. Wat maakt Nederlands zo moeilijk?