Het sediment als geschiedenisboek: Dr. Appy Sluijs over prehistorische klimaatproblemen

De complete aarde inclusief atmosfeer is niet na te bootsen in een laboratorium.
Leestijd 2 minuten — Do 4 november 2010
Verkenners in de wetenschap

Als klimaatonderzoeker is het een stuk moeilijker om experimenten uit te voeren dan een hoop van je collega's. Het studieobject van de klimatoloog is nogal veelomvattend, op zijn zachtst gezegd. Toch willen ook klimaatonderzoekers iets over de toekomst zeggen. Waar kun je verbanden en variaties van temperaturen, atmosferische samenstellingen en ecologie vinden en testen als dat niet in het lab kan? Het antwoord is: in de aarde zelf.

Bij de zevende lunchlezing legde wetenschappelijk talent dr. Appy Sluijs van biomariene wetenschappen uit, hoe het verleden van onze aarde is vastgelegd in sedimenten. Met de goede sedimenten heb je een waar geschiedenisboek in handen. Wat kan dit geschiedenisboek ons vertellen over de toekomst?

Teamwork
Zoals het een goede wetenschappelijke vraag betaamt, is deze niet eenvoudig te beantwoorden. Zoals hierboven al genoemd, is het studieobject veelomvattend. Als je denkt aan klimaat, denk je al snel aan verschillende aspecten daarvan. Water, lucht, koolstof, zuurstof, temperatuur, ijskappen, vulkanen, enzovoorts. Door de vele factoren die een rol spelen in het klimaat zijn onderzoekers met verschillende specialisaties nodig, wil onderzoek vruchtbaar gedaan worden. Dr. Sluijs werkt daarom in teamverband. Paleontologische kennis is nodig om de juiste sedimenten te op te sporen. Een sediment kan luchtbelletjes bevatten die het CO2-gehalte in een bepaalde tijd kan verraden, waar chemische kennis voor is vereist. Dit zegt echter pas wat over de situatie van het klimaat, als er kennis is van de atmosferische en oceanische samenstelling uit de tijd dat het sediment afkomstig is. Een goed sediment is een waardevol geschiedenisboek als je er met een interdisciplinair team naar kijkt.

Een kwetsbare cyclus
De studie van sedimenten heeft een ding met zekerheid vastgesteld: een hoog CO2-gehalte staat garant voor hoge temperaturen. Zo was 55 miljoen jaar geleden het CO2-gehalte zeer hoog, en de temperatuur… 23 graden Celsius op de Noordpool. Is het CO2-gehalte laag, dan is de temperatuur dat ook. Dr. Sluijs vertelde dat hier een kwetsbare cyclus achter ligt. In welke mate wij mensen die cyclus door het verbranden van fossiele brandstoffen verstoren is nog moeilijk te zeggen. Duidelijk is dat wij voor een snellere CO2-toename zorgen dan 'natuurlijk' het geval zou zijn.

Het onderzoek waar Appy Sluijs zich op richt, bestudeert het klimaat op een schaal van tientallen miljoenen jaren en uitspraken over het toekomstige effect hiervan op het klimaat blijven voorspellingen. Wel staat vast dat de CO2-concentratie in de atmosfeer zeer langzaam afneemt als het eenmaal is opgebouwd. Zou vandaag de CO2-uitstoot op het absolute nulpunt worden gezet, dan moeten we waarschijnlijk nog 100.000 jaar wachten voordat de CO2 in de atmosfeer afneemt. Het is aan ons en de politiek om de uitstoot terug te dringen. Meer onderzoek is ondertussen nodig om de subtielere effecten van CO2 op ons klimaat te ontdekken. Hoe komt het dat CO2 zo traag afneemt? Wat zijn de effecten op een kleinere tijdschaal? De klimatologische vragen blijven urgent. Daarvoor zijn de samenwerking van de paleontoloog, marine bioloog, geoloog en chemicus hard nodig. De sedimenten geven hun geheimen niet zomaar prijs.

Heb je de lezing gemist of wil je hem nog eens rustig terugkijken? Kijk hier de lunchlezingen terug!