Een wolf als collega en een hond als kind

Leestijd 3 minuten — Do 3 november 2011

Wanneer een hond een koekje voorgehouden krijgt, gaat hij zitten. Zonder omwegen brengt een blindengeleidehond zijn baasje naar de brievenbus. Honden kunnen menselijk gedrag begrijpen en betekenis geven. Veel dieren, zoals chimpansees, zijn hier niet toe in staat. Wolven kunnen het wel. Toch is onze relatie met honden anders dan die met wolven. De verhouding tussen mens en hond is te typeren als een van de intiemste die er bestaat. Prof. Clive Wynne (University of Florida) vroeg in zijn lezing Waarom je hond zo van je houdt aan het publiek wie zijn hond in zijn eigen bed liet slapen. Hierop gingen voorzichtig enkele handen de lucht in. Vervolgens vroeg hij hoeveel andere mensen wij in ons bed laten slapen. Het antwoord mochten we voor ons zelf houden, maar duidelijk werd dat de hond een streepje voor heeft.

Co-evolutie
De vraag waar de hond vandaan komt is volgens Wynne de eerste die gesteld moet worden om deze bijzondere relatie te verklaren. Hoewel veel mensen denken dat de hond afstamt van de wolf, klopt dit niet helemaal. De hond stamt niet af van de grote grijze wolf, maar van een kleiner grijs type, een ondersoort van de grote grijze wolf. Ook het romantische beeld van de hond als ondersteuning bij de jacht klopt niet. Een hond kost meer levensonderhoud dan dat een hond bijdraagt in het jagen. Een mogelijkheid die dichterbij de werkelijkheid staat is dat de hond zich ontwikkelde als natuurlijke reactie op het gedrag van de mens. Sinds twaalfduizend jaar reist de mens niet meer continu van plek naar plek, maar settelt hij zich op een vaste plaats. Dit brengt het probleem met zich mee dat ook het vuil en het afval van de mens zich op deze plek gaat ophopen. De probleemoplossende reactie van de natuur hierop is de hond, die leeft van het afval van de mens. Is de wolf hiervoor niet afdoende? Het punt is dat een hond tot op een afstand van vijf meter tot de mens rustig blijft staan. Wolven daarentegen deinzen terug wanneer een mens binnen een straal van 200 meter komt. Niet echt handig, aangezien afval zich meestal in de buurt van mensen bevindt.

Angst voor de mens
Maar waar komt deze angst van wolven voor de mens vandaan? En is het mogelijk om deze angst af te leren? Dit raakt aan het cruciale verschil tussen honden en wolven. Honden kunnen getemd worden en mensen leren accepteren in de eerste vijftig dagen van hun leven, daarna doet de angst zijn intrede. Bij een wolf omvat deze periode slechts negentien dagen, waarvan de eerste tien dagen bij de moeder doorgebracht moeten worden in verband met het voeden. Slechts negen dagen blijven er dus over om een wolf te laten wennen aan de mens als sociale compagnon. Het is dan ook niet gek dat dit nauwelijks gebeurt. Behalve natuurlijk in het Wolf Park in Indiana, waarvan Clive Wynne onderzoeksdirecteur is.

Experimenteel onderzoek
Een interessante vraag die een kersverse bezitter van een puppy zichzelf kan stellen is hoe een hond eigenlijk benaderd en behandeld moet worden in de vijftig dagen dat hij nog geen weet heeft van angst. Een pasklaar antwoord is er niet; hier komt namelijk een ethisch dilemma om de hoek kijken. Het onderzoek van Wynne, dat zich met name richt op het gedrag van dieren, bestaat voor een groot deel uit experimenten. In de tijd dat vragen rondom dierproeven slechts een geringe rol speelden, is er bijvoorbeeld onderzocht wat er gebeurt wanneer een hond pas na zestig dagen voor het eerst in contact komt met een mens. Het dier was toen zo angstig, dat hij voor de rest van zijn leven ernstig beschadigd was. Tegenwoordig is dit soort experimenten niet meer verantwoord en dit verklaart dan ook waarom niet alles onderzocht kan worden.

Liefhebben
Een hond beschikt dus over speciale sociale vaardigheden. Aan het eind van de lezing krijgt het publiek het antwoord waar ze de hele avond op zitten te wachten. Want is een hond, naast dat hij beschikt over deze vaardigheden, ook in staat om lief te hebben? En dan in het speciaal zijn baasje? Clive Wynne geeft aan dat de wolf meer als een collega of een vriend is, waarbij liefde zich minder zachtaardig uit dan bij een hond, en concludeert dat honden van hun baasje houden zoals een kind van zijn ouders. De hondenbezitters gaan met een gerust hart naar huis.

Kijk hier de lezing terug.