Speel niet voor 'God'

Bianca Ruizendaal schreef tijdens haar stageperiode bij Studium Generale enkele achtergrondartikelen bij de lunchlezingenseriLeve het leven. Lees hieronder de tweede in een reeks van 4.
Leestijd 4 minuten — Ma 8 oktober 2012

Onze kennis van genen en DNA, de bouwstenen van het leven, neemt steeds meer toe. Modificatie en ingrijpen komt daarmee ook steeds dichterbij. Sommige mensen zijn hier nogal huiverig voor en zeggen dat 'we niet voor God moeten spelen'. Maar is er echt iets nieuws onder de zon? Wat voor soort mensen wij zijn en kunnen worden – kort, lang, gezond of ziek, snel van begrip of juist niet – beïnvloeden we al sinds jaren door bijvoorbeeld sociaal beleid. Wetenschappelijke doorbraken, zoals het in kaart brengen van het menselijk genoom, en genetische modificatie lijken 'slechts' de controle over onze genetische toekomst te vergroten. Als we geen problemen hebben met sociaal beleid om ons leven vorm te geven, waarom is genetische modificatie dan opeens 'voor God spelen'? Wat gaat er achter zo'n uitspraak schuil?

Positieve en negatieve gentherapie
Om het argument dat 'wij niet voor God moeten spelen' te ontleden is het handig om een onderscheid te maken tussen negatieve en positieve gentherapie. Het doel van negatieve gentherapie is het behandelen van ziekten die een genetische basis hebben, zoals spierdystrofie van Duchenne. Bij positieve gentherapie is het doel de verbetering van 'gezonde' mensen door positieve eigenschappen zoals bijvoorbeeld creativiteit te versterken.

Wanneer wetenschappers zeggen dat ze het menselijk genoom in kaart hebben gebracht bedoelen ze dat de volgorde van A's, C's, T's en G's, de chemische bouwstenen van DNA, bekend is.

Negatieve gentherapie voelt voor veel mensen minder problematisch dan positieve gentherapie. De voordelen van negatieve therapie – behandeling van ernstige ziekten – wegen op tegen mogelijke nadelen. Het kan het verschil zijn tussen leven en dood, tussen ziek of gezond zijn. Daarentegen lijken de voordelen van positieve gentherapie triviaal en bestaat er skepsis over het nut ervan. Wetenschappelijk onderzoek wijst bijvoorbeeld uit dat er een connectie is tussen het gen neuregulin 1 en creativiteit, maar hetzelfde gen wordt ook geassocieerd met ernstige geestesziekten zoals schizofrenie. Hoewel verder onderzoek natuurlijk nodig is om de precieze verbanden en risico's in kaart te brengen, is het duidelijk dat de onbedoelde negatieve bijeffecten desastreus kunnen zijn voor iemands leven. Een grotere creativiteit weegt niet op tegen de nadelen van schizofrenie die in ernstige gevallen iemands leven compleet overhoop halen. Het argument dat we niet voor God moeten spelen, wordt meestal geopperd in de context van positieve gentherapie.

Niet voor God spelen
Maar wat betekent het eigenlijk dat we 'niet voor God mogen spelen'? Eén interpretatie van het 'godsargument' is relatief eenvoudig: er is daadwerkelijk een God met een plan voor de wereld en wij verstoren dat plan als we buiten de grenzen treden die God voor ons trekt. Afgezien van het feit dat we niet weten waar die grenzen liggen en of medicatie en onderwijs misschien ook tegen dit plan ingaan, heeft deze interpretatie van het argument voor veel mensen in een seculiere maatschappij weinig overtuigingskracht.

Een DNA-profiel

Het argument dat 'we niet voor God moeten spelen' spreekt echter ook mensen aan die niet in een goddelijk plan geloven. In een Darwiniaans perspectief is de selectie van bepaalde kenmerken van onze natuur (genen) te herleiden tot de bijdrage die ze leveren aan het overleven van de mens als soort. Genetische modificatie geeft ons in toenemende mate controle over onze genetische toekomst en persoonlijk geven wij misschien wel de voorkeur aan andere kwaliteiten dan de kwaliteiten die het meest bijdragen aan het overleven van onze soort. Wat betekent het verbod om 'voor God te spelen' in dit geval?

Als het ons in zijn geheel verbiedt om in te grijpen in natuurlijke selectie, dan sluit het ook geneeskunde en de meeste vormen van sociale verandering uit. Als het alleen slaat op het ingrijpen door de directe verandering van genen, dan sluit het zowel negatieve als positieve gentherapie uit. Dat betekent voor ziektes zoals Duchenne dat een behandeling op basis van gentherapie wordt afgewezen en dat er mogelijk nooit een behandeling voor wordt gevonden.

Er is daarom meer uitleg nodig waarom de meeste mensen positieve gentherapie verwerpen, maar negatieve niet. Want als we op sociaal niveau positieve verandering mogen aanbrengen en op genniveau negatieve verandering, waarom zouden we dan positieve veranderingen op het genniveau afwijzen? Waarom is dat verwerpelijk en de rest niet?

Misschien is het een algemeen bezwaar tegen een door mensen vormgegeven beeld van hoe het leven eruit zou moeten zien. Niemand kan immers aanwijzen welke eigenschappen goed zijn en welke niet, maar dat geldt ook voor sociaal beleid. De vraag is: op welk moreel relevant punt verschilt sociaal beleid van positieve gentherapie?

De perfecte menselijke proporties (Vitruvian Man, Leonardo da Vinci)

De groep mensen die zou beslissen over positief gentherapiebeleid heeft onvermijdelijk een beperkte horizon op de menselijke natuur en welke eigenschappen goed zijn om te hebben. De zorgen dat zo'n visie de grenzen van menselijke variatie bepaalt, zijn terecht en spelen ook een rol bij sociaal beleid. De invloed van sociaal beleid op wie we zijn of worden is daarentegen beter beheersbaar dan de mogelijk negatieve gevolgen van positieve gentherapie. De nadelen daarvan kunnen vergelijkbaar zijn met die van het doorfokken van honden, waarbij de overdreven focus op een aantal kenmerken, zoals een kleiner of juist breder hoofd, leidt tot ernstige gezondheidsproblemen. Veranderingen op genniveau kunnen dus drastischer zijn en minder makkelijk terug te draaien dan sociaal beleid.

Het argument dat wij niet voor God moeten spelen kan dus geïnterpreteerd worden als een protest. Een protest tegen de mogelijkheid dat een groep mensen – die noodzakelijk feilbaar en begrensd is in haar oordelen en visies – beslissingen neemt die zeer belangrijk en bepalend zijn voor ons leven en onze toekomst. In een seculiere maatschappij lijkt dat de beste interpretatie van het argument te zijn dat 'wij niet voor God moeten spelen'.

Komende woensdag vertelt prof. dr. Edwin Cuppen over wat we nu allemaal weten van ons genoom en wat we ermee kunnen in de lezing Je genoom in kaart in de serie Lunch: Leve het leven. Wat is een 'genenpaspoort' en waar is het goed voor?

Lees ook het vorige artikel uit de reeks van vier: Beperking of niet?