Wetenschap voor duurzaamheid: een nieuwe soort

“If I want to live sustainably, how can I start to do it, if I keep flying back and forth between Oxford and Utrecht?”
Leestijd 4 minuten — Wo 27 februari 2013
Lokaal mondiaal

Deze vraag stelt Jerome Ravetz, wetenschapsfilosoof en bedenker van het concept 'post-normale wetenschap'. De vraag illustreert dat wetenschap – en met name wetenschap in relatie tot duurzaamheid – ons geen kant-en-klaar antwoord gaat geven op de vraag hoe we moeten leven. Hoe je 'duurzaamheid' dan ook definieert, het gaat altijd over situaties en handelingen die complex en veelzijdig zijn. Wetenschappers willen alles simplificeren, maar zo werkt de wereld niet. De wetenschap waarin we getraind worden en alles terugbrengen tot een controleerbare laboratoriumsetting, is niet toegerust voor een complex vraagstuk als duurzaamheid. We moeten de overgang inzetten naar post-normale wetenschap, aldus Ravetz in zijn lezing in de serie Lokaal mondiaal.

Post-normale wetenschap
Het voorbeeld hierboven geeft al aan dat duurzaamheid gaat over afwegingen maken. Stap je in het vliegtuig voor een lezing over duurzaamheid of doe je dat niet en spaar je het milieu? Duurzame kwesties raken aan sociale, biologische, politieke en filosofische vragen en is niet waardenvrij. Maar ook in het wetenschappelijk proces zelf maken we al afwegingen. Hoeveel statistische variantie vinden we acceptabel? Hoeveel meetonzekerheid staan we toe? En beseffen we dat we heel vaak meten in omstandigehden waarbij de variabelen helemaal niet constant gehouden worden, zoals in een lab? Dit geldt ook voor al het veldwerk. We proberen met computermodellen een “lijn te trekken” door de data en suggereren daarmee een verband tussen die data. Daarnaast moeten zelfs fysici die in gecontroleerde settings experimenten doen, vaststellen dat zij een groot deel van de natuurkunde niet kunnen verklaren. Ze stellen dat zwarte materie de vergelijkingen kloppend maakt. Maar wat die zwarte materie is, is onbekend. Ravetz: “All of our knowledge and planning is conditioned by uncertainty [onzekerheden in onze metingen bijvoorbeeld], ignorance [wat we niet kennen en misschien ook nooit zullen weten, zoals zwarte materie], and value-conflicts between and within groups and people.” We moeten dit gaan erkennen.

Toen Ravetz in 1991 het begrip post-normale wetenschap introduceerde, vonden veel wetenschappers dat een opluchting. Ze hadden hadden een kader om dat wat ze al lang ervoeren te kunnen plaatsen. Veel experimenten leiden niet tot een uitkomst. Wetenschap probeert de wereld in een keurslijf te persen, dat niet past. En toch kan wetenschap bijdragen aan begrip. Ravetz legt dat uit aan de hand van een diagram: onder in de hoek zit het laboratorium experiment. Als een experiment mislukt, rapporteer je dat niet en ga je door met een beter ontworpen experiment. Naarmate de 'stakes' hoger worden, is het belangrijk zekerder te zijn van je zaak. Denk aan de chirurg die op een patiënt moet snijden. Dan kun je niet ongestraft 'experimenteren'. Naarmate de complexiteit in een systeem toeneemt, zoals bij het klimaat, kom je sneller in het domein dat Ravetz 'post-normal' noemt: een gebied met grote onzekerheid en grote belangen.

Onvoorziene gevolgen
Het idee dat wetenschap meester is geworden over de natuur is achterhaald. Tot dit inzicht zijn we langzaamaan gekomen. Over kernenergie zeiden wetenschappers dat het schoon, veilig en goedkoop was. Nu zitten we met kernafval dat niet schoon, niet veilig en waarvan het opruimen niet goedkoop is. Antibiotica leek een mooie oplossing om bacteriële infecties te bestrijden. Misschien is het dat ook, maar de brede toepassing ervan in de vee- en pluimveeteelt heeft geleid tot een toenemende resistentie van bacteriën en daarmee heeft de effectiviteit van de bestrijding aanzienlijk aan kracht verloren. Onze 'oorlog' tegen CO2-uitstoot maakte ons enthousiast over biobrandstoffen. Maar de subsidie voor Amerikaanse boeren om hieraan mee te werken, leidde tot een stijging van de graanprijzen en verstoorde daarmee de voedselvoorziening wereldwijd. We moeten van dit soort voorbeelden leren dat nieuwe kennis en ontdekkingen, en dus wetenschap, altijd onvoorziene gevolgen heeft.

Vertel dat we het niet weten
Post-normale wetenschap erkent de inherente onzekerheid over de toekomst en gevolgen van nieuwe kennis. Maar hoe breng je deze onzekerheid over? Hoe maak je onzekerheid en nederigheid onderdeel van een wetenschappelijke houding? Ravetz heeft wel wat ideeën. Ten eerste, door het onderdeel van het onderwijs te maken. “Behandel thema's en vraagstukken die technologische, sociale en politieke aspecten hebben, zoals waterkwaliteit, duurzame energie of obesitas. Behandel deze op een manier zodat er ruimte is voor de veelzijdigheid en complexiteit van duurzame vraagstukken.”

Wetenschappelijk onderwijs doceert geen feiten, maar is een instrument dat altijd kritisch gehanteerd moet worden. In een cursus die Ravetz samen met een collega heeft opgezet, zijn de belangrijkste drie vragen: hoe komen we tot kennis, waarom accepteren we iets; hoe kunnen we uiteenlopende expertises en belangen in rekening brengen; wat zijn de lokale en mondiale verbanden, afhankelijkheden, ongelijkheden en spanningen?

Vooral uit deze laatste vraag blijkt dat Ravetz ook vindt dat post-normale wetenschap democratische wetenschap moet worden. Internet en sociale media maken kennis toegankelijker en dragen bij aan de democratische transformatie van wetenschap. “Science needs to be off, by and for the people”, aldus Ravetz.

First casualty
De overgang naar wetenschap vol onzekerheid en onwetendheid is geen makkelijke. Uiteindelijk moeten er keuzes gemaakt worden hoe te handelen. Duurzame vraagstukken zijn urgent en beslissingen op basis van onzekere kennis neemt niemand graag. Ravetz maakt de vergelijking met een oorlogsplan: “When battle starts, the first casualty is the plan, but you must have a plan.” Je ontwerpt plannen voor een duurzame samenleving, maar zet niet alles op het spel op basis van dit plan. “That's really what post-normal science is about.”

Bekijk de lezing in zijn geheel. Volgende week gaan we in op groene innovatie. Hoe zorg je dat nieuwe ideeën niet in de experimentele fase blijven hangen? Wat is de specifieke kracht van Utrecht als groene innovator?