Creatieve pioniers

“Het zijn niet de sterksten van een soort die overleven, noch de meest intelligente, maar diegene die zich het best weten aan te passen aan veranderende omstandigheden”, aldus Charles Darwin.
Leestijd 3 minuten — Wo 20 februari 2013
Lokaal mondiaal

In tijden van crises is een stugge, conservatieve houding dodelijk. Reden voor Anne Mieke Eggenkamp, voormalig voorzitter van het College van Bestuur van de Design Academy Eindhoven en lid van het topteam Creatieve Industrie, om deze evolutionaire les tijdens de derde lezing in de serie Lokaal mondiaal nog eens te benadrukken.

Om de crises te boven te komen, heb je mensen nodig die flexibel, innovatief en ondernemend zijn. Deze eigenschappen zijn creatieve pioniers eigen. Creativiteit betekent kennis en ideeën kunnen transformeren naar innovaties en weten hoe je bestaande kaders afstemt op een nieuwe dynamiek. Toen twee jaar geleden het topsectorenbeleid geïntroduceerd werd, mocht daarom de creatieve industrie niet ontbreken. Maar hoe dragen zij bij aan de omslag naar een nieuwe, duurzame economie?

Creatieve industrie
De negen topsectoren zijn economisch veelbelovende gebieden waar Nederland goed in is. De creatieve industrie is een nieuwe industrie en wat er precies tot de sector behoort, staat niet vast. In ieder geval vallen onder andere media, gaming, mode en design eronder. Maar hoe organiseer je een sector die juist bestaat bij gratie van flexibiliteit en dynamiek?

CLICKNL is het topconsortium dat zich deze taak ten doel stelt. Zij moeten onderwijs, overheid en bedrijfsleven bij elkaar brengen. Inmiddels hebben we door dat samenwerken essentieel is. Volgens Eggenkamp is dit echt iets wat pas de laatste vijf jaar is doorgedrongen tot de maatschappij. Duurzame vraagstukken zijn te complex geworden om ze alleen aan te kunnen. Bovendien is het in je eentje lastig geld van de bank los te peuteren voor een project. Crossovers tussen ontwerpers, het bedrijfsleven en de overheid zijn noodzakelijk. De creatieve industrie is misschien wel de aangewezen sector om duurzaamheidsvraagstukken aan te pakken. Ontwerpers kijken met andere ogen naar dat wat er is en vragen zich af 'waarom doen we het eigenlijk zo?' Dit levert verrassende invalshoeken op en leidt tot onverwachte producten.

Cross-overs
Dit toont zich het beste met voorbeelden. Zo was Roland Pieter Smit verbaasd dat boeren geld betalen om van hun wol af te raken. Hij ontwierp een weefgetouw voor mensen op sociale werkplaatsen waar ze materiaaltekorten hebben. Met het weefgetouw en de onbewerkte wol kunnen de werkplaatsen nu deels voorzien in eigen materiaal. De wol is van afval veranderd in grondstof, van waardeloos getransformeerd naar waardevol. Rianne Poels ontwierp een apparaat dat groente- en fruitschillen droogt, vermaalt en bruikbaar maakt als smaakmaker. Maar creatievelingen zijn niet alleen bezig waarde toe te voegen aan iets waardeloos, ze combineren en integreren producten ook op innovatieve wijze. Door speciale draden in je kleding te stoppen, kun je in de toekomst met zonne-energie of lichaamswarmte je telefoon of tablet opladen aan je T-shirt. 'Smart-textile' is de cross-over tussen mode en technologie.

Maar als we het belang en de potentie van de creatieve industrie inzien, hoe kunnen we dan zorgen dat Nederland toonaangevend blijft? Door het onderwijs hierop in te richten. Gemakkelijk is dat niet, want hoe leid je mensen op tot authentieke, nieuwsgierige en ondernemende scheppers? En nog moeilijker is de vraag hoe je mensen toetst op deze vermogens. Creatieve opleidingen zijn er voornamelijk op HBO niveau. Misschien wordt het tijd voor innovatie in het wetenschappelijk onderwijs. Maar hoe toets je creativiteit wetenschappelijk?

Ben je benieuwd naar meer aansprekende voorbeelden van cross-over ontwerp en het hele verhaal van Anne Mieke Eggenkamp? Je kunt de lezing hier terugzien. Aanstaande dinsdag spreekt Jerome Ravetz over de spanning tussen wetenschap op lokaal en mondiaal niveau. Wat voor een soort wetenschap hebben we nodig om de duurzaamheidsproblematiek aan te pakken?