Wetenschapsvisie

Niet alle wetenschap is sexy
Leestijd 1 minuut — Ma 1 december 2014

Minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap presenteerden vorige week de Wetenschapsvisie 2025, een langetermijnvisie op het Nederlandse wetenschapsbeleid. Een opvallend punt hierin is dat de maatschappij een belangrijke stempel moet drukken op de richting van het wetenschappelijk onderzoek. De discussie over de onderzoeksonderwerpen resulteert volgend jaar in een Nationale Wetenschapsagenda, die wordt opgesteld door universiteiten, hogescholen en het bedrijfsleven, in samenspraak met maatschappelijke organisaties, betrokken burgers en rijksinstituten. Er is een groeiende roep om maatschappelijk nut van onderzoek. Het vroeg betrekken van burgers bij onderzoek is een stap in die richting, ook moet dit voor meer draagvlak zorgen. Het beleid werd met gemengde gevoelens ontvangen: sommigen vinden het goed dat de 'ivoren toren' wordt bestormd, anderen merken op dat de academische vrijheid wordt beperkt. Voor Studium Generale schreef stagiair Didi van Trijp een blogserie over 'citizen science', oftewel burgerwetenschap: een mooi samenwerkingsverband tussen wetenschapper en publiek. Onderzoekers maken hun project toegankelijk via bijvoorbeeld een website of een app en nodigen vervolgens het publiek uit om mee te doen met het uitvoeren van experimenten. Verschillende van deze experimenten kwamen aan bod, met hun sterke kanten en verbeterpunten. In de serie 'Plug in' sprak Anita de Waard over Science 2.0 en de toegankelijkheid daarvan. Zij vertelt dat er steeds meer gebruik wordt gemaakt van de 'wisdom of the crowd'. Het klinkt allemaal mooi, maar hoe democratisch is het nu echt? Kan iedereen meedoen, ook inwoners van de armste landen? Kijk de lezing terug.