De universiteit en het echte leven

Met je voeten in de modder
Leestijd 5 minuten — Wo 11 februari 2015

Voor haar stage bij Studium Generale onderzocht Floor van der Hout hoe de ideale universiteit van de toekomst er uit zou moeten zien. Door de vinger op de zere plek te leggen van het huidige onderwijs en onderzoek, maar vooral ook door goede, inspirerende voorbeelden aan te halen van hoe het ook zou kunnen.

'Oké, ik ben afgestudeerd. Hier kom ik!' denken veel pas afgestudeerde hoogopgeleiden. Nadat het papiertje op zak is, kan het echte leven eindelijk beginnen. Dan volgt de desillusie, want de wereld staat helemaal niet zo te springen om ons, als we dachten.

Academische opleidingen hebben vaak weinig aansluiting op de praktijk, terwijl het gros van de studenten uiteindelijk aan het werk gaat buiten de academische wereld. Dr. Liesbeth Noordegraaf-Eelens vindt dat studenten hier beter op voorbereid moeten worden. Ze is hoofd van het geesteswetenschappen departement van het Erasmus University College, te Rotterdam. In deze functie houdt ze zich veel bezig met hoe universitair onderwijs zou moeten worden vormgegeven. Ik interviewde haar over de mogelijkheden en tekortkomingen van het huidige systeem. “Die ivoren toren, die is nog niet voorbij” constateert ze.

De weerbarstigheid van de samenleving

Onderwijsbeleid aan de universiteit wordt vaak gebaseerd op studierendement waarbij gekeken wordt naar de hoogte van studieresultaten en hoe snel studenten afstuderen. Noordegraaf-Eelens vindt dat een aantal onderwijsmethoden die het studierendement verhogen, studenten minder goed voorbereiden op de wereld na de universiteit. Zo is er nu de trend serieel onderwijs te geven, het ene vak na het andere. “Maar het echte leven is niet serieel”, vertelt ze, “Je moet allemaal dingen tegelijkertijd doen. Hoe kun je mensen zo opleiden dat als ze klaar zijn, ze niet binnen twee maanden een burn-out hebben omdat ze drie deadlines op één dag hebben?” Ook moeten studenten leren, dat als ze klaar zijn de wereld echt niet op ze zit te wachten. “Als je wat wilt betekenen, moet je toch echt zelf stappen zetten”. Om studenten goed op de, soms weerbarstige, realiteit voor te bereiden, zou de scheidingslijn tussen de universiteit en 'het echte leven' minder groot moeten zijn.

Te jong?

Hoe komt het dat studenten zo slecht voorbereid zijn? Volgens Noordegraaf-Eelens heeft dit deels te maken met de jonge leeftijd van de huidige studenten, namelijk tussen de 18 en 22 jaar. Ze vraagt zich af of dit wel de juiste leeftijd is: “ze missen soms een referentiekader om betekenis te geven aan de vakken die gegeven worden. Als we het bij die 18 en 22 houden dan vind ik het echt een taak van de universiteit om studenten ook de ervaring op te laten doen van wat de betekenis is wat ze hier leren voor wat ze later gaan doen.”

Drie jaar in quarantaine

Daarnaast is er weinig ruimte voor het toepassen van theorie in de praktijk en het ontwikkelen van praktische vaardigheden: “De opleiding is zo zwaar dat ze het beste de tijd kunnen doorbrengen door alleen maar op hun tentamens te focussen en daar hoge cijfers voor te halen. We moeten ervoor zorgen dat die mensen niet alleen in dit gebouw studeren, maar in heel Rotterdam. Als hogeropgeleiden mensen zijn die drie jaar in quarantaine hebben gezeten en dan het echte leven ingaan, dan is de vraag hoeveel je er daarvan nodig hebt. Als hogeropgeleiden mensen zijn die ook met hun voeten in de modder willen staan en die niet alleen de mooie baantjes willen maar ook bereid zijn wat te doen na hun studie, dan denk ik dat je er niet snel te veel van kunt hebben.”

Met je voeten in de modder

We moeten dus met onze voeten in de modder leren staan: tegen de lamp lopen en onze grenzen en talenten leren kennen door praktijkervaring. Helaas is er binnen de meeste studies geen ruimte voor een stage. Zelf ben ik na afronding van mijn bachelor antropologie maar een jaar gestopt met studeren om stage te lopen. Er zou binnen de universiteit meer ruimte moeten zijn voor studenten om behalve theoretische kennis ook praktische skills te ontwikkelen. Dat kan ook door binnen opleidingen vakken aan te bieden die meer praktijkgericht zijn en studenten uit de ivoren toren, het land in te sturen. Dat gebeurt nu vaak te weinig.

Gesegregeerde levens

Door maatschappelijke stages of praktijkgerichte vakken kunnen studenten ook meer in contact komen met mensen buiten de universiteit en lager opgeleiden. De kloof tussen hoog- en laagopgeleiden groeit gestaag en door gebrek aan communicatie tussen de twee groepen leidt tot gesegregeerde levens en 'ongemakkelijke verschillen' (aldus, de WRR).

Waakzaamheid

Aan die stages zitten wel wat haken en ogen. “Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de universiteit direct mensen opleidt om werknemer te worden bij een bepaald bedrijf” vindt Noordegraaf-Eelens. “Je moet er altijd waakzaam voor zijn dat de universiteit geen uitzendbureau wordt waarbij studenten tegen een goedkoper tarief iets doen dan waartegen andere partijen dat zouden doen. Je kan studenten kritische mee laten denken met bedrijven maar dat is iets anders dan dat je zegt 'jij wilt dit soort mensen, nou dat gaan we voor jullie regelen'. Ook zijn veel stages onbetaald (zie dit artikel van de NRC), alhoewel dit wettelijk verboden is.

Duidelijk is dat studenten die drie jaar 'in quarantaine' studeren, uiteindelijk weinig kunnen betekenen voor de samenleving. Het gat tussen de universiteit en 'de echte wereld' moet gedicht worden: laten we met z'n allen wat meer met onze voeten in de modder staan.

Wie bepaalt eigenlijk hoe er op de universiteit les wordt gegeven? Is het hoorcollege dood? Hoe zou het onderwijs eruitzien als studenten meebepalen welke boeken ze voor een cursus moeten lezen of wat de beste toetsvorm is? En wat is de toekomst van online onderwijs? In de volgende blog schets ik een beeld van hoe het onderwijs er op de utopische universiteit uit zou kunnen zien.

Lees ook de voorgaande blogs:
> Inleiding: De utopische universiteit (17-12-2014)
> Meer promovendi, meer diploma's, meer publicaties (24-12-2014)
> Het ideale universitaire onderwijs (31-12-2014)
> Harvard aan de Rijn (07-01-2015)
> Open Access (14-01-2015)
> Open Science (21-01-2015)
> Valorisatie, vloek of zegen? (28-01-2015)
> Wetenschap voor sociale verandering (04-02-2015)

Meer weten?

  • ISO, LKvV en LSVb schreven vorig jaar een kritische notitie. Ze concluderen dat studierendement niet gelijk gesteld mag worden aan studiesucces: “Naast de academische vorming moet er ook aandacht zijn voor de persoonlijke ontwikkeling van de student en het bredere spectrum van maatschappelijke ontwikkeling moet worden meegewogen”.
  • Wat zijn de gevolgen van studenten die 'drie jaar in quarantaine studeren'? Schrijver David van Reybrouck legt in een artikel in De Correspondent uit dat de groeiende kloof tussen hoger en lager opgeleiden onze democratie ondermijnt. Prof. dr. Mark Bovens (Bestuurskunde, USBO) noemt onze huidige democratie een 'diplomademocratie'.
  • Dat hoger en lager opgeleiden langs elkaar heen leven, blijkt ook vaak uit het publieke debat waarin het niet altijd even goed botert tussen wetenschappers, burgers en de politici. Volgens prof. dr. Hedwig te Molder komt dat omdat discussies te veel rond feiten worden gevoerd en er te weinig aandacht is voor onderliggende morele waarden. Wetenschappers zouden burgers niet moeten wegzetten als 'irrationeel' maar zich wat beter moeten inleven. Kijk de lezing Logisch terug of lees het nieuwsbericht n.a.v. de lezing.