Wetenschap voor sociale verandering

Het mag wel wat activistischer in wetenschapsland
Leestijd 5 minuten — Wo 4 februari 2015

Voor haar stage bij Studium Generale onderzocht Floor van der Hout hoe de ideale universiteit van de toekomst er uit zou moeten zien. Door de vinger op de zere plek te leggen van het huidige onderwijs en onderzoek, maar vooral ook door goede, inspirerende voorbeelden aan te halen van hoe het ook zou kunnen.

“I've created a monster” riep Einstein uit toen hij tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog besefte dat hij de atoombom medemogelijk had gemaakt met zijn beroemde e = mc2 formule. Zo zijn er wel meer voorbeelden die erop wijzen dat wetenschap niet geïsoleerd is van politieke ontwikkelingen en dat je je als wetenschapper steeds moet afvragen waar jij staat en waarom.

Laat je politiek thuis

Toch wordt er vaak gedacht dat wetenschappers neutraal, apolitiek en objectief zijn. Binnen de universiteit is er weinig aandacht voor de politieke rol van de wetenschapper. “Welkom op de universiteit maar laat je politiek thuis” is hoe veel studenten het ervaren. Antropologe Ying Que vindt de geveinsde neutrale houding van sociale wetenschappers maar niets. Zij besloot haar masteronderzoek anders aan te pakken. In een klein koffiezaakje in Utrecht praat ik met haar over het 'activistische onderzoek' dat ze heeft gedaan.

Wat kunnen we als wetenschappers doen?

Ze vertelt dat ze een tijdje terug aanwezig was bij een bijeenkomst van de Antropologen Beroepsvereniging. Een van de sprekers vertelde over onderzoek dat hij had gedaan naar de taxi scenein Caïro waar ongelijkheid en geweld aan de orde van de dag waren. Iemand uit de zaal vroeg “wat kunnen wij daar als antropologen doen?”. “Niets,” antwoordde hij, “we zijn onderdeel van de structuur, we kunnen daar helemaal niets aan doen”. “Maar als antropologen moeten we onze skills juist inzetten om te luisteren naar mensen en situaties te verbeteren!” roept Ying verontwaardigd uit.

Erfenis van het positivisme

Het idee van de neutrale wetenschapper komt voort uit het positivisme dat onze hedendaagse wetenschap gevormd heeft. Bij positivisme wordt normatief denken verworpen. Theorieën moeten gebaseerd zijn op waarneembare verschijnselen en wetenschap moet apolitiek en neutraal zijn.

Activistisch onderzoek

Je onderzoek ten dienste stellen van sociale verandering is een mooi idee. Maar hoe doe je dat? Veel academici schrijven wetenschappelijke artikelen met het idee problemen in de wereld op te lossen, maar deze artikelen worden bijna nooit door iemand gelezen, laat staan dat ze positieve verandering teweegbrengen. Ying besloot het anders aan te pakken. Ze raakte geïnspireerd door antropologen van de 'anarchist anthropology' en 'militant ethnography' stromingen die hun onderzoek ten dienste stellen van sociale verandering en vertrok naar New York om onderzoek te doen naar de Occupy Wallstreet beweging. Daar observeerde ze, maar maakte ze ook zelf deel uit van de beweging. Zo dacht ze mee en faciliteerde ze community dialogues om problemen binnen de beweging op te lossen.

Ten gunste van de beweging

Toen ze terugkwam schreef ze haar scriptie met als doel handvatten te bieden aan academici over wat Occupyinhoudt, maar ook lezers die nog nooit van politiek activisme hadden gehoord zelf stap voor stap te laten ervaren hoe je activist wordt. Op die manier hoopt ze meer mensen te laten begrijpen wat Occupyis en een bredere support te creëren.

Diepere inzichten

Kun je nog wel een goede wetenschapper zijn als je midden in zo'n beweging zit? Ying kreeg vaak het commentaar: ”je bent veel te subjectief, je hebt geen afstand, je kunt geen kritiek leveren, omdat je te veel immersed bent”. Maar daar is ze het niet mee eens: “Ik heb juist autoriteit. Mijn verhalen zijn veel legitiemer omdat ik er onderdeel van ben.” Volgens de antropologen Jeffrey S. Juris en Charles R. Hale is activistisch onderzoek bij uitstek een vruchtbare bodem voor theorievorming. Aan de ene kant krijg je als onderzoeker dieper inzicht in hoe de beweging werkt omdat je er actief deel van uitmaakt en niet langer buitenstaander bent. Aan de andere kant, kan je met jouw positie als wetenschapper de beweging verder helpen met nieuwe kennis en reflectie. Zo heb je eigenlijk twee loyaliteiten: de wetenschap en de beweging, die prima samen kunnen gaan.

Uitbuiting

Los van dat een nauwe samenwerking met sociale bewegingen betere onderzoeksresultaten op kan leveren, vindt Ying dat wanneer je alleen met theorievorming bezig bent, je onderzoekspopulatie in wezen uitbuit: “je gaat daar gewoon heen, je zuigt hun kennis op en schrijft het op onder jouw naam dus jij hebt de theorieën bedacht terwijl zij dat al jarenlang zo doen en vervolgens wordt jij ervoor beloond met een PhD of salaris.”

Transparantie en een kritische blik

Natuurlijk zijn er ook moeilijkheden wanneer je activistisch onderzoek doet. Zo moet je je steeds afvragen of je je kritische blik als wetenschapper wel behoudt, wanneer je zo nauw met een sociale beweging samenwerkt. Daarom moet je transparant zijn over je eigen politieke ideeën en achtergrond waardoor je gebeurtenissen op een bepaalde manier interpreteert. In veel academische literatuur spreekt de wetenschapper als een soort neutrale autoritaire figuur waarbij de eigen achtergrond nooit benoemd wordt. Activistische onderzoekers beargumenteren dat objectiviteit niet bestaat en dat je daarom duidelijk moet zijn over de invloed die jouw eigen achtergrond heeft op de analyse van gebeurtenissen. Als je bijvoorbeeld een zwarte vrouw bent, kijk je anders naar zwarte piet, dan als je een witte man bent (zie dit artikel in de Correspondent). Daar moet je je als wetenschapper bewust van zijn.

Al met al mogen wetenschappers best wat politieker betrokken zijn en moet het binnen de universiteit mogelijk zijn om in onderzoek samen te werken met sociale bewegingen. Hoe willen we anders ooit een eind maken aan zaken als economische ongelijkheid, racisme of klimaatverandering? Studenten zouden zich al af moeten vragen voor wie ze hun scriptie schrijven en waarom ze hun onderzoek doen. Heeft je onderzoek naast theoretische relevantie ook maatschappelijke relevantie?

"Als ik ben afgestudeerd, begint het echte leven" denken veel studenten. Leven studenten dan toch nog in een ivoren toren? In de volgende blog spreek ik met Dr. Liesbeth Noordegraaf-Eelens (EUR). Zij vindt dat veel academische opleidingen te weinig aansluiting hebben bij de praktijk en dat studenten wel wat meer met hun voeten in de modder mogen staan. "Aan hogeropgeleiden die drie jaar in quarantaine hebben gezeten, hebben we niet zoveel".

Lees ook de voorgaande blogs:
> Inleiding: De utopische universiteit (17-12-2014)
> Meer promovendi, meer diploma's, meer publicaties (24-12-2014)
> Het ideale universitaire onderwijs (31-12-2014)
> Harvard aan de Rijn (07-01-2015)
> Open Access (14-01-2015)
> Open Science (21-01-2015)
> Valorisatie, vloek of zegen? (28-01-2015)

Meer weten?

  • Geïnteresseerd in hoe Ying haar onderzoek heeft vormgegeven? Lees haar scriptie Stories to imagine an alternative: the movement of Occupy Wallstreet waar ze de Nieboerprijs voor ontving.
  • David Graeber is één van de auteurs die schrijft over de mogelijkheden van activistisch onderzoek. Lees zijn essay Fragments of an Anarchist Anthropology.
  • Ying is niet de enige die onderzoek deed naar Occupy. De beweging trok de aandacht van vele academici waaronder de antropoloog Jeffrey S. Juris. De verschillende wetenschappers vertellen in een artikel van de NY Times hoe zij het ervaren om onderzoek te doen bij de beweging.
  • Dat niet enkel de antropologie zich leent voor het doen van activistisch onderzoek, blijkt uit het artikel dat Nienke de Haan schreef over wetenschap en activisme.