Gevaarlijke patiënten

Veiligheid is een groot goed, net als privacy. Maar in de medische praktijk botsen ze regelmatig. Wat als je patiënt een potentiële terrorist is bijvoorbeeld? Hoe ver moet het beroepsgeheim gaan?
Leestijd 1 minuut — Ma 15 augustus 2016

Lourdes verandert vandaag in een militaire bunker, er zijn extra controles op Schiphol en er was paniek door vuurwerk in Frankrijk. De aanslagen van afgelopen maanden hebben hun weerslag op de samenleving. Ze maken mensen alerter, misschien zelfs wantrouwender. Ook huisartsen en psychiaters zijn meer op hun hoede. Zij krijgen regelmatig te maken met patiënten die dreigen zichzelf of anderen iets aan te doen. Mogen ze hun beroepsgeheim dan opzij schuiven? Artsenfederatie KNMG meldt een toename van het aantal vragen uit de beroepsgroep. De richtlijn zegt dat er alleen melding gemaakt mag worden bij "reële dreiging". Psychiater prof. Damiaan Denys (UvA) licht het probleem toe in NRC: "Het komt erop neer dat wij zelf moeten inschatten hoe reëel de dreiging is. In welke mate help ik de maatschappij als ik dit ga melden, en in hoeverre zou dat de patiënt schaden?"

In Duitsland ligt nu een wetsvoorstel om artsen te verplichten patiënten met eventuele terroristische plannen aan te geven. In Nederland is dat geen plicht en moet aan strenge voorwaarden worden voldaan voordat het beroepsgeheim doorbroken mag worden. Maar in tijden van onrust offeren we rechten makkelijker op voor iets meer veiligheid. Hoe ver moeten we daarin gaan? Tijdens het debat 'Safety First?' stelde veiligheidsdeskundige prof. Bob de Graaff (UU) dat we moeten stiltstaan bij onze burgerrechten voordat de overheid als gedachtepolitie in de haarvaten van de samenleving gaat zitten. Dus ook bij de rechten van psychiatrische patiënten. Bekijk het debat Safety First?