We moeten de wetenschapsgeschiedenis herschrijven

Europa en Amerika heersen in de wetenschappelijke wereld. Op school leer je dat Pythagoras, Galilei, Newton of Einstein de grote wetenschappelijke ontdekkingen deden. Een Griek, een Italiaan, een Engelsman, of een Duitser die later Amerikaan werd. China, India en Afrika deden er wetenschappelijk blijkbaar niet toe. Dat beeld klopt niet.
Leestijd 3 minuten — Do 6 februari 2020
Strijd om het gelijk

Zelfs als je als tiener goed bij de les kon blijven is het onwaarschijnlijk dat je veel over niet-westerse wetenschappers hebt gehoord. Ook in academische boeken over de geschiedenis van de wetenschap staan Europa en Amerika centraal. Maar hoe komt de wetenschapsgeschiedenis eruit te zien als je het Westen uit dat middelpunt haalt? Dat onderzoekt prof. dr. Rens Bod, hoogleraar Computationele en Digitale Geesteswetenschappen (UvA). Hij laat zien dat veel van de ideeën in de wetenschap een begin, midden en eind hebben in plekken over de héle wereld.

Verder denken dan je neus lang is

Van Pythagoras tot Plato, Griekenland is de wieg van onze westerse wetenschappen. Daar ontwikkelden we wiskunde en daar begon de filosofie, natuurwetenschap, geschiedkunde, muziekwetenschap… Eigenlijk, geloven we in Europa graag, begonnen de oude Grieken met alles. “Dat denk je”, zegt Bod, “maar is in feite een mythe”. Er zijn een veel voorbeelden te geven van wetenschappen die elders begonnen. Hier volgt er één uit India.

Als je een diepe duik neemt in de geschiedenis van de taalwetenschappen kom je terecht in India, ongeveer 600 jaar voor Christus, bij de taalmeester Panini (klemtoon op de Pá). Er is van hem geen afbeelding en we weten niets van zijn leven. Maar in de studie van de taal was hij een vroege grootmeester. Voor zover bekend is, ontdekte Panini als eerste dat er een vaste regelgeving (een vast patroon) bestaat in taal: de grammatica. Panini stelde een van de oudste expliciete principes op, namelijk dat alle taal recursief is.

Image by ▓▒░ TORLEY ░▒▓ on Flickr.com

Een voorbeeld van recursie in de taal is: “De man die de hond sloeg die de kat beet die achter de muis aanjoeg…” Recursief wil in dit voorbeeld zeggen dat een bijzin deel uit kan maken van een andere bijzin. “De kat die achter de muis aanjoeg,” is een bijzin van “de hond die de kat beet,” wat zelf weer een bijzin is. De opeenvolging van bijzinnen kan eindeloos doorgaan, maar blijft gebaseerd op dit grammaticale principe. Zo vond Panini er meerdere, en ontwikkelde hij een complete grammaticale beschrijving van het Sanskriet. Hij is daarmee een pionier, ver voor er op zo'n structurele wijze over taal werd nagedacht in Europa.

Die structurele wijze van denken is kenmerkend voor wetenschap. "Wetenschap begint vaak met een zoektocht naar patronen", legt Bod uit. "Wetenschappers proberen dan een verklaring voor de patronen te vinden door het opstellen van algemene principes." Deze van Panini ontstond dus in India, niet in Griekenland. En wel meer dan 25 eeuwen geleden. Daarvoor moet je “ver” denken.

Nooit stoppen

Het gaat Bod er niet om de westerse wetenschappen aan de kant te schuiven en alles wat niet-westers is op een voetstuk te plaatsen. Integendeel, het algemene beeld van de wetenschapsgeschiedenis wordt verrijkt door álles mee te nemen. Hoewel veel wetenschappen wel hun oorsprong vinden in Griekenland, moet je bronnen uit China en India en de rest van de wereld niet vergeten, is de visie van Bod.

Wetenschap bestaat overal ter wereld en is cumulatief

In zijn meest recente boek Een wereld vol patronen beschrijft Bod een brede geschiedenis van de wetenschap. Maar hij laat ook zien dat deze niet compleet is. Dat kan ook niet, want noch het archief, noch ons begrip van de bronnen is compleet. In Timboektoe zijn er bijvoorbeeld ongeveer 700.000 manuscripten over de Koran, kunst en wetenschappen nog geheel ontoegankelijk voor wetenschappers. In de wetenschap die ethnomathematics wordt genoemd onderzoekt men knopen uit verschillende culturen waarvan we de wiskundige principes nog niet begrijpen. En als er wetenschappen zijn bedreven op de Paaseilanden, dan is dat voor ons onbekend. Want de oude taal van de eilanden, Rongorongo, is nog niet ontcijferd. Een geschiedschrijving van de wetenschap waarin elk continent even sterk vertegenwoordigd is, is dus onmogelijk. Maar laten we op zijn minst ons best doen.

Leer ons op school over de héle wereld

De conclusie van Bod is: wetenschap bestaat overal ter wereld. Onze kennis is bovendien cumulatief. Ze wordt beetje bij beetje, op veel plekken op onze globe, opgebouwd. Plato en Pythagoras droegen daar aan bij, Galilei en Einstein deden dat, en zo ook Panini en 2600 jaar later Rens Bod. In een Utrecht dat maar liefst 166 nationaliteiten huist is het dus doodzonde dat we op school zo’n eenzijdig beeld voorgeschoteld krijgen.