Is de mens gemaakt voor monogamie?

Monogamie is nog altijd diep ingesleten in onze cultuur. Maar voor sommige mensen is het hebben van één romantische of seksuele partner helemaal niet zo vanzelfsprekend. Waarom hechten we zo veel waarde aan de monogame relatie en is consensuele non-monogamie nog steeds niet gangbaar?
Leestijd 3 minuten — Wo 26 april 2023
Moderne liefde

“Als we kijken naar de lichamelijke kenmerken van mensen en hun gedrag zien we over het algemeen veel adaptaties terug die ook bij andere monogame soorten te zien zijn,” is het antwoord van gedragsbioloog Tom Roth (UU) op de vraag of we van nature monogaam zijn. Een kenmerk is bijvoorbeeld de relatieve grootte van de teelballen van mensapen. Monogame soorten hebben, net als de mens, over het algemeen kleine teelballen, omdat ze niet mee hoeven te doen aan de zogenaamde spermacompetitie. Bij non-monogame diersoorten die in grotere groepen leven hebben mannetjes juist veelal grotere teelballen omdat ze mee moeten doen aan de zogenoemde spermacompetitie om het snelste sperma te hebben.

Van belang hierbij is wel om het onderscheid te maken tussen sociale en seksuele monogamie, legt Roth uit. Uit DNA-onderzoek van biologen bij verschillende vogelsoorten bleek namelijk dat de kuikens in het nest niet allemaal van dezelfde vader waren. Als het over dieren en monogamie gaat, gaat het daarom altijd om sociale monogamie: de gekozen samenlevingsvorm van deze dieren.

Nog altijd de norm

En is natuur in dit geval hetzelfde als cultuur? Monogame relaties zijn nog altijd de norm in onze maatschappij, legt sociaal wetenschapper dr. Linda Duits (UU) uit. In een samenleving die ingericht is op monogamie als de sociale norm, wordt een polyamoureuze relatie vaak in twijfel getrokken. Zo wordt als de relatie stukloopt vaak door buitenstaanders gewezen naar het polyamoureuze aspect als reden voor het uit elkaar gaan. “Maar er wordt nooit gezegd: zie je wel, monogamie werkt niet, als een monogame relatie stukloopt,” stelt Duits.

Veiligheid versus vuur

Eigenlijk willen we het allebei: de geborgenheid en stabiliteit van één vaste partner, maar ook de spanning van het avontuur die een open of polyamoureuze relatie kan bieden. “Als wij een relatie vormen met iemand vindt er psychologisch een versmelting plaats en wordt een andere relatie heel snel als bedreiging gezien,” legt sociaal psycholoog dr. Tila Pronk (TU) uit. De meeste mensen prefereren daarom uiteindelijk de veiligheid die een monogame relatie lijkt te bieden boven passie en vuur die een non-monogame relatie kan bieden. Pronk benadrukt daarbij dat dit niet wil zeggen dat non-monogame relaties onveilig zijn, integendeel: “Of een relatie veilig of onveilig voelt, heeft alles te maken met de afspraken die je maakt en de mate waaraan je je daaraan houdt.”

Uit onderzoek onder oudere mensen blijkt namelijk dat 70 procent wel eens is vreemdgegaan. Vreemdgaan wordt ook wel non-consensuele non-monogamie genoemd: je bent niet monogaam maar je hebt daar geen toestemming van je partner voor gekregen omdat deze niet hiervan op de hoogte is. Het geheime aspect, maakt het hebben van een affaire juist aantrekkelijk, legt Pronk uit. Maar is dat de enige reden waarom mensen vreemdgaan verkiezen boven consensuele non-monogamie, waarbij er dus wel afspraken worden gemaakt? “Nee, liegen blijkt ook gemakkelijker voor mensen dan het gesprek aangaan over bepaalde behoeftes en eerlijk zijn,” legt Duits uit.

Maak het bespreekbaar

De buitenwereld die andersoortige relatievormen openlijk bevraagt maakt het niet gemakkelijk voor die mensen die een non-monogame relatie hebben of aan willen gaan. En niet alleen de buitenwereld maakt het moeilijk, ook de relatievorm zelf vraagt veel. Investeren in verschillende mensen en het gesprek aan te blijven gaan over jouw behoeftes en die van de ander(en) binnen de relatie kost veel tijd en energie. Je moet dus bereid zijn om werk te verzetten. Maar volgens Pronk mag dit gesprek, als een soort APK van de relatie, sowieso niet ontbreken. “Of het nu over monogame of non-monogame relaties gaat, het gesprek voeren is bij beide van groot belang.” Juist als dit gesprek regelmatig terugkeert, geeft dit ruimte om te praten over de behoefte om de relatie te openen of in een andere vorm door te gaan.

“We moeten ook niet vergeten dat nog steeds veel mensen gelukkig zijn in een monogame relatie”, merkt Roth op. Of de norm moet en gaat veranderen is nog maar de vraag. Volgens Pronk blijft de monogame norm, als zijnde het gedrag dat door de meerderheid wordt beleefd, misschien wel altijd zo. “Ik hoop vooral dat we zoeken naar een vrijheid om te kiezen wie we willen zijn en hoe we lief willen hebben.”