Het uitsterven der roodharigen

‘Roodhaardeskundige word je’, verklaart Sistermans, ‘als het met je eigen onderzoek (naar zeldzame aandoeningen) niet zo wil vlotten.’
Leestijd 4 minuten — Wo 25 maart 2009
Broodje aap en Brood geeft energie

De lunchlezing 'Het uitsterven der roodharigen' op 25 maart 2009, wordt door dr. Erik Sistermans begonnen met een uitleg over zijn benoeming tot roodhaardeskundige een aantal jaar geleden. Of zijn benoeming terecht is, moet vandaag blijken. Leuk is het wel. Tenminste als je in programma's als Willem Wever mag komen. Minder leuk is het als je uitspraken uit hun verband worden getrokken. Duidelijk mag in elk geval wel zijn, volgens Sistermans, dat het onderwerp van vandaag 'Het uitsterven der roodharigen' geen broodje aap, maar zelfs een broodje orang-oetang is!

Waar komt het rode haar vandaan? De allereerste die over rood haar schrijft is Tacitus. Tacitus beschreef de Picten als mannen met rood haar en grote ledematen.

Door de tijd heen is op verschillende terreinen rood haar een inspiratiebron geweest. Er zijn vele verschillende associaties aan rood haar verbonden, welke overigens niet wetenschappelijk zijn aangetoond. In bijvoorbeeld de bijbelse kunst is Judas vaak met rood haar afgebeeld. Hierdoor wordt rood haar geassocieerd met agressie en onbetrouwbaarheid. In de muziek wordt rood haar veelal gerelateerd aan seksuele losbandigheid, zoals het nummer 'Meisjes met rode haren' van Arne Janssen goed illustreert. Ook in de literatuur is rood haar veelvuldig terug te vinden met verschillende associaties. Echter, buiten deze verschillende associaties om wordt rood haar ook vaak gebruikt omdat het gewoon mooi wordt gevonden.

Internet is een fantastische bron voor rood haar. Er zijn veel websites te vinden die vol staan met pseudo-wetenschappelijke feiten. Sommige zijn waar, maar de meeste zijn volstrekte onzin. Wetenschappelijk is er echter weinig onderzoek gedaan naar rood haar (in relatie tot andere eigenschappen). En de validatie van veel van deze onderzoeken is twijfelachtig, ze spreken elkaar tegen of zijn uitgevoerd met een te kleine onderzoeksgroep. Zo is er onderzoek gedaan naar de pijngrens van roodharigen ten opzichte van niet roodharigen en het effect van pijnstillers/anesthetica bij roodharigen. Het eerste onderzoek kwam tot de conclusie datroodharigen een lagere pijngrens hebben. Het tweede onderzoek wees uit dat zij juist een hogere pijngrens hebben.

Voor beantwoording van de kernvraag 'Sterft rood haar uit?' moeten we de genetica in duiken. Elke lichaamscel bevat een celkern waarin het DNA in de vorm van chromosomen is opgeslagen. Van beide ouders heeft ieder individu 23 chromosomen overgeërfd. In totaal heeft ieder mens dus 46 chromosomen, ook wel 23 chromosomen paren. Deze chromosomen, een soort wormpjes in een X-vorm, bevatten DNA moleculen die hoofdstukjes met informatie vormen, de genen. In totaal heeft elk mens ongeveer 20.000 genen en een van deze genen is verantwoordelijk voor het rode haar.

DNA wordt omgezet in eiwitten die in het lichaam allerlei functies vervullen. Eiwitten zijn betrokken bij chemische omzettingen, communicatie, transport, regulatie en structuur. Een fout in het DNA, een mutatie, leidt tot productie van verkeerde eiwitten, die daardoor hun functie anders of niet uitvoeren.

De DNA-diagnostiek, het vakgebied van Sistermans, kijkt op moleculair niveau naar de bouwstenen van DNA: de basenparen. Het kijkt naar veranderingen, mutaties, in genen van patiënten en genen van gezonde personen op moleculair niveau, wat de aanmaak van een fout eiwit kan verklaren.

Het MC1R (Melanocortine 1 Receptor) gen is betrokken bij haarkleur. Dit gen is verantwoordelijk voor de productie van het eiwit eumalonine, een bruine kleurstof, die in de hersenen wordt uitgescheiden. Bij roodharigen zit er een mutatie in dit gen. Zij kunnen geen of minder bruine kleurstof maken. In plaats van eumaline wordt bij hen pheomelanine geproduceerd. Dit geeft een rood/oranje kleur.

Er zijn in totaal zeven soorten mutaties in dit gen bekend. Deze zijn ontstaan door de verschillende spreidingsgebieden waarin van de mutaties. Hierdoor worden de verschillen in rood haar verklaard. De één is roder dan de ander. De één meer oranje dan de ander et cetera.

Maar verdwijnt deze mutatie en daarmee het rode haar? Voor beantwoording van deze vraag moeten we terug naar 1866. Terug naar Mendel, de grondlegger van overerving. Bij overerving is één eigenschap van genen van belang: dominant versus recessief. Het gen voor rood haar is recessief. Dit wil zeggen dat je twee recessieve genen, van elke ouder één, moet hebben om rood haar tot expressie te laten komen. Als één dominant gen, bijvoorbeeld voor bruin haar, aanwezig is, wordt het gen voor rood haar al weggedrukt en gewoon eumaline aangemaakt.

Doordat rood haar alleen tot expressie komt in de aanwezigheid van twee recessieve genen zou in theorie rood haar kunnen uitsterven. De toename van het aantal immigranten kan hier aanleiding toe zijn. Zij komen uit een andere regio, waar de mutatie minder voorkomt. Inmenging van deze immigranten met de autochtone bevolking resulteert logischerwijs in minder roodharigen. Echter, het gen verdwijnt niet uit de populatie. Het is alleen niet zichtbaar. Soms komen de genen weer bij elkaar – twee recessieve genen in één individu. Rood haar zal dus minder voorkomen, maar zal niet uitsterven. Daarnaast is er ook nog kans op positieve selectie. Doordat rood haar steeds zeldzamer wordt, wordt het steeds gewilder (en mooier gevonden) en kan er bewust geselecteerd worden! Bang voor uitsterving hoeven we dus zeker niet te zijn.