De tijd dringt

Wat is tijd?
Leestijd 4 minuten — Wo 28 oktober 2009
Oefening baart kunst

Tijd is een filosofisch thema bij uitstek, dat ook in de voorgaande lezingen uit de serie Oefening baart kunst af en toe voorbij kwam. Joke J. Hermsen, schrijfster en filosofe schreef een boek getiteld Stil de tijd. Pleidooi voor een langzame toekomst, waarin zij onze huidige omgang met de tijd onder de loep neemt en daar een filosofisch antwoord op formuleert. Want hoewel de tijd gewoon verstrijkt, is het omgaan met de tijd iets wat je wel degelijk kan leren – en af kan leren.

Twee soorten tijd
Wat is tijd? Het is de eerste vraag die opkomt bij het denken over tijd, een vraag waarop geen makkelijk antwoord te geven is. Tijd, zo legt Hermsen uit, is voor de één 'maatstaf voor verandering', voor de ander juist de 'interval in de beweging'; tijd is 'eeuwig en onvergankelijk' of juist 'relatief en eindig'.

Hermsens uitgangspunt is het bestaan van twee verschillende soorten tijd, waarmee ze de Franse filosoof Henri Bergson volgt. Sinds de invoering van de standaard Greenwichtijd leven we steeds meer naar de klok, aldus Hermsen. De innerlijke ervaring van tijd is naar de achtergrond verdreven. De invoering van de standaardtijd wijst erop dat de kloktijd in feite gewoon een afspraak is. Een afspraak die heeft geleid tot een drukke levensstijl en een verlies van onze persoonlijke, innerlijke tijd.

De kloktijd is een abstract en sociaal instrument, handig om afspraken te maken en de wereld draaiende te houden. Stap je echter uit die wereld, dan kom je in een andere tijd terecht. Dat merk je bijvoorbeeld op vakantie op het platteland, waar je leeft naar de klok van de natuur. Juist door het voortkabbelen van de tijd ontstaat er dan ruimte voor gedachten, herinneringen en dromen.

Geen tijd
Het is belangrijk om bij deze 'innerlijke' tijd stil te staan. Er is maar weinig aandacht voor, omdat ze niet met economisch rendement te maken heeft. Integendeel, deze tijd draait om menselijkheid, geweten, vrijheid. Hermsen benadrukt dat ze niet wil stellen dat de twee tijden voor elkaar worden ingeruild, maar dat het evenwicht tussen de twee hersteld moet worden. Het evenwicht is sinds begin twintigste eeuw verstoord geraakt door de opkomst van de grote industrieën en vaste werktijden in de fabriek. Natuurlijk, de fabriekstijd geeft ons ook vrije tijd. Maar hoewel we enorm gericht zijn op vrije tijd, is die in feite nooit vrij: we plannen die helemaal vol met allerlei activiteiten.

Zo ontstaat de indruk dat we geen tijd meer hebben, ondanks alle tijdbesparende technologieën waar we ons mee omringen. In plaats van tijd te besparen, jagen die uitvindingen ons eerder op. Ook ervaren we dat we steeds te weinig tijd hebben: tijd is een schaarsteproduct geworden. Niet alleen persoonlijk, maar ook op grote schaal: de tijd dringt voor bijvoorbeeld het klimaat en de wereldbevolking als geheel.

Tijd voor bezinning
Wat is daar nu erg aan, waarom is deze omgang met de tijd een filosofisch probleem? Allereerst is het een punt dat in de geschiedenis van de filosofie steeds terugkomt. Voor Augustinus was tijd nodig om de ziel peilen. Rust houden en niets doen waren ooit de voorwaarde van beschaving – en dus niet de voortdurende economische groei die we nu als beschaving zien. Plato zag het als taak van een staatshoofd om de rust te waarborgen, het is de tiran die zijn volk permanent aan het werk houdt, en dus af van bezinning, reflectie en kennis. Als je jezelf geen tijd gunt, leidt dat tot vervreemding en vergetelheid, ten opzichte van het ik, de ander en de wereld.

De instelling van de economische tijd leidt wel tot meer welvaart, maar vanwege het gebrek aan bezinning ook tot verregaand individualisme en existentiële eenzaamheid. Moderne aandoeningen als depressie, burnout, ADHD hangen volgens Hermsen hiermee samen. Het is haar volle overtuiging dat we op een andere manier over tijd na moeten gaan denken als we hier iets aan willen doen.

Ware tijd
Wat is daar voor nodig? Allereerst om het gevoel voor 'tijd als duur' zoals beschreven door Bergson opnieuw te ontwikkelen. De 'ware tijd' is dynamisch en vloeiend is en staat tegenover de statische en ruimtelijke kloktijd die is opgedeeld in meetbare stukjes. Hoe komen we met die ware tijd in aanraking? Door te mijmeren, dagdromen, kortom, het lichaam niet op handelen te richten. 'Effectief op de bank liggen,' zoals een tijdschrift het in een interview met Joke Hermsen verwoordde. De tijd als duur kunnen we ook ervaren als we ons concentreren op ons verleden: het verleden is niet afgesloten, maar vloeit uit naar het heden en het verleden. Door de ware tijd toe te laten komt er ruimte voor onbewuste, spontane herinneringen – waar Proust veel over heeft geschreven. In deze zin draagt de tijd als duur de vrijheid van denken in zich.

Er wordt veel gesproken over 'consuminderen' en 'onthaasten', ook in de politiek. Is dat niet voldoende? Is het echt nodig dat kunst en filosofie zo diepzinnig en abstract hierover doen? Ja, zegt Hermsen, Het gaat niet om het winnen van kloktijd, maar om een existentiële analyse van vervreemding en vrijheid. Wie ben je zelf als je leeft in een door economie en consumentisme geregeerde wereld? Hoe kun je jezelf leren kennen? Om hier antwoorden op te vinden, blijvende antwoorden, is het belangrijk om de omgang met tijd te veranderen, door de twee soorten tijd meer in balans te brengen. Hermsen pleit zelfs voor aandacht voor rust in de politiek. Waar is het oude ideaal van de 25-urige werkweek gebleven? Alle partijen, van links tot rechts, hebben het alleen maar over werk, meer werk en nog meer werk. Een fundamenteel debat over tijd wordt niet gevoerd.

Beeldessay
Een beeldessay sluit de lezing af: een korte film die Hermsen maakte samen met Jaap de Jonge en die ook op de website van Joke J. Hermsen te zien zal zijn. Juist in de poëzie, muziek en beeldende kunst kan de ervaring van de vloeiende, ware tijd uitgedrukt worden. Een beeld kan de intuïtie opwekken en de ervaring van tijd opwekken. Daarvoor is een logisch betoog alleen niet genoeg. Denkend voelen en voelend denken moeten samenkomen. Henri Bergson noemde de kloktijd de tijd die we hebben, terwijl de innerlijke tijd de tijd is die we zijn. Die laatste is niet te meten, die moet je ervaren. Daarom is ze beter in kunst uit te drukken dan in een rationeel betoog.