De noodzaak van morele reflectie

In de ideale staat weten kinderen niet wie hun ouders zijn; de mannen delen alle emoties, opvattingen, vrouwen, kinderen en goederen met elkaar.
Leestijd 3 minuten — Di 8 februari 2011
Vrijheid en verplichting

Rechtvaardigheid in de staat houdt in dat iedereen doet waar hij het best geschikt voor is. Verder ontvangen de bestuurders van de staat, de hoogste klasse, geen maandelijks salaris op hun rekening naar Balkenendenorm en is het voor hen niet toegestaan om enige rijkdom te bezitten. Bestuurders zullen een hoge leeftijd hebben, niet omdat ze langstudeerders zijn, maar omdat ze eerst hun opgang hebben moeten maken naar ware kennis; vanaf vijftig jaar komen de besten in aanmerking voor de regering.

Dit klinkt niet allemaal ideaal, maar het is noodzakelijk om corruptie en nepotisme in de samenleving te voorkomen. De ideale staatsinrichting - volgens Plato dan. Prof. dr. mr. Herman Philipse sprak in zijn eerste lezing voor de serie Vrijheid en verplichting over wijsgerige ethiek bij Plato. Hoe je die bestuurders dan zo ver krijgt om zonder beloning te werken, was een voor de hand liggende vraag uit de zaal.

We hebben allemaal onze ideeën over wat goed en slecht is. Ieder mens heeft morele overtuigingen, waar verschillende, soms tegenstrijdige waarden, aan ten grondslag liggen. De morele overtuigingen zijn vaak niet gesystematiseerd, zij komen tot uiting in ons gedrag. De ethiek houdt zich bezig met de systematisering van morele waarden.

Er zijn verschillende visies op de geschiedenis van de ethiek. Opvallend is dat het merendeel daarvan ervan uitgaan dat terugblikken op de oude filosofen nutteloos is. Het 'radicaal vooruitgangsgeloof' beschouwt ethiek net als de natuurwetenschap als kennis die kan verouderen. Het 'radicaal relativisme' heeft als uitgangspunt dat ethische problemen in tijd en plaats onvergelijkbaar zijn door de enorme onderlinge verschillen. Daar tegenover staat de visie 'overeenkomst en verscheidenheid' die het als toegevoegde waarde ziet om te kijken naar de grote filosofen en met hen in gesprek te gaan. Deze benadrukt dat er de afgelopen 2500 jaar niet extreem veel is veranderd; we zijn precies als Plato, ondanks de culturele verschillen, we krijgen tegenwoordig alleen wat meer assistentie van diverse hulpmiddelen.

Plato vond dat je eerst de zaken in het groot moet beschouwen om vervolgens iets over de mens te kunnen zeggen. Daarom begint hij met een beschrijving van de ideale staat. Die schets toont aan dat 2500 jaar geleden ethische vragen al speelden. Wat is rechtvaardigheid? Hoe richten we de maatschappij rechtvaardig in? Volgens Philipse zouden veel van de stukken van Plato gisteren geschreven kunnen zijn, zo leesbaar en actueel zijn ze. Zonder het publiek wéér lastig te vallen met 'de toestanden in Egypte' – dat gebeurt al genoeg in het nieuws - wil Philipse meegeven dat we ons ook hierin kunnen laten inspireren door de oude filosofen. Plato bracht al verschillende staatsvormen in kaart, om precies te zijn vijf, en heeft deze geordend in volgorde van degeneratie. Philipse maakt daarnaast duidelijk dat de oorzaak van de problemen in Egypte deels ligt in de behoefte aan vrijheid en dus betrekking heeft op de staatsinrichting. Een groot deel van de oorzaak is echter ook in de mondiale economie te vinden; in die zin heeft 'Egypte' de kenmerken van een voedseloorlog.

In onze maatschappij bezit de mens voornamelijk schijnkennis, niemand weet hoe zaken daadwerkelijk in elkaar steken. De oorzaak hiervan is te vinden in de verschijningsvorm van kennis in onze samenleving; deze bestaat voornamelijk uit manipulatieve kennis in plaats van uit objectieve informatie. In programma's als Pauw & Witteman worden voornamelijk grapjes gemaakt en ook het hedendaags populisme heeft zo zijn invloed. Dit zien we ook terug in de grote aantallen PR-mensen in vergelijking met het dalende aantal onderzoeksjournalisten. Plato benadrukt juist het belang van ware kennis; het kunnen onderscheiden van 'meningen' en 'kennis'. Om dit te verduidelijken heeft Plato de allegorie van de grot bedacht; de oplossing om kennis van het goede te krijgen is door uit de grot te treden en in het zonlicht te kijken. Dit is ook wat een filosoof volgens Plato typeert; dat is niet gewoon iemand die nieuwsgierig is naar waarheid, maar wel iemand die 'het zien van de waarheid' liefheeft.

Philipse geeft aan dat in de huidige tijd van complexe problemen en uitdagingen morele reflectie noodzakelijk is. We hebben te maken met een veelheid aan morele dilemma's, denk hierbij aan vraagstukken omtrent de uitputting en overbevolking van de aarde. Hierbij rijst de vraag in welke mate de mens hiertegen is opgewassen en in staat is om hierin samen te werken. Bij het innemen van morele standpunten zijn twee zaken essentieel. Enerzijds is er feitenkennis nodig; om tot een oordeel te komen omtrent embryoselectie bijvoorbeeld, moet alle mogelijke kennis binnen bereik zijn om zo ook alternatieven tegen elkaar af te kunnen wegen. Anderzijds is het noodzakelijk afstand te nemen van het dagelijkse leven. Dit doel tracht Herman Philipse ook te bereiken middels deze colleges; afstand nemen door in gesprek te gaan met de oude filosofen die ons een spiegel kunnen voorhouden.

Volgende week spreekt Philipse over Aristoteles. Alle lezingen worden opgenomen, kijk de lezing van gisteren hier terug.