Wanneer gaat er een lampje branden?

Genialiteit is '99 % transpiratie en 1% inspiratie' aldus Thomas Alva Edison, uitvinder van de gloeilamp, over de rol van toeval in de wetenschap.
Leestijd 2 minuten — Di 21 augustus 2012

Deze rol is dus niet zo groot, maar soms zijn er gevallen waarbij toevallige gebeurtenissen leiden tot een (beroemde) ontdekking. Zoals de vallende appel in de boomgaard die Newton op het spoor van de zwaartekracht zette. Hoe ontstaan in het algemeen de ontdekkingen in de wetenschap dan wel? Dit legt dr. Jaap Bos, universitair docent Algemene Sociale Wetenschappen aan de UU, uit in zijn artikel 'Briljant! Hoe kom je erop?' in de Academische boekengids.

Aan de hand van het boek Psychologie van de wetenschap - creativiteit, serendipiteit, de persoonlijke factor en de sociale context, dat werd geschreven door Pieter J. van Strien, laat Bos zien dat wetenschappelijke innovaties niet alleen tot stand komen door een geniaal individu, maar dat de sociale omgeving een grotere rol kan spelen dan je misschien zou verwachten. Zo was Edison eigenlijk niet de uitvinder van de gloeilamp, anderen gingen hem reeds voor, maar hij wist hen voorbij te streven omdat hij de lampen goedkoop kon produceren, distribueren en aan de man brengen. Edison was een beroepsuitvinder, hij had in de VS al meer dan 1000 patenten op zijn naam staan, waaronder die voor de grammofoonplaat en de telegraaf. Toch was zijn werk niet altijd zo succesvol getuige zijn uitspraak: "Ik heb niet gefaald, ik heb gewoon 10.000 manieren gevonden die niet werken". Wetenschap is toch ook van een kwestie van trial and error.

Meer weten over dr. Jaap Bos? Hij sprak bij Studium Generale over prof. dr. Martinus Jan Langeveld, de Utrechts pedagoog waarover hij een biografie schreef. Ook verzorgde hij de introductie bij de vertoning van Hitchcock's meesterwerk The Birds, waarin hij spreekt de onverklaarbare aantrekkingskracht van de film. Bekijk zijn verhaal hier terug.