Vechten tegen de utopie

Mark Rutte en Diederik Samson waren het na de verkiezingen snel eens over een regeerakkoord. Best bijzonder, gezien het feit dat beider politieke idealen ver uit elkaar liggen.
Leestijd 3 minuten — Di 13 november 2012

Hadden ze common ground gevonden of zijn ze simpelweg gaan 'uitruilen'? Als we de media mogen geloven is het dat laatste. Misschien zijn Samson en Rutte wel producten van de pragmatische generatie, geboren in de periode 1971-1985, en vooral gericht op het versnellen van leer- en besluitvormingsprocessen. Hiermee staan ze haaks op de vele linkse politieke partijen die opkwamen in de jaren '70, opgericht door mensen die geloofden in een utopie, oftewel een blauwdruk voor een ideale samenleving. Van al deze partijen bleef alleen de SP overeind. De SP kwam voort uit de maoïstische beweging, maar onderging langzaam een ideologische verandering, was dat soms de reden voor succes? Want een utopie, wie durft daar tegenwoordig nog in te geloven? Tijdens de derde lezing in de reeks Tegendenkers ging SP-er dr. Ronald van Raak in discussie met denker des vaderlands, prof. dr. Hans Achterhuis, over de grenzen van de utopie.

De utopie bij het grofvuil
Hans Achterhuis kwam er al vroeg achter dat een utopie niks voor hem is, hij las in zijn jongere jaren het boek Ecotopia, over een ideale groene wereld waarin alle mensen harmonieus samenleven. Dat betekent dat iedereen het goede doet en dus ongeveer hetzelfde is. In utopische verhalen zijn geen mensenrechten nodig, er zijn geen instituties meer. Dat is geen droom, maar een nachtmerrie, in de ogen van Achterhuis. Volgens hem zijn er dan ook geen spanningen tussen idealen en dat is onwenselijk, en belangrijker: onmogelijk. Er zijn altijd tegenstrijdige idealen, in de politiek, tussen mensen, en zelfs de idealen van een enkel individu kunnen clashen. Achterhuis vindt de utopische belofte een “schitterend nieuw gewaad”. Hij geeft de voorkeur aan een verstelde broek. Een metafoor voor een samenleving die met een paar morele principes, die misschien wat versleten en saai zijn, wordt opgelapt. De utopie moet volgens hem zowel in de praktijk als theoretisch verdwijnen: een partij als de SP zal dus ook op papier meer afstand moeten nemen van het ideologisch erfgoed.

De rechtse utopie
Volgens Ronald van Raak is het ook geen schitterend gewaad dat de SP de kiezers voorhoudt, maar “een lekkere broek". De SP ziet allang geen horizon meer, waarachter alles beter is. Die verdween toen de SP'ers van het eerste uur de deuren langs gingen om de mensen te overtuigen met verhalen, pas toen zij met concrete ideeën kwamen om te strijden voor bijvoorbeeld woningonderhoud en zorg voor ouderen kregen zij voet aan de grond. Volgens hem is die instelling in de huidige politiek geheel verdwenen, beleid komt binnen via de achterdeur. De regerende partijen laten zich leiden door marktwerking, zij maken keuzes die gebaseerd zijn op puur economische argumenten. Het pragmatisme sloop ook binnen bij de de PvdA. De politicus werd daar een manager en onze samenleving werd een BV. We leven in een tijd waar de utopie niet van links komt, maar van rechts, de utopie van de vrije markt. En die is voor alle politici verleidelijk: Wat is er mooier voor een bestuurder dan dat de markt zijn problemen zal oplossen? Dat een onzichtbare hand van vraag en aanbod als vanzelf leidt tot de beste maatschappij? Alleen de homo economicus bestaat niet, net zo min als de onzichtbare hand. En daar schuilt volgens van Raak het gevaar.

Wat is goed en wat is slecht?
Achterhuis beaamt dat de politiek in de greep is van de vrije markt, en dat deze een utopie is. Niet voor niks schreef hij het boek De utopie van de vrije markt. Al blijft hij er bij dat linkse utopieën gevaarlijker zijn, omdat er alleen 'goede nieuwe mensen' overblijven, die zich conformeren naar een uniform ideaal. Toch kunnen mensen er door geïnspireerd raken, zonder utopie zouden de arbeiders in de 19de eeuw volgens hem nooit de straat op zijn gegaan, zij vochten voor een betere wereld. Van Raak is het daar niet helemaal mee eens, die mensen gingen de straat op voor basale zaken zoals brood en zorg. Een utopie is geen bedenksel, zolang het toetsbaar is, als het staat voor wat de mensen willen. Maar in hoeverre is het haalbaar alle deuren in Nederland langs te gaan? 17 miljoen mensen, met allen een eigen mening, niet altijd even gefundeerd. Hoe kun je zonder uitgesproken idealen en collectieve actie problemen overwinnen? Zodat burgers niet alleen voor hun eigen, maar voor het algemeen belang kiezen. Daar gingen de beide sprekers niet op in. Jammer, want Samson en Rutte luisterden naar de morrende burgers en achterban. Ze moesten een nieuw akkoord bereiken, maar wat als men het er straks weer niet mee eens is? Iedereen tevreden stellen, dat is pas een utopie.

De gehele lezing is hier terug te kijken. Op 17 december is de laatste Tegendenkers lezing, dan zal prof. dr. Evelien Tonkens in discussie gaan met Hans Achterhuis over de slimste aan de macht: meritocratie.