Omstreden wet

Kan 'religieuze vrijheid' aanzetten tot discriminatie?
Leestijd 1 minuut — Di 7 april 2015

De Amerikaanse staat Indiana voerde recent een omstreden wet in die burgers, kerken en bedrijven 'religieuze vrijheid' garandeert. Dat betekent in de praktijk dat bakkers mogen weigeren bruidstaarten te bakken voor homoseksuelen, dat een huisbaas mag weigeren transgenders een kamer te verhuren, of dat een groot bedrijf werknemers niet hoeft te verzekeren voor anti-conceptie. Vele prominente Amerikanen hebben zich publiekelijk uitgesproken tegen de wet en ook toeristen lijken de staat te gaan mijden. Wetgevers blijven volhouden dat deze wet bedoeld is om de vrijheid van gelovigen te beschermen. Toch zien velen het als een reactie op de snel toenemende culturele vrijheid in de vorm van tolerantie ten aanzien van homoseksualiteit, abortus en seks voor het huwelijk. Juriste prof. mr. Jenny Goldschmidt (Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten, UU) sprak in de serie 'Verkenners in de wetenschap' over de afweging universele mensenrechten versus individuele en culturele diversiteit. Als voorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling oordeelde zij over de islamitische werknemer van een school die vrouwen weigeren de hand te schudden. Hoe kom je tot zo'n oordeel? Zijn er grenzen aan diversiteit? Bekijk 'Discriminatie vs. gelijkheid'.