Poeponderzoek

Wat poep zegt over ons dieet. Onderzoek toont aan: de ene drol is de andere niet.
Leestijd 1 minuut — Di 29 maart 2016

Poeren in poep om meer te weten te komen over ons eigen dieet? Dat is wat de Leidse bioloog antropoloog Stephanie Schnorr deed met een speciaal ontwikkelde maag-darmmachine. Zij verzamelde en onderzocht poep en voedsel van de Hadza, een modern jagers-verzamelaarsvolk uit Tanzania. Hadza eten voornamelijk knollen en Schnorr ontdekte dat de darmflora van dit inheemse volk sterk verschilt van die van de westerse mens. Zo kwam ze darmbacteriën tegen die complexe suikerketens kunnen afbreken die Europeanen niet hebben. De Hadza kunnen dus veel beter knollen verwerken dan dat wij dat zouden kunnen. Is dit oerdieet dan beter dan dat van ons?

Het paleodieet en superfoods bestaande uit noten, kolen en ander 'oervoedsel' is afgelopen jaren opgekomen. In de lezing Je dieet natuurlijk legt prof. Jaap Seidell uit dat er niet veel mis is met deze producten, maar dat ze niet beter zijn dan een meer regulier gezond dieet. Bovendien zijn de groente, graan en vlees van nu niet te vergelijken met die in het paleolithicum. Een paleodieet is dus niet noodzakelijk om overgewicht en welvaartsziekten tegen te gaan.

De vraag is hoe we ook zorg kunnen dragen voor gezonde voeding in de toekomst. Bij het focusgebied Future Food Utrecht werken onderzoekers van de Universiteit Utrecht aan oplossingen voor de voeding van de toekomstige generaties. Wat en hoe zij onderzoek doen, lees je hier.