Waarom we het moeten hebben over discriminatie en racisme in de zorg

De politie, de Belastingdienst en het onderwijs liggen sinds de recente antiracistische protesten onder een vergrootglas. Maar hoe zit het met discriminatie in de medische wereld?
Leestijd 3 minuten — Di 3 november 2020
Science Café Utrecht

Stel je bent door de selectieprocedure van de studie geneeskunde heen. Je bent één van de honderd eerstejaars studenten en hebt zin om aan de slag te gaan. Na het eerste examen ben je nog met vijftig medestudenten over. In de jaren die volgen, vallen er in totaal nog eens 25 studenten af. Het lukt je na zes jaar de eindstreep te halen en met een diploma op zak probeer je een opleidingsplek tot medisch specialist te bemachtigen. Niet gemakkelijk, de concurrentie is groot en veel van je medestudenten hebben de afgelopen jaren hard aan hun CV gewerkt. Na een aantal sollicitaties heb je toch een plek te pakken, je bent weer een stapje verder in je carrière.

Op het eerste gezicht is dit verhaal niet heel erg opvallend. Bij elke studie vallen er gaandeweg studenten af en niet iedereen vindt daarna zijn droomplek. Maar voor studenten met een migratieachtergrond blijkt de uitval een stuk groter en die droomplek een stuk minder haalbaar: van de gemiddeld twintig procent afgestudeerden vinden er bijvoorbeeld maar een kleine vier procent een opleidingsplek tot medisch specialist. "Dat is een enorme leaky pipe line", benadrukt hoofddocent biomedische wetenschappen en Senior Fellow on Inclusive Education dr. Gönül Dilaver (UU/UMC Utrecht) tijdens het Science Café van maandag 26 oktober. En dat heeft alles te maken met vooroordelen en discriminatie in de medische wereld.

Koffie halen

Samen met kinderarts dr. Jamiu Busari (Maastricht University) en huisarts prof. dr. Maria van den Muijsenbergh (Radboudumc) ging Gönül Dilaver in gesprek over de witte medische blik. Kern van de avond: discriminatie en racisme in de medische wereld staan goed onderwijs, goede zorg en goed onderzoek in de weg. Zo gaan lesboeken vrijwel volledig uit van een witte mannelijke patiënt van middelbare leeftijd, terwijl bepaalde huidziektes er bijvoorbeeld anders uitzien op een zwarte huid. Bovendien hebben studenten en artsen in opleiding met een migratieachtergrond veel vaker te maken met vooroordelen en microagressions, kleine alledaagse kwetsende bejegeningen.

Dilaver: "Een student vertelde mij dat hij tijdens een operatie een keer gevraagd werd door een docent of zijn ouders ook Erdoğan-stemmers waren. Een andere student kreeg de vraag of ze koffie wilde halen omdat ze dat toch wel gewend was. Dat soort opmerkingen maken je kwetsbaar en zorgen ervoor dat je je niet thuis voelt. En dat staat je carrière in de weg." Allemaal voorbeelden die bijdragen aan de spreekwoordelijke leaky pipe line: uitval onder studenten en artsen in opleiding, waardoor er in verhouding veel minder artsen en hoogleraren met een migratieachtergrond in Nederland zijn.

Gevoelig

Hoe zit het dan met discriminatie in de behandelkamer? Busari en Van den Muijsenbergh sommen een hele rits vooroordelen op. Onder artsen heerst er bijvoorbeeld vaak het idee dat patiënten die de Nederlandse taal minder goed beheersen laag opgeleid zijn, of de arts minder goed begrijpen. Vrouwen met een migratieachtergrond krijgen minder snel pijnbestrijding bij een bevalling omdat ze de pijn overdrijven, ze zijn immers wat theatraler. En er bestaat het hardnekkige idee dat de meeste mensen met een migratieachtergrond liever niet willen meebeslissen over hun eigen zorg. Allemaal onjuist en kwalijk, maar moeilijk om daarover het gesprek aan te gaan met collega's. Van den Muijsenbergh: "Artsen zijn enorm snel beledigd, in Nederland ligt dit onderwerp heel gevoelig. Daarbij is er maar weinig onderzoek naar gedaan, waardoor ze het makkelijk kunnen wegwuiven." En toch is collega’s hierop wijzen de enige manier, volgens Busari: "Negeer dit soort opmerkingen niet met het idee dat het vanzelf weggaat. Zeg er wat van."

Onderdeel van het probleem

De moord op George Floyd afgelopen mei en de Black Lives Matter-protesten die hierop volgden hebben het probleem van racisme in Nederland mede op de kaart gezet. Busari: "Ik ben twintig jaar stil gebleven, maar er is nu een kans gecreëerd om er iets van te zeggen." Hoe kunnen we dit oplossen? Dilaver: "Zorg dat studenten geselecteerd worden op basis van gelijkwaardigheid en niet op gelijkheid als ze solliciteren op een opleidingsplek. Zorg ervoor dat je als universiteit en zorgverleners bias-trainingen aanbiedt, maak discriminatie en racisme bespreekbaar en kijk vooral wat diversiteit kan bijdragen." Van den Muijsenbergh: "Kijk naar de persoon die je tegenover je hebt, wees nieuwsgierig en je bewust van je eigen privilege als arts. Behandel de patiënt zoals je zelf behandeld zou willen worden." Of zoals Busari mooi concludeert: "We moeten accepteren dat we allemaal onderdeel van dit probleem zijn. Er is racisme, er is discriminatie. Dankzij racisme en discriminatie ben ik geworden wie ik ben vandaag. Vind ik dat leuk? Nee, maar aan het eind van de dag gebruik ik het ook om kansen te creëren voor anderen. We moeten ophouden voorzichtig te zijn en elkaar de vraag stellen welke verandering we willen. Dan kunnen we een stap verder komen."