Het redden van de biodiversiteit begint op je bord

Het wordt steeds duidelijker hoe zwaar de natuur lijdt om ons van voldoende voedsel te voorzien. Wat kan er anders in onze voedselvoorziening om de biodiversiteit te redden?
Leestijd 3 minuten — Di 19 april 2022
Weet wat je eet

Zitten we echt in een biodiversiteitscrisis? Volgens The Living Planet Index is dat zeker het geval; tussen 1970 en 2016 was er namelijk een afname van 68% van de gemonitorde dierpopulaties. Nooit eerder ging de achteruitgang zo snel als nu. Een voorbeeld zijn de orang-oetans in Borneo die verdwijnen door boskap voor palmolieplantages. En dit is nog maar het topje van de ijsberg. Wereldwijd heeft ons menselijk handelen in de natuur desastreuze gevolgen.

Menselijk handelen? Wij zijn hier als mens inderdaad schuldig aan. De uitbreiding van landbouw heeft hier een groot aandeel in. Voor het ontwikkelen van landbouwgrond worden namelijk bossen gekapt of zelfs verbrand om vervolgens zo veel mogelijk voedsel te verbouwen op een klein oppervlak. Dit zogeheten landsparing is voor boeren efficiënt want het is goedkoper en er blijft meer ruimte over voor wildernis om te groeien. Een dubbele moraal: want je laat eerst iets verdwijnen om het vervolgens weer opnieuw op te bouwen. Volgens ecoloog dr. Pita Verweij (UU) is landsharing daarom ook een optie. In dit geval combineer je verschillende florafuncties met elkaar. Denk bijvoorbeeld aan voedselbossen die in Nederland steeds vaker starten. Deze bossen zijn in de kern natuurlijke bossen die zijn opgebouwd uit eetbare planten, bomen en struiken. Ze zijn dus specifiek gericht op duurzame voedselproductie. Voor beide mogelijkheden is iets te zeggen: kies je voor het efficient omgaan met de ruimte of vruchtbare grond?

(On)kruid vergaat niet?

Bij een voedselbos denk je misschien aan veel wildgroei. Dat is zeker waar maar het wordt goed onderhouden: gewassen worden gevoed en onkruid wordt netjes weggehaald. Maar is dat wel nodig? Het idee dat onkruid ‘slecht’ is wordt bij ons als mensen er al van jongs af aan ingeprent, vertelt botanisch filosoof Norbert Peters (LEI). Het woord zegt het al: on-kruid. We vinden het geen kruid, het woord ‘on’ wekt de suggestie dat het niet mag bestaan. Wij weten niet beter dan dat onkruid planten zijn op de verkeerde plaats. We willen er daarom van af en gaan aan de slag met een schoffel.

Schrijver en journalist Michael Pollan zegt het volgende: wieden is letterlijk cultuur toepassen op de natuur. Strakke straten met rechte tegels waar geen sprietje onkruid te zien is, is het ideaalbeeld. Maar wat zegt dat eigenlijk? De grond is, door het bestraten, hoogstwaarschijnlijk niet vruchtbaar genoeg meer waardoor er totaal geen wildgroei is. En het onkruid dat er wel is, dat we vervolgens wieden, blijft opkomen omdat we het blijven verwijderen. We houden ons eigen onkruid, de vijand, zelf in stand.

Groen bord

Eigenlijk is onkruid zo slecht nog niet want we hebben het nodig om biodiversiteit te creëren. Mooie vlinders verschijnen bijvoorbeeld alleen als er brandnetels te vinden zijn in het park. Of plant brandnetels zelf in je tuin en ga ermee aan de slag in de keuken. Om de biodiversiteitscrisis uit de weg te gaan, moeten we stemmen met ons bord. Wij als consument hebben namelijk ook macht in handen. Volgens Pita Verweij zijn er naast zelfvoorzienend worden ook andere manieren om de biodiversiteit te bevorderen. Eet zo min mogelijk vlees, kies biologisch, lokaal en seizoensgebonden. Beperk zover je kan voedselafval en maak gebruik van voedsel van struiken en bomen. Dus misschien ben jij binnenkort wel te vinden in een voedselbos in plaats van de supermarkt?