Wetenschappers maken het journalisten onnodig moeilijk

Met vele voorbeelden maakt van Maanen duidelijk dat er nogal wat schort aan de wijze waarop wetenschappelijke resultaten - vaak uitgedrukt in cijfers, tabellen en grafieken - in de krant terecht komen
Leestijd 2 minuten — Wo 17 februari 2010
Lunch good science bad science

In de eerste lezing uit de lunchlezingenreeks Good science, bad science pleit wetenschapsjournalist Hans van Maanen voor een zorgvuldiger aanpak in de wetenschapsjournalistiek.
Van Maanen bespreekt in zijn lezing vooral de wijze waarop wetenschappers hun resultaten communiceren, bijvoorbeeld via een persbericht. In zijn publicatiedrang vergeet de wetenschapper wel eens om zijn eigen onderzoek kritisch door te lichten, belangen aan te geven, en de klinische relevantie aan te geven, of hij blaast de resultaten op. Bijvoorbeeld door de Y-as van een grafiek zo te kiezen dat de resultaten veel schokkender ogen dan ze in werkelijkheid zijn. De verantwoordelijkheid voor correcte weergave van gegevens kan je niet enkel bij de journalistiek neerleggen, vindt van Maanen.

Een voorbeeld dat hij aanhaalt is een studie naar het aantal hartinfarcten bij mannen tijdens het Europees Kampioenschap voetbal in 1996. Op de dag van de kwartfinale, Nederland tegen Frankrijk, miste Clarence Seedorf een strafschop waardoor Nederland het toernooi moest verlaten. Wetenschappers van de Universiteit Utrecht publiceerden niet veel later een artikel waarin melding werd gemaakt van een hoger aantal infarcten op die bewuste dag. Op het oog logisch, want zo'n wedstrijd brengt natuurlijk de nodige spanning met zich mee. En zo haalde een nieuw statistisch significant verband de krant: voetbal is dodelijk. Van Maanen zet de resultaten echter in een breder perspectief: de betreffende wedstrijd werd gespeeld op een zaterdag. Als je het aantal infarcten op andere zaterdagen in die periode bekijkt, blijkt de zaterdag altijd voor pieken te zorgen in het aantal infarcten; soms nog hoger dan de 'piek' op de zaterdag van de gemiste penalty.

Het is de nuance die van Maanen vaak mist bij de weergave van wetenschappelijke onderzoeksresultaten. Vooral bij studies waarin bepaade risicofactoren worden gekoppeld aan gecorreleerde gezondheidseffecten. Kranten pikken vaak zulke studies op omdat risico's 'scoren', maar vaak leidt dat tot artikelen waarin geen ruimte is voor context of nuance. Wat zo'n risico, vaak uitgedrukt in een 'statistisch significant' percentage, dan daadwerkelijk betekent wordt voor de lezer niet duidelijk.

Met zijn lezing 'Hoe vertel ik het de pers?' verrichtte Hans van Maanen de aftrap voor een lezingenreeks waarin diverse valkuilen in verschillende wetenschapstakken aan het licht komen. De eerste valkuilen voor wetenschappers en journalisten heeft van Maanen inzichtelijk gemaakt.