Michel Houellebecq: alleen in boeken jezelf kunnen zijn

Levenskunst is onlosmakelijk verbonden met literaire en filosofische teksten. Waarom eigenlijk?
Leestijd 3 minuten — Do 10 juni 2010
Levenskunst

Is het voor een levenskunstenaar niet voldoende om het leven goed te leiden? Misschien wel, maar om te weten wat het goede leven voor jou betekent, is het handig om bij anderen te rade te gaan. Niet alleen om kennis op te doen van de mogelijkheden, maar ook als middel om je eigen kennis te structureren en te onderzoeken. Dat is wat duidelijk wordt in de lezing van Maarten van Buuren over Michel Houellebecq in de serie Levenskunst. Lezen en schrijven scherpt de blik en laat je de houdbaarheid van je opvattingen toetsen.

Michel Houellebecq is van jongs af aan weinig sociaal en erg teruggetrokken. Via de literatuur – eerst poëzie, later proza – ontpopte hij zich tot iemand anders. Sinds de jaren negentig is hij een van de meest controversiële schrijvers van Europa, zeer uitgesproken en niets en niemand ontziend. Zijn romans bevatten veel autobiografische elementen. Zoals Elementaire deeltjes, waar de twee halfbroers twee persoonlijkheidshelften van Michel Houellebecq zelf zijn. Dominante eigenschappen, die eerder verborgen moesten blijven omdat ze niet de mooiste zijn, komen in de literatuur aan de oppervlakte. In het geval van Houellebecq: haat.

De drie bekendste romans van Houellebecq – De wereld als markt en strijd, Elementaire deeltjes en Mogelijkheid van een eiland – vormen een drieluik. Houellebecq geeft daarin felle kritiek op de moderne maatschappij. Als hoofdschuldige wijst hij naar het doorgeschoten liberalisme en individualisme.

Is er alleen haat? Of ook een oplossing? Ja, die is er: de nieuwe mens. Die is zowel technologisch nieuw, want zal voortkomen uit klonen. Maar ook gaat het om een nieuw ethisch besef, waarin de zwakkeren op bescherming mogen rekenen. Dat klinkt zowel futuristisch als conservatief. Er is in het werk van Houellebecq steeds spanning tussen kritiek op het moderne en fascinatie voor dat moderne. Houellebecqs personages (die dicht bij hemzelf staan) zijn representanten van de moderne tijd, ze gaan daarin mee maar gaan er ook aan ten onder.

Volgens Maarten van Buuren zien we in Mogelijkheid van een eilandhoe Houellebecq tijdens het proces van schrijven van opvatting verandert. Het utopische ideaal van gekloonde, onsterfelijke mensen, vertoont te veel gebreken. Uiteindelijk verandert de roman in een dystopie: de toekomst is koud en duister, de onsterfelijke kloon kiest uit eigen beweging voor de dood. Schrijven is een manier van (zelf)onderzoek: Houellebecq heeft tijdens en dóór het schrijven de onmogelijkheid van zijn eigen utopie ingezien.

Zulk zelfonderzoek kan alleen iets opleveren als het gepaard gaat met een genadeloze eerlijkheid tegenover jezelf. Houellebecq gebruikt zijn meest pijnlijke en inktzwarte ervaringen om door te dringen tot de kern van het mens-zijn. Midden in de pijn staan en dan hard stampen: dat is waarom hij volstrekt authentiek is, zegt Van Buuren. Of is Houellebecq juist een aansteller en een acteur, zoals Joep Dohmen stelt, in zijn reactie op de lezing?

Beide kunnen kloppen. Er ligt een verschil tussen de Houellebecq uit het 'echte leven' en die uit de boeken – het personage Houellebecq waarin hij is ontpopt. En anders dan voor de hand ligt, is de Houellebecq uit het 'echte leven' niet de meest echte. Alleen in boeken kan hij volledig zichzelf en dus authentiek zijn. Dat is meteen het beste argument waarom literatuur en filosofie onmisbaar bij zijn bij het beoefenen van levenskunst.

Kijk de lezing Tegen de vooruitgang terug

Kijk onder Levenskunst voor de andere artikelen op dit nieuwsblog