Winnende column: Het gezag van de toga

Wat te doen aan de menselijke feilbaarheid?
Leestijd 3 minuten — Vr 24 september 2010

Gister vond de derde Nacht van Descartes plaats met als thema 'Het gezag van de toga'. Bij deze Nacht schreven Het Descartes Centre en Studium Generale een columnwedstrijd uit. Met kop en schouders stak de column van de winnaar: Jozef Waanders uit boven de andere columns. Hij schreef een pakkend betoog met verrassende nieuwe argumenten en hij vermeed de klassieke topoi. Bovendien was het qua stijl een echt essay/column met een heldere ter zake doende vraagstelling: Wat te doen aan de menselijke feilbaarheid? Lees de winnende column:

Gebroken wit
Dinsdag 7 september jongstleden, om 09:30 uur precies, werd in een uitpuilende Janskerk te Utrecht vol natgeregende eerstejaars, het academisch jaar voor de opleiding Rechtsgeleerdheid geopend. Onder hen die tot ons het woord richtten, bevonden zich een professor in de rechtsgeleerdheid en een ervaren advocaat. Ze spraken vanuit hun jarenlange ervaring met het rechtssysteem. 'Recht is het product van een gebroken samenleving', werd ons onder andere voorgehouden. Maar niemand luisterde. Het geroezemoes in de kerk was zelfs zo hevig, dat de sprekers vaak amper te verstaan waren. Het fatsoen om een half uur te zwijgen ontbrak. Het gezag van decennialange ervaring werd verworpen.

Gezag. De zwarte toga met contrasterende witte bef, het was jarenlang een gezaghebbend beeld in de rechtspraak. Zwart als symbool voor de afwijzing van ijdelheid, en wit als kleur van de neutraliteit. Maar door een groeiende politieke beïnvloeding van de rechtsprekende macht, en een toenemende verwerping van gezag in het algemeen, kan met gevoel voor drama worden gesteld dat het wit van de bef inmiddels gebroken is. Dat de enige ijdelheid die nog door het zwart afgewezen wordt de gedachte betreft dat rechtvaardigheid van deze wereld is.

Natuurlijk hebben gerechtelijke dwalingen, zoals bij de Schiedammer parkmoord en Lucia de B, bijgedragen aan de afkalving van dit gezag. Maar als de geschiedenis, waar het gezag haar wortels heeft liggen, ons één inzicht aanreikt, dan betreft dat de feilbaarheid van de mens. Een feilbaarheid die veel verder reikt dan alleen op moreel gebied. Ook het rechtssysteem, hetgeen tenslotte een product is van de menselijke geest, weet zich hieraan niet te onttrekken. En epistemologische feilbaarheid maakt dat we ook op de wetenschap nooit blind mogen varen. Tot een daadwerkelijk gewogen oordeel komen we als mens maar zelden.

Toch heeft de mens, en ook daarvan getuigt de (rechts)geschiedenis, zich bewust getoond van deze feilbaarheid. Het is aan deze bewustwording te danken dat wij de erfgenamen zijn van een traditie waarin nagedacht en getracht is, het samenleven ordelijk en 'leefbaar' in te richten. Het is het gezag van deze traditie, dat ons de instrumenten verschaft om met onze feilbaarheid om te kunnen gaan. En wij, de erfgenamen, dienen het gezag dat hieruit spreekt te erkennen. Niet omdat we onze menselijke feilbaarheid uit kunnen bannen, maar omdat wij kunnen trachten haar niet allesbepalend te laten zijn.

De verwerping van alle gezag buiten dat van onszelf, is een houding die in de roman Vaders en Zonen van de Russische schrijver Toergenjev voor het eerst 'nihilisme' wordt genoemd en treffend gestalte krijgt in de figuur van Jevgeni Bazarov. Het is een houding die tegenwoordig, in een sterk geïndividualiseerde samenleving, enorm lijkt te zijn toegenomen. Zij was op die ochtend van 7 september ook onder de eerstejaars in de Janskerk aanwezig. En dat terwijl juist zij hopen de komende jaren kennis op te doen, die ze te danken zullen hebben aan het gezag van anderen.

Met kritische, mondige burgers is niks mis. Klakkeloze acceptatie van gezag of aanname van ideeën, is minstens zo gevaarlijk als een gebrek aan respect voor al het gezag dat niet in onszelf haar oorsprong vindt. Maar op de realisatie van onze feilbaarheid, én op het inzicht dat oordelen een balanskunst blijft tussen nihilisme en dat wat de dictatuur voorschrijft, rust de erkenning van het gezag. Ook van het gezag van de toga. Feilbaar weliswaar, maar het beste dat we hebben.

Jozef Waanders