Koe vs regenwoud

We hebben de natuur nodig als we de wereld willen voeden
Leestijd 2 minuten — Wo 19 februari 2014
The next generation

Mooie plaatjes van het regenwoud kennen we allemaal. De enorme bomen, uitgebreid vertakte rivieren en watervallen. Maar we zijn ook inmiddels allemaal opgegroeid met het idee dat het regenwoud bedreigd wordt. De grootste boosdoeners zijn de landbouw en veeteelt. De bekende hamburgerkoe graast in Zuid-Amerika, maar ook de soja voor de Nederlandse melkkoe komt uit dit gebied. Hoe noodzakelijk is het om het oerwoud op te geven om de wereldbevolking te voeden? En waarom is het regenwoud zo belangrijk?

Biodiversiteit

Vaak wordt de Amazone aangeduid als de groene longen van de wereld. Toch is er steeds meer twijfel of bomen echt een opslagplaats vormen voor CO2. Het lijkt er op dat ze evenveel CO2 opnemen als ze uitstoten nadat ze afsterven. Wel duidelijk is dat het Amazonegebied de grootste rijkdom aan plantensoorten bezit ter wereld. Plantenecoloog dr. Hans ter Steege (Naturalis Biodiversity Center en UU) woonde jaren in de Amazone en doet er nog steeds zijn veldwerk. Zodra er wegen aangelegd worden, verdwijnt daaromheen het regenwoud en ook de unieke planten en diersoorten die 50 tot 60 miljoen jaar geleden zijn ontstaan. Dit blijkt onder andere uit fossielen die gevonden worden in het gebied. Kunnen we met een soort meer of minder leven? Het absolute belang van biodiversiteit is zelfs voor ecologen moeilijk vast te stellen.

Prof. dr. Pablo Tittonell (Plantwetenschappen, WUR) gelooft in een heel andere manier van denken. We hebben de natuur juist nodig als we de wereld willen voeden. Dus, laten we die behouden waar dat kan. De armste mensen ter wereld zijn boeren die nauwelijks in staat zijn zichzelf te voeden. Dit kan veranderen door landbouw waarbij je gebruik maakt van ecologische kennis. Bijvoorbeeld door voedselgewassen te telen samen met stikstofbindende planten of onder schaduw biedende acaciastruiken. Ook de 25% landbouwgrond die verarmd is, kan zo weer bruikbaar gemaakt worden. Deze lokale voedselproductie reduceert honger veel sneller dan intensieve landbouw waarvoor regenwoud gekapt wordt.

Toekomstige generaties

Belangrijk voor duurzame voedselproductie is een mentale omslag. Landbouw en biodiversiteit staan niet tegenover elkaar, maar hebben elkaar nodig. We moeten niet denken in termen van maximale productie per hectare, maar in lokale productie op een manier die past in het landschap, de cultuur en de mogelijkheden van het gebied. Dan kunnen we het regenwoud bewaren voor toekomstige generaties. Zoals Hans ter Steege stelde, mens en natuur zijn zo van elkaars welzijn afhankelijk, dat we er maar beter niet mee kunnen spelen. Het regenwoud levert ons nog steeds nieuwe inzichten op en die zouden we in de toekomst hard nodig kunnen hebben.

Benieuwd naar hoe divers en bijzonder de amazone is? Of waarom intensieve landbouw niet nodig is om de wereld te voeden? Bekijk de lezing Feeding the world.