Niks te verbergen?

Wie heeft er nog privacy nodig?
Leestijd 3 minuten — Do 10 april 2014

Na de selfie en de excelfie is er nu iets nieuws: de aftersex-selfie. Mensen die een foto van zichzelf na de daad op Instagram of Facebook zetten. Wie op internet kijkt, vindt er weinig tekenen van schaamte. We zetten ongevraagd foto's van anderen online, taggen elkaar, reageren en kopen online.

Dit artikel valt onder het dossier: Privacy.

Het uitwisselen en nalaten van gegevens gebeurt niet alleen 'horizontaal', tussen mensen onderling, maar ook verticaal, tussen overheden en burgers. Belastingzaken, identiteits- woon- en werkgegevens: zaken die we niet eens meer analoog kunnen regelen, al zouden we willen. Privacy lijkt steeds meer naar de achtergrond te verdwijnen, zowel op vrijwillige als onvrijwillige basis. Is dat erg?

In het Filosofisch Café onderzochten rechtsfilosoof dr. mr. Bald de Vries en dr. mr. Colette Cuijpers (Tilburg Institute for Law, Technology and Society) wat privacy waard is. Hebben we nog iets te verbergen?

Gevaar van privacy

Het is weer lente. Stel, je wilt wat in de tuin gaan werken, dus je gaat op pad om kunstmest te halen. Je hebt ook geen batterijen meer in huis dus die haal je er meteen bij. Toevalligerwijs heb je een aantal jaar in Ierland gewoond om te studeren of werken. Wat maakt dit jou, als je deze gegevens aan elkaar koppelt? De kans bestaat dat er bij een veiligheidsdienst belletjes gaan rinkelen. De Vries haalt deze hypothetische situatie aan om het gevaar van 'decontextualisering' te tonen. Ook al heb je niks te verbergen, zonder de juiste context kan je verdacht worden. En als je eenmaal in de systemen bent aangemerkt als verdacht, kan dit veel problemen opleveren. Het wordt dan ineens een stuk lastiger om op vakantie te gaan met het vliegtuig.

Decontextualisering is niet het enige gevaar. Cuijpers wijst ook op het risico van identiteitsfraude. Een onbekende die zich voor jou uitgeeft, kan je veel schade berokkenen. Hoe bewijs je je onschuld als alle data naar jou wijst? Het bekendste geval hiervan is de zaak van Ron Kowsoleaa, wiens naam acht jaar lang stelselmatig werd misbruikt. Zelfs nadat zijn onschuld was bewezen, bleef hij last hebben van de fraude, omdat zijn gegevens in verschillende databestanden stonden. Cuijpers: “Decentralisatie is normaal gesproken een goede democratische gewoonte, maar het is een nadeel als je gegevens wilt corrigeren of opschonen.”

Oplossingen voor privacyproblemen

Hoewel we graag eigenaar willen en denken te zijn van onze gegevens, is dit dus niet het geval. Wat kunnen we doen? De Vries constateert dat we ons veilig wanen, gezien het gebrek aan protest en ons gedrag op sociale media. Toch roept hij op tot meer actie en protest. Dat je recht hebt op privacy, betekent niet dat dit recht je altijd zomaar toekomt. Zie bijvoorbeeld het afluisterschandaal met de NSA.

Wet- en regelgeving is alleen zinvol als het gehandhaafd kan worden. Je hebt deels een eigen verantwoordelijkheid voor de gegevens die over jou de ether ingaan, maar als er systeemfouten gemaakt worden, wie is er dan aansprakelijk? Cuijpers wijst erop dat de juridische weg niet de enige is om privacy te beschermen. Ook marktmechanismen kunnen hierin voorzien. Als er een alternatief komt voor Google, Facebook of Whatsapp waarin privacy beter gewaarborgd is, dan kan de markt zijn werk doen. Voorwaarde is wel dat het gebruiksgemak gelijk blijft. Een andere oplossing kan de technologie zelf zijn. Dit is als in de technologie zelf middelen zitten gericht op privacy, zogenaamde 'privacy by design'. Cuijpers noemt als voorbeeld de 'slimme' energiemeter waarbij je de dataverzameling aan en uit kan zetten.

Is privacy waardevol?

De aanname die onder discussies rondom privacy schuilgaat, is dat het iets belangrijks is. Iets dat we moeten beschermen en zelfs koesteren. Maar is dit wel zo? Columnist Maarten Jansen zet de boel op scherp en pleit voor radicale democratisering van het persoonlijke: “Het probleem is niet dat we te weinig privacy hebben, maar teveel!” De surveillance gaat toch niet minder worden, laten we daarom volledig transparant worden, is zijn gedachtegang. Dit zou misverstanden oplossen.

Maar zowel De Vries als Cuijpers wijzen op een probleem. Hoewel het moeilijk is een precieze definitie te geven van privacy, gaat het om meer dan alleen gegevensbescherming. Het gaat ook om lichamelijke integriteit, je huis en persoonlijke relaties. Het gaat om autonomie, vrij zijn van discriminatie en zelfbeschikking. Daarin ligt de intrinsieke waarde van privacy. Radicale democratisering van privacy zou leiden tot het dwangmatig bekendmaken van alles wat we doen. En wie zit daar nu op te wachten? Behalve Mark Zuckerberg dan.

Het volgende Filosofische Café is op 6 mei met het oog op de Europese verkiezingen. In de voetsporen van Immanuel Kant zien filosofen de EU graag als een voorbeeld van kosmopolitisme, maar het gebrek aan enthousiasme voor Europa toont dat dit beeld ver afstaat van de realiteit. Hoe kan een gevoel van betrokkenheid met Europa worden aangewakkerd?