Met liegen is niets mis

Geef jij je beste vriend op ten gunste van de waarheid?
Leestijd 4 minuten — Do 12 juni 2014
10 geboden revisited

Stel je voor: aan je deur staat een man met een pistool die vraagt waar je beste vriend zich bevindt. Jij weet dat deze bij jou thuis schuilt. Hij is bang om gedood te worden. Moet je de man aan de deur vertellen dat je beste vriend bij jou op de bank zit? Of mag je tegen hem liegen en zeggen dat je vriend tien minuten geleden vertrokken is naar zijn eigen huis?

Beschuldigen

Het negende gebod geeft een duidelijk antwoord op deze vraag. “Gij zult geen valse getuigenis afleggen.” Dat betekent dat je de persoon aan je deur netjes moet vertellen dat degene die hij zoekt bij jou op de bank zit. Lange tijd is het gebod zo rechtlijnig geïnterpreteerd. Liegen was minstens net zo slecht als tegen het geloof in God ingaan, zo vertelt prof. dr. Maarten van Buuren in de serie '10 geboden revisited'. Het gebod is namelijk ooit ingesteld om mensen te kunnen bestraffen, in dit of in een volgend leven. Dit was noodzakelijk omdat er geen duidelijke rechtsorde bestond. Daardoor kon iedereen elkaar valselijk beschuldigen. Dat is natuurlijk geen ideale basis voor een samenleving.

Moreel neutraal

In de 17de eeuw veranderde het perspectief op dit gebod. Hugo de Groot bracht toen een nuance aan. Soms is het geoorloofd om onwaarheid te spreken. Je bent de waarheid alleen aan diegenen verschuldigd die daar recht op hebben. Iemand die aanbelt en vraagt naar je vriend met het doel die om te brengen is dat natuurlijk niet. En dus is liegen dan toegestaan. Utilitaristen als Jeremy Bentham en John Stuart Mill hebben deze gedachte verder uitgewerkt. De waarheid en liegen zijn moreel gezien neutraal. De waarheid is niet per se goed en liegen is niet altijd fout. Het hangt af van het effect dat de waarheid of de leugen teweeg brengt. In iedere situatie moet je daarom een afweging maken: brengt waarheid of een leugen meer geluk op? En dat is toch eigenlijk ook wat wij tegenwoordig ook doen?, aldus Van Buuren. Een leugentje om bestwil mag, het wordt pas immoreel als je er mensen mee schaadt.

Het doel heiligt de middelen

Van Buuren illustreert dit aan de hand van gedachten van Machiavelli. Deze stelt dat een politiek leider alles mag doen om meer macht te verwerven. Het doel heiligt de middelen. Deze gedachten ontstonden toen Machiavelli aan het hof van Cesare Borgia was. Borgia wilde van Italië een eensgezind rijk maken. Door de grote verdeeldheid waren grote gebieden namelijk erg makkelijk in te nemen door omringende landen. Ook Borgia had net een nederlaag ondergaan tegenover enkele omringende stadstaten. Hij trok zich terug naar Senigallia en liet vanuit deze stad weten dat hij zijn rivalen vergaf en nodigde hen uit om de hernieuwde vriendschap bij hen te vieren. Echter, toen de rivalen aankwamen in Senigallia nam Borgia ze gevangen en liet hen wurgen. Met deze leugen kon hij de verloren gebieden terugveroveren en van een deel van Italië een rijk maken, dat samen optrok tegen aanvallen van buitenaf. Niet alleen voor Borgia gaf dat veel voordelen. Ook de mensen die in het gezamenlijke rijk woonden waren zo verzekerd van een veilig onderkomen. Dat daarvoor enkele leiders opgegeven moesten worden, was een klein verlies ten opzichte van het grote voordeel dat het opleverde. Machiavelli sprak dan ook niets dan lof uit voor de moeilijke politieke keuzes die Borgia maakte om dit voor elkaar te krijgen. Of de leugen van Borgia goed of slecht was, is dus afhankelijk van het perspectief dat je inneemt.

Onbeslisbaar

De filosoof Friedrich Nietzsche stelt dat de discussie over morele waarheid een verkeerde is. Er bestaat geen objectieve morele waarheid, waaraan getoetst kan worden of iets goed of slecht is. Wat goed is, is afhankelijk van het perspectief dat je aanneemt. En dat is weer afhankelijk van macht. Voor Borgia en de mensen die onder zijn bewind leefden, was het een goede zaak dat hij een leugen gebruikte om zijn macht te vergroten. Het bracht immers veiligheid voor hem en zijn onderdanen. Met de bevelhebbers die gedood werden, liep het door diezelfde leugen minder goed af. Voor hen is de leugen daarom slecht. Maar om van bovenaf te kijken naar de situatie en te beslissen of deze keuze goed of slecht was, dat kan volgens Nietzsche niet. Wat morele waarheid is, is daarom onbeslisbaar.

Mogen we dan liegen, of moeten we de waarheid vertellen? Dat ligt maar net aan de situatie. Word je er sterker van wanneer je de waarheid vertelt? Of zorg je er juist met een leugen voor dat je beter af bent? Dat zijn de vragen die je jezelf moet stellen om te beslissen wat je moet doen. Dat maakt de vraag of je je beste vriend moet verraden, of de man met het pistool iets op zijn mouw moet spelden, een stuk makkelijker te beantwoorden.

Volgens prof. dr. Maarten van Buuren mag je dus liegen tegen anderen. Maar mag je ook liegen tegen jezelf? Voor antwoord op die vraag kijk je hier de lezing in de serie '10 geboden revisited' terug. Over twee weken volgt de laatste lezing in deze serie. Dan gaat prof. dr. Hans Achterhuis in op de vraag of je zaken van je naaste mag begeren.