Voedselverspilling: het probleem zijn we zelf

47 kilo per persoon, per jaar. Dat is hoeveel goed voedsel we gemiddeld verspillen. Hoe brengen we dit getal omlaag?
Leestijd 3 minuten — Wo 16 maart 2016
Voedsel voor morgen

Maar liefst 30% van de broeikasgassen die door consumenten veroorzaakt worden, komt uit ons voedselsysteem. Als je een restje eten verspilt, dan verspil je ook de grondstoffen die hiervoor gebruikt zijn. Het water, land en de energie die er in zijn gestoken om dat restje op je bord te krijgen. En in de prullenbak daarna. Zonde natuurlijk. Hoe ga je deze verspilling tegen?

Mislukte campagnes

Laten we eerlijk wezen: niemand houdt van afval scheiden.De overheid heeft het tegengaan van voedselverspilling sinds een aantal jaar op de agenda staan. Verspild voedsel betekent namelijk ook verspilde euro's. En dus kwamen er campagnes. Zo was er de 'Kliekipedia'-campagne van het Voedingscentrum: 'Een encyclopedie vol tips voor kliekjes.' SIRE maakte een in dit kader een reclame-spotje. Er was een 'Doggiebagcampagne' van Natuur & Milieu en de 'I [hartje] afvalscheiden' van Cyclus NV. Gedrags- en communicatiewetenschapper dr. Rein Jan Renes noemt dit soort campagnes 'ongelukkig'. Hij legt uit waarom in zijn bijdrage aan de serie Voedsel voor morgen. Renes “Je ziet veel van dit soort campagnes die een heel hoog niveau wensdenken hebben: 'Als we het mensen maar goed uitleggen en we maken het heel leuk voor ze, gaan ze het wel doen.” Maar zo zit de mens niet in elkaar en dus werken die campagnes nauwelijks.

Renes legt uit hoe de mens dan wél in elkaar zit. Ten eerste overschatten we voortdurend onze wilskracht. Je neemt je voor de zolder op te ruimen, op tijd naar bed te gaan en meer te gaan sporten, maar dan niet vanavond maar morgen. En morgen wordt het volgende week. We stellen uit, zonder verlies van ons vertrouwen dat we het ook echt gaan doen. Ten tweede denken we vaak veel te positief over ons gedrag. Uit onderzoek blijkt dat 76% van de mensen denkt minder te verspillen dan de rest van Nederland. Een deel overschat zich hier dus. Tot slot zijn we kortzichtig en zelfzuchtig. Renes: “Als het er echt om gaat, willen we wat nú heel prettig is voor onszelf.” Veel campagnes gaan dus uit van een verkeerd mensbeeld.

Antwoord aan gemakzucht

Het toont misschien wel de kern van de problematiek rondom duurzaamheid: de mens als een zichzelf overschattend, kortzichtig en zelfzuchtig wezen terwijl duurzaamheid gaat over de lange termijn en vooral van belang is voor anderen. Maar dit is geen excuus om bij de pakken neer te zitten. Het betekent dat je een andere strategie moet kiezen om tot verandering te komen.

Welke strategie is dat? Het eenvoudige antwoord: sluit aan bij de gemakzucht van de mens en maak de goede keuze de gemakkelijke keuze. Een simpel voorbeeld daarvan is een wc die je alleen kan doorspoelen als je de bril omlaag doet. Het is het 'making things easy, by making things difficult'-principe. Renes doet een suggestie om dit principe toe te passen op het tegengaan van voedselverspilling: bewaar je boodschappentas in je voorraadkast. Zo zie je automatisch of je je voorraad moet aanvullen.

Lastiger wordt het als hele systemen moet aanpassen. Ons glas- en papierafval moeten we zelf weggooien. Het restafval wordt opgehaald. “Nu worden we beloond om veel bij het restafval te gooien,” aldus Renes.

Weerstand

Ook Toine Timmermans (Duurzame Voedselketens, WUR) ziet gedrag en organisatievormen als de grootste drempel om de verspilling tegen te gaan. “Technologie is niet de beperkende factor. De oplossingen liggen voor het oprapen.” Met verpakking kun je bijvoorbeeld de houdbaarheid van een komkommer verlengen. Toch is de perceptie bij de gemiddelde consument dat die verpakking slecht is, stelt Timmermans vast. 90% van de milieudruk zit in het product, en slechts 10% in de verpakking. Het probleem is de kennis, weerstand en houding van de consument.

Of neem de 'Pasteur-tag'. Dat is een chip die de werkelijke houdbaarheid van een product kan bepalen en klein genoeg is om op verpakkingen te plakken. Hier heeft Timmermans zelf weerstand tegen: “Moeten we op die technologie gaan vertrouwen of gaan we juist mensen meenemen om weer hun eigen zintuigen te gebruiken? Willen we nog een verbinding hebben met ons voedsel en zelf kunnen beoordelen of het nog goed is?”

Timmermans ziet belangrijke ontwikkelingen vanuit overheid, bedrijven en maatschappelijke instellingen om de verspillingen tegen te gaan. Zelf was hij inspirator voor de Verspillingsfabriek. Het tegengaan van verspilling is hot. Het is nu belangrijk dat ook in sociale contexten de norm wordt geen voedsel te verspillen. Timmermans voorspelt dat hier nog 10 tot 15 jaar voor nodig is. Maar mogelijk is het zeker. Met gordels dragen in de auto en roken is het ook gelukt.

Je kunt de lezing van ir. Toine Timmermans en dr. Reint Jan Renes hier terugkijken.