Verandering van spijs

Hoe kunnen we de wereld voeden op een duurzame manier? Tijdens het lagerhuisdebat ter afsluiting van de serie Voedsel voor morgen, pleitten drie sprekers voor drie verschillende oplossingen.
Leestijd 3 minuten — Wo 6 april 2016
Voedsel voor morgen

Door de maag

Ons huidige voedselsysteem vormt een bedreiging vormt biodiversiteit, klimaat en dierenwelzijn. Volgens filosoof dr. Luca Consoli zijn we verkeerd bezig en hebben we dat deels ook wel door. Maar de manier waarop deze kwalijke gevolgen willen tegengaan slaat de plank mis. Initiatieven om ons dieet te verbeteren, zoals de (nieuwe) Schijf van Vijf, concentreren zich op twee aspecten: gezondheid en duurzaamheid. Consoli vraagt zich af: “Is dat alles? Hebben deze twee begrippen voldoende morele kracht om gedragsverandering teweeg te brengen?” Het antwoord is nee.

Het overgrote deel van de bevolking ga je niet bewegen door te wijzen naar gezondheid en duurzaamheid. Dat zijn de onpersoonlijke kanten van het eten. Volgens Consoli gaan die aspecten voorbij aan een meer fundamentele betekenis van voedsel: de culturele dimensie. “Onze eetkeuzes maken ons tot wie we zijn,” stelt hij. Als je het gedrag wil veranderen van de consument, dan moet je daar bij aansluiten. 'Smaak' is waar het om draait. Smaak is de sleutel tot verandering van spijs en de ingang naar een beter voedselsysteem. Consoli: “Aandacht voor smaak betekent aandacht voor kwaliteit, afkomst, bereidingen. Dat gaat linea recta in tegen makkelijk en ondoordacht bunkeren, verspillen en weggooien.” Dat maakt de goede eter, automatisch een duurzame eter.

Dat klinkt niet onredelijk. Maar is deze manier van eten niet alleen weggelegd voor een elite die de tijd en het geld ervoor heeft? Volgens de meeste deelnemers aan het lagerhuisdebat in de reeks 'Voedsel voor morgen' wel. Voedsel dat geproduceerd is met zorg voor het welzijn van mens, dier en milieu is vaak duurder. Vrij kiezen wat je eet is nu nog een luxe die niet iedereen zich kan veroorloven. Niet in Nederland, laat staan in India of Brazilië.

Intensiveren of verhongeren

Tweede Kamerlid Helma Lodders pleit voor een andere tactiek, samengevat in de slogan “intensiveren of verhongeren.” De verstedelijking en groei van de bevolking neemt toe, met name in Azië en Afrika. Dat betekent dat er meer geproduceerd moet worden met minder middelen.

Nederland kan hierin als rolmodel fungeren. We zijn immers efficiënt, hoogproductief en innovatief. Volgens het Landbouw Economisch Instituut zou één Nederlandse zeug vervangen moeten worden door twee zeugen elders in de wereld voor eenzelfde opbrengst van varkensvlees. Als de hele wereld op dezelfde manier voedsel zou produceren als de Nederlandse boer en tuinder, dan zou wereldwijd maar een kwart van de landbouwgrond nodig zijn, om de hele wereldbevolking te voeden. In Spanje is 60 liter water nodig om 1 kilo tomaat te produceren, hier is daar maar 4 kilo voor nodig.

Marjan Oudeman, de voorzitter van het College van Bestuur van de UU, plaatst een kanttekening bij deze heldenrol voor Nederland: “Wat we hier produceren en naar het buitenland brengen, zal moeten worden verscheept, ingevroren en vervoerd. Dat draagt niet bij aan de duurzaamheid.” Niet onze producten, maar onze kennis en kunde moeten we exporteren.

Heft in eigen hand

Dick Veerman, oprichter en hoofdredacteur van het weblog Foodlog.nl, erkent dat intensieve landbouw noodzaak is, maar klinkt verder cynisch: “We leven in een knotsgek geworden wereld.” In onze hight tech-wereld creëren en verbruiken we zoveel producten, van mobieltjes tot wasmachines, dat de wereld het niet aan kan. Tegen dat tempo valt niet op te recyclen.

We zijn met te veel en we willen te veel. Veerman: “We moeten naar een wereld die we zin geven.” Daarbij hoeven we van de politiek niets te verwachten. Die moet de randvoorwaarden scheppen en meer niet. De mensen moeten het zelf doen. Eerder op de avond bleek echter dat die meeste mensen vinden dat de verandering juist vanuit de politiek en de bestuurders moet komen. Iets wat Veerman schrik aanjaagt. Degenen die het moeten gaan doen, de mensen zelf, wachten af en kijken naar de politiek. Kan hij nog optimistisch zijn? “Ik ben niet heel positief, maar als we de taboes - tegengaan van de overbevolking, de optimistische, groene 'frames' - en de wegen die tot verandering leiden zichtbaar maken, dan zie ik een kans.”

Benieuwd naar de stellingen en de reacties daarop? Bekijk het Lagerhuisdebat.