Creatief met schimmels

Hout, rubber, leer, piepschuim, plastic: “In de toekomst kunnen we elk natuurlijk materiaal nabootsen met schimmel,” voorspelt microbioloog Han Wösten (UU).
Leestijd 4 minuten — Do 19 januari 2017

Een restje bedorven eten achterin je koelkast, die bruine plekjes op het plafond van de badkamer, of misschien een hardnekkige kriebel tussen je tenen: de meeste mensen hebben geen positieve associatie bij schimmel. Die reputatie moet veranderen, stelt microbioloog prof. dr. Han Wösten (Universiteit Utrecht) tijdens het Culturele Zondagen College. "Zonder schimmel zou het leven op aarde verdwijnen.” Zonder schimmels zou dood hout niet vergaan maar zich opstapelen, waardoor het CO2 gehalte ver zou dalen. Zonder schimmel zouden planten niet meer kunnen groeien, en dat betekent dat ook mensen en dieren doodgaan. Bovendien bieden ze mogelijk de basis voor een duurzame toekomst. Wösten werkt in zijn lab aan het ontwikkelen van nieuwe materialen van schimmels en afvalresten. Welke kansen biedt dat voor wetenschappers en designers?

Schimmel als 'touw en lijm'

Wösten is microbioloog en onderzoekt het groeiproces en de ontwikkeling van schimmeldraden. Onder welke omstandigheden en met welke schimmel – er zijn zo'n 10 miljoen soorten schimmels – kunnen de beste materialen geproduceerd worden? Er zijn twee manieren om nieuwe materialen te maken met schimmels. Allereerst kan schimmel kan gebruikt worden als 'touw en lijm', om plantaardige afvalresten aan elkaar te binden. Dat gaat als volgt: je voegt een schimmel toe aan bijvoorbeeld stro. Wanneer de schimmel zich heeft verweven in het materiaal pers je het geheel samen in een mal. Afhankelijk van het materiaal, het type schimmel en de perstemperatuur krijgt het nieuwe materiaal andere eigenschappen, vergelijkbaar met hout, piepschuim of plastic.

Daarnaast is het mogelijk om materialen te maken die puur uit schimmel bestaan, door schimmels in petrischaaltjes te laten groeien en die rondjes vervolgens aan elkaar te groeien. Zo maakte ontwerper Aniele Hoitink in samenwerking met Wösten een jurk. Kleding van schimmels, waarom zou je dat willen? Wösten noemt drie voordelen. Ten eerste is het is duurzaam: het maken van een katoenen shirt gemiddeld 2400 liter water, de jurk kostte slechts 12 liter. Ten tweede: het voedt je huid want het materiaal scheidt stoffen af die ook aanwezig zijn in dagcrème en bijvoorbeeld helpen tegen puistjes. Als laatste: het is zelfhelend. Scheuren in het materiaal kunnen worden gedicht met levende schimmels. Door het materiaal vervolgens te stijken dood je de schimmel en voorkom je verdere groei.

De jurk gemaakt door Aniela Hoitink, die onderdeel is van de tentoonstelling Fungal Futures

Toekomstmuziek

Voor de 'schimmeljurk' voor de consument op de markt komt zullen we nog even moeten wachten. Kledingstukken gemaakt van schimmels zijn nu nog erg duur, maar dat zal snel veranderen naarmate het onderzoek vordert, voorspelt Wösten. Op dit moment gebruikt men materiaal van schimmels vooral in de bouw, als alternatief voor PVC platen bijvoorbeeld, en voor design producten. In Italië koop je wijnflessen verpakt in materiaal gemaakt van schimmel en afvalresten van de wijngaard. Zo ontstaat er een wijndoos die past bij de fles en de streek. Voor materiaal met een verhaal zijn mensen bereid extra te betalen.

Wösten kijkt niet gek op als iedereen in de nabije toekomst thuis op maat gemaakte schimmel-kledingstukken uit de 3d printer laat rollen. Wellicht is het in de toekomst zelfs voordeliger en duurzamer nieuwe kledingstukken te printen, dan ze te wassen. Maar het kan nog futuristischer. Ook de European Space Agency investeert in onderzoek naar bouwmaterialen van schimmels, om te kijken of ter plaatse gegroeide bakstenen van schimmels en planten geschikt zijn om te bouwen op de maan. Je gaat immers geen bakstenen per raket vervoeren.

Overtuig de consument

Onderzoek naar het gebruik van schimmels voor nieuwe materialen staat nog in de kinderschoenen. Wösten heeft grootste verwachtingen; uiteindelijk kunnen we elk materiaal nabootsen met schimmel, en nieuwe materialen ontwikkelen. Een van de grootste drempels die overwonnen moet worden is het overtuigen van de consument. Wil die zich wel hullen in schimmels? Daarom werkt Wösten samen met onderzoekers van onder andere de Universiteit Delft die onderzoek doen consumentengedrag. Mensen schrikken vaak als hij het woord 'genetische manipulatie' noemt. Wösten: “Voor veel mensen is dat iets verschrikkelijks. Maar bij ons op het lab is het de favoriete bezigheid.” Het geeft de wetenschappers de mogelijkheid schimmels te kweken die zeven keer zo sterker zijn dan 'in het wild'. Wösten: “Een schimmel zo sterk als een regenpijp.”

Meer weten over de invloed van nieuwe en oude materialen op ons leven? Kijk dan ook de lezingen in de serie 'Stof tot nadenken' terug.

In het SchimmelLAB van het Universiteitsmuseum in Utrecht - dat deze week opende - zijn een aantal van de bovenstaande bijzonder materialen te zien: zoals de schimmeljurk. De tentoonstelling wordt georganiseerd in het kader van het Westerdijkjaar. Johanna Westerdijk deed onderzoek naar plantenziektes en schimmels en had de leiding over de schimmelcollectie van het Centraalbureau voor Schimmelcultures. In 2017 is het honderd jaar geleden dat zij de eerste vrouwelijke hoogleraar van Nederland werd. Meer info.