De verwarring over de omgang met verwarde personen

Hoe moeten we omgaan met ‘verwarde personen’? Het is een lastige kwestie voor zowel de politie als de GGZ. Gedwongen opnames zijn geen oplossing, volgens psycholoog Philip Delespaul. Er moet meer gebeuren.
Leestijd 2 minuten — Di 20 oktober 2020
Op losse schroeven

‘Politie trekt vuurwapen bij aanhouding verward persoon met mes op Utrecht Centraal’, kopt de Duic. Als je het nieuws een beetje volgt zal de term ‘verwarde personen’ je bekend zijn. Het is een containerbegrip dat de politie gebruikt om mensen te identificeren die de controle verliezen of dreigen te verliezen, waardoor ze een gevaar kunnen vormen voor anderen of zichzelf. Wanneer de politie reageert op een melding van een verward persoon, is het aan de crisisdienst van de GGZ om een oordeel te vellen over een gedwongen opname.

Maar de GGZ is voorzichtig in dat opzicht: geregeld komt het voor dat ze het gevaar niet ernstig of acuut genoeg vinden om iemand gedwongen van de straat te plukken. Geestelijke hulpverleners geven aan dat een gedwongen opname soms nodig is, maar heel schadelijk kan zijn in psychisch opzicht. "Verder kampen de meeste ‘verwarde personen’– ook zonder psychiatrische aandoening – met sociale problemen als schulden, werkloosheid, eenzaamheid of dakloosheid. De sociale zekerheid lijkt de afgelopen jaren te zijn afgenomen, en dat kunnen politie of ggz niet eigenhandig oplossen", stelt Roxane Soudagar in een artikel van OneWorld over de omgang met verwarde personen. Is mensen (tijdelijk) uit de samenleving halen een goede oplossing voor psychische problematiek? Volgens psycholoog prof. dr. Philippe Delespaul (Universiteit Maastricht) is dat niet het geval: hij pleit voor een nieuwe GGZ.

Beschermen is niet de oplossing

De GGZ is nu vooral gericht op beschermen, volgens de Delespaul. Ze beschermen mensen met psychische problematiek tegen zichzelf als ze mogelijk gevaarlijk zijn. En ze beschermen de samenleving tegen psychische patiënten door ze in instellingen te plaatsen. Hoewel dat soms nodig is, mag de GGZ wel wat ambitieuzer zijn volgens de psycholoog. Hij legt uit dat een gevoeligheid voor psychische problematiek vaak genetisch is bepaald, maar dat de omgeving ook een belangrijke rol speelt. Afhankelijk van ervaringen kan iemand kwetsbaarder óf juist weerbaarder worden voor een erfelijk bepaalde psychische aandoening. Volgens hem moet de GGZ daarom hun beschikbare ruimte en middelen inzetten om patiënten hun levensdoelen te laten (her-)ontdekken, en weer uitdagingen aan te gaan in de samenleving. Volgens Delespaul worden patiënten op den duur vaak zieker gemaakt door een opname, omdat de GGZ vooral gericht is op controleren en voorkomen. Meer weten over de adviezen van Delespaul over de inrichting van de GGZ? Kijk dan zijn lezing ‘wie geneest de geestezorg?’ hier terug.