Waar komt het groeiende wantrouwen vandaan?

De zorg, de arbeidsmarkt, de media, de rechterlijke macht: als je opiniestukken, politici en vox-pops moet geloven deugt Nederland van geen kant. Is dit wantrouwen en pessimisme terecht?
Leestijd 5 minuten — Do 5 januari 2017
Op losse schroeven

Deze tekst verscheen ook in het Studium Generale Magazine #9

Veel mensen hebben het gevoel dat de samenleving zoals ze die kennen, op losse schroeven staat. De verzorgingsstaat heeft plaatsgemaakt voor de participatiemaatschappij: mensen worden gemaand tot flexibiliteit terwijl zekerheden wegvallen. Lange tijd was het idee dat technologie, globalisering en de markt meer welvaart zouden brengen. Het lijkt er steeds vaker op dat dat lang niet voor iedereen geldt. In de serie 'Op losse schroeven' stelden tien wetenschappers hun diagnose. Wat gaat er mis, en hoe kan het anders?

Groeiende ongelijkheid

Volgens socioloog dr. Eefje Steenvoorden (EUR) zorgen sociaaleconomische onzekerheid, een gemis aan gemeenschapszin, en het ontbreken van een duidelijke visie vanuit de politiek, voor een gevoel van onbehagen in de samenleving. Vooral mensen met een lage opleiding, een laag inkomen en mensen op het platteland blijken pessimistisch over de maatschappij. Dat is niet gek, want zij zijn degenen die de meeste klappen moeten opvangen. Zo blijkt dat hoogopgeleiden vaak een vaste baan hebben, terwijl 44% van de laagopgeleiden een flexcontract heeft. Volgens arbeids- en organisatiepsycholoog dr. Charissa Freese (Tilburg University) hebben flexwerkers minder toegang tot opleidingen, minder uitdagend werk en minder mogelijkheden om zich te ontwikkelen. Daarbij krijgen flexwerkers minder betaald voor hetzelfde werk, worden ze vaak uitgesloten van formele inspraak en hebben ze minder toegang tot sociale voorzieningen.

“Onzekerheid is scheef verdeeld,” bevestigt bijzonder hoogleraar Actief Burgerschap prof. dr. Monique Kremer (UvA). De ongelijkheid groeit en de lagere- en middenklasse voelt zich onbegrepen en niet gehoord. Steenvoorden: “Populistische partijen spelen in op dit gevoel van onbehagen terwijl het de traditionele partijen ontbreekt aan een duidelijk verhaal.”

Beleidsmakers reageren op het maatschappelijke onbehagen met mooie woorden als 'eigen verantwoordelijkheid' en 'participatie'. Maar mensen staan niet altijd te springen om te participeren. Politicoloog dr. Harmen Binnema (UU) begrijpt dat wel: “Niet iedereen heeft evenveel talent, tijd en middelen om te kunnen participeren.” Standaarddiensten van de overheid nemen af, en worden vervangen door subsidies, die lang niet terechtkomen bij alle mensen die er recht op hebben.

Wat moet er gebeuren om de groeiende economische ongelijkheid tegen te gaan? Als het aan financieel geograaf prof. dr. Ewald Engelen (UvA) ligt, gaat het hele systeem vandaag nog op de schop om de 'financialisering' tegen te gaan. Engelen: “We hebben de hele samenleving ondergeschikt gemaakt aan de logica en belangen van banken en financiële markten. In plaats van dat die dienstbaar zijn aan de samenleving, is het andersom.” Hij heeft zijn wensenlijstje al klaar: het leenstelsel voor studenten moet worden teruggedraaid, de macht van zorgverzekeraars moet worden ingeperkt, er moet een einde komen aan de hypotheekrente-aftrek, we moeten de flexibilisering van de arbeidsmarkt tegengaan én investeren in goede sociale huurwoningen.

Sluimerend wantrouwen

In tijden van onrust klinkt vaak de roep om autoriteit. Tegelijkertijd heeft de mondige burger weinig vertrouwen in de politiek, vertelt prof. dr. Maarten Hajer (Urban futures, UU). Willen politici het vertrouwen van de burger terugwinnen, dan moeten ze luisteren en in gesprek gaan. Hajer neemt de protesten tegen asielzoekerscentra als voorbeeld. “De agressie van burgers tijdens die bijeenkomsten kwam deels door de manier waarop er werd gecommuniceerd. Je moet beginnen met mensen serieus te nemen. Mensen zijn allergisch voor arrogantie.”

Volgens sociaalpsycholoog prof. dr. Kees van den Bos (UU) is het wantrouwen in instituties groter dan gedacht. De wetenschap ziet sluimerend wantrouwen over het hoofd, stelt Bos, doordat mensen vaak sociaal wenselijke antwoorden geven tegenover onderzoekers van de universiteit. Hij deed onderzoek naar vertrouwen in de rechtspraak. Wanneer interviewers qua achtergrond meer op hen lijken, geven de ondervraagden eerder aan weinig vertrouwen te hebben in Nederlandse rechters. Dat gaat ook op voor de politiek. In september voorspelde Bos al dat Trump meer stemmen zou behalen dan de peilingen aangaven. Mensen hebben alleen vertrouwen in instituties, als ze zich gerepresenteerd en erkend voelen.

'Fact free politics'

De driehoek tussen publiek, politiek en journalistiek kenmerkt zich door wantrouwen, cynisme en onverschilligheid, stelt politiek filosoof dr. Remko van Broekhoven (HU). De media presenteren de politiek als een dirty game, terwijl politici omgekeerd de media betichten van sensatiezucht en het verdraaien van de feiten. In de strijd om de kijkcijfers blijken de media ook niet altijd even kritisch. Hoofdredacteur Xandra Schutte (Groene Amsterdammer) vertelt hoe door de ontzuiling de vanzelfsprekende achterban van media wegviel en er een race om de kijkcijfers/lezers ontstond, die sensationele berichtgeving in de hand werkt en ten koste gaat van langzame (dure) onderzoeksjournalistiek. Daarnaast zorgt de opkomst van social media ervoor dat (fake) nieuws zich razendsnel verspreid. Het is niet zo dat er geen goede journalistiek meer bestaat, maar wel dat die steeds minder invloed heeft. Van Broekhoven: “Businessmodellen bedreigen de democratie. Als mijn studenten goede journalisten worden, moeten ze misschien ook wel bijdragen aan een revolutie van de instituties.”

Nederland is gevaarlijk veilig

Ook in de zorg moet het roer om. Hoogleraar Zorginnovatie in de GGZ prof. dr. Philippe Delespaul (UM) verwacht niet dat onderzoek naar biologische oorzaken van psychiatrische aandoeningen zal leiden tot betere zorg. Delespaul: “We hebben de afgelopen jaren zoveel met toverinstrumenten gewerkt aan 'de maakbare mens', dat we geen oog hadden voor de maatschappelijke dimensie.” Zijn eigen onderzoek richt zich op interacties tussen het individu en omgevingsfactoren. Delespaul: “Je kan mensen met een depressie wel blijven behandelen, maar als je niet in staat bent ze perspectief te bieden (op zinvol werk bijvoorbeeld) werkt het niet.” Als we mensen meer mogelijkheden willen geven te participeren, dan moeten we ook het risico durven lopen dat er een keer iets misgaat. Delespaul: “Het huidige beleid is er meer op gericht de samenleving te beschermen dan om zieke mensen beter te maken.”

Het verhaal van bestuurskundige prof. dr. Ira Helsloot (RU) sluit daarbij aan. Hij stelt dat er sinds de jaren '80 sprake is van een sterke voorzorgscultuur. De overheid wil elk potentieel risico in de kiem smoren. We verspillen veel geld aan onzinnige veiligheidsmaatregelen, stelt hij. Publieke verontwaardiging na incidenten leidt tot zware maatregelen, die soms juist voor meer onveiligheid zorgen. Zo verdubbelde het aantal uithuisplaatsingen in de jeugdzorg na de zaak Savannah. Dat terwijl statistieken laten zien dat jongeren die vóór uithuisplaatsing nog niet in aanraking zijn geweest met criminaliteit of drugs, dat na uithuisplaatsing veel sneller zijn. De samenleving wordt volgens Helsloot dus veiliger als we wat meer risico zouden durven lopen.

Om weer vaste grond onder de voeten te krijgen, moeten we in ieder geval zorgen dat de ongelijkheid in de samenleving niet nog groter wordt. Daar zijn alle sprekers het over eens.

Een link naar de opnames van Op Losse Schroeven vind je hier.