Wat we kunnen leren van de kanoet

De kanoet is een fascinerende vogel. Zo vliegt hij met gemak 4000 kilometer in één vlucht. Zijn trekroute kunnen onderzoekers nu volgen met zendertjes. Wat kunnen kanoeten ons vertellen over natuurgebieden hier ver vandaan?
Leestijd 3 minuten — Di 29 juni 2021
Door de ogen van de natuur

De fascinatie voor vogels is de laatste tijd sterk gegroeid in ons land. Niet alleen doen er meer mensen dan ooit mee aan vogeltellingen, ook het aantal amateurvogelaars en vogelliefhebbers groeit gestaag. En met behulp van de Vogelspotcast en apps die vogelgeluiden herkennen, zoals TjilpOMatic en BirdNET, waant jong en oud zich een echte vogelexpert.

Tijdens de eerste lezing van de reeks Door de ogen van de natuur, vertelt trekvogelecoloog dr. Eva Kok (NIOZ) over haar fascinatie met de kanoet. Op het eerste gezicht geen opvallende vogel, zeker niet als je hem in de winter treft. Toch is niets minder waar. De kanoet broedt in arctisch toendragebied, maar trekt vervolgens graag naar warmere gebieden, soms helemaal in Zuid-Afrika. Daarmee kan hij wel 4000 kilometer afleggen in één vlucht, zonder tussenstops om te eten of te slapen. Tref je de kanoet in de zomer, dan heeft de vogel een ware transformatie ondergaan. Zijn grijswitte winterkleed heeft plaatsgemaakt voor diep roodbruine veren, waarmee hij duidelijk afsteekt tegen de wadplaten. Dat is hun lievelingsplek om te foerageren. Kanoeten leven vooral van schelpdieren, en anders dan andere vogels, hoeven zij de diertjes niet eerst uit hun schelp te pikken. Door hun relatief grote en sterke spiermaag kunnen zij zelfs de schelpen verteren.

Jan van de Kam | Kanoeten foerageren op het wad.

Route uittekenen

Er wordt al eeuwen onderzoek gedaan naar trekvogels. Zo ook door Carl Linnaeus in de 18e eeuw. Hij schreef zijn proefschrift over trekvogels, de oorzaken en gevolgen van het trekgedrag en wat de seizoenen daar mee te maken hebben. Hij concludeerde onder andere: “om dit ingewikkelde probleem op te lossen, is het noodzakelijk dat mensen op verschillende plekken op aarde deze vogels observeren en dit vervolgens doorgeven aan wetenschappers.” Zo geschiedde, en de eerste kaarten met de trekroutes van vogels werden gemaakt, inclusief die van de kanoet.

Na verloop van tijd maakte de observaties plaats voor het ringen van vogels. “Dit gebeurde in eerste instantie met metalen inscriptieringen,” vertelt Kok. “In die ring staat waar en wanneer de vogel gevangen is.” Echter, dit was een tijdrovend en weinig efficiënt proces, dus in 1998 besloten vogelecologen ook kleurringen te gebruiken. Op deze manier kunnen vogels van een afstand herkend worden aan hun unieke kleurencombinaties. Heel handig, maar zoals Kok benadrukt: “We doen nog steeds alleen maar observaties op de plekken waar mensen komen. Wat de vogels op de tussenstukken doen, kunnen we enkel naar raden.” Tijd dus voor een nieuwe methode.

Kanoet Paula

Geïnspireerd door de observaties van een radiostation met radar langs de kust van Groenland, werden de eerste microsatellietzenders ontwikkeld. Kanoet Paula was de gelukkige: zij werd uitgerust met zo’n zendertje mét zonnepaneeltje. Haar reis was bijzonder, niet in de laatste plaats omdat ze in één lange vlucht rechtstreeks over Groenland vloog. In deze tocht van zestig uur, legde Paula wel 4000 kilometer af. Een hele prestatie voor een vogeltje van gemiddeld 120 gram.

Voor haar tocht over Groenland gebeurde er nog iets opvallends. Paula vertrok vanaf tussenstop IJsland naar Groenland, maar maakte een loopj​e en keerde terug naar IJsland. Even gaven de onderzoekers de hoop op, maar na drie dagen vloog Paula alsnog vanaf IJsland, over Groenland, naar haar broedplek in Canada. Wat bleek? Tijdens het loepje begon de vlucht voor Paula voortvarend, maar plots draaide de wind en kreeg ze wind tegen; ze besloot om te keren. “Heel fascinerend,” aldus Kok. “Zonder het zendertje hadden we nooit geweten dat Paula een extra lus van 2000 kilometer heeft gemaakt.”

Eva Kok, NIOZ | Kanoet Paula is uitgerust met een zendertje.

Ook de kanoet staat onder druk

Kok kan fascinerend vertellen over de kanoet, maar deelt ook een alarmerend feit. In tien jaar tijd is de populatie kanoeten enorm afgenomen. Ze hebben namelijk veel last van de veranderende natuur: de opwarming van de aarde, de toename van grote steden en de aanwezigheid van mensen. Dit gaat ten koste van de leefomgevingen van kanoeten. Zo worden de wadplaten in de Gele Zee of bij Mauritanië volgebouwd en smelt het ijs in de hoge arctische gebieden een stuk sneller.

Kok vertelt hoe zij en haar collega’s onderzoeken hoe de trekvogels met deze veranderende omstandigheden omgaan. Daarvoor hebben zij een aantal kanoeten met zendertjes uitgerust die vanuit Australië via de Gele Zee naar het noorden van Rusland migreren. Hebben deze vogels door dat de seizoenen lijken op te schuiven? En hoe bereiden zij zich voor? Uit de eerste resultaten valt op dat kanoeten meer tussenstops lijken te maken, als een soort scoutinggedrag voor nieuwe voedselplekken mocht dat nodig zijn in de toekomst. Ook lijken zij hun vlucht naar de broedgebieden later te plannen.

Een belangrijke vraag is of hun aanpassingen genoeg zullen zijn. Met de snelheid waarop de aarde op dit moment opwarmt, lopen de leefgebieden van de kanoet en andere trekvogels duidelijk gevaar. Dat zien we terug in sterke afname van het aantal kanoeten en blijkt ook uit een rapport in opdracht van het Programma naar een Rijke Waddenzee. Daarom zijn er verschillende beschermingsplannen opgesteld om de Waddenzee en de trekwegen van veel vogelsoorten te beschermen. Zo kunnen wij hopelijk nog vele jaren genieten van deze bijzondere vogeltjes.

Mocht je het trekgedrag van de kanoeten zelf ook willen bijhouden, dat kan hier.