De eenheid der wetenschappen

Zijn wij de optelsom van de cellen, genen moleculen waaruit wij zijn opgebouwd? Zijn alle wetenschappen te reduceren tot één unificerende natuurwet, zoals fysicus Gerard ’t Hooft veronderst
Leestijd 2 minuten — Di 23 maart 2010
Betrouwbare kennis

In de lezing van 22 maart in de serie Betrouwbare kennis, sprak prof. Herman Philipse over het streven naar eenheid in de wetenschappen en de positie van dat streven tegenover pluralisme.

In de geschiedenis van de wetenschap is er altijd een spanning geweest tussen unificatie en pluralisme. Bij Aristoteles had elk grondbeginsel een andere essentie en hierdoor was het niet mogelijk om bijvoorbeeld meetkundige stellingen te bewijzen met rekenkundige premissen. Descartes probeerde in de zeventiende eeuw de gehele wetenschap te baseren op de wiskunde, maar kwam uit op een dualisme tussen ruimtelijke uitgebreidheid en de ziel. Ook Newton slaagde niet geheel in het eenheidsstreven; het lukte hem zijn wetten te unificeren, maar de zwaartekracht viel niet in te passen in een mechanistisch model.

Ondanks deze historische pogingen hebben veel hedendaagse natuurwetenschappers het idee dat alles te reduceren valt tot een basis van natuurwetten en dat de ingewikkeldheid van complexe systemen de enige barrière is in ons verklarend vermogen. Zoals de fysicus Richard Feynman zei: 'Everything is made of atoms. Everything that animals do, atoms do.' Er zijn verschillende niveaus van complexiteit: atomen – moleculen – cellen – dieren – sociale groepen is hiervan een voorbeeld. Met behulp van 'brugwetten' kunnen we schakelen tussen verschillende complexiteitniveaus.

Er zijn echter wel enkele problemen met dit microreductionistisch beeld van de wetenschappen. Zo valt een fenomeen als 'geld' moeilijk, en misschien onmogelijk, te reduceren tot fysische processen. Geld is immers meer dan alleen munten en papier: een euro is alleen een euro waard door de waarde die wij er – als sociale groep – aan toekennen. De vraag is of economische wetmatigheden überhaupt gereduceerd kunnen worden tot fysische processen. Het pragmatisch pluralisme stelt dat microreductie in theorie niet zinvol en praktisch niet haalbaar is.

Is microreductie nu een legitiem streven, of maakt de wetenschap zich er te gemakkelijk van af? Laat een reactie achter of kom naar de volgende, laatste, lezing in de reeks Betrouwbare kennis over empirisme versus wetenschappelijk realisme.

Kijk hier de hele lezing terug.