Wijsheid uit het Oosten

Dinsdagavond 11 september gaat de lezingenreeks Ondertussen in China van start.
Leestijd 4 minuten — Ma 10 september 2012
Ondertussen in China

De eerste lezing is gericht op wetenschap en onderwijs in China. In het kader hiervan interviewde Studium Generale Marrik Bellen. Hij is directeur van NesoChina (Netherlands Education Support Office), dat gevestigd is in Beijing. Het is een onderdeel van Nuffic,de Nederlandse organisatie voor internationalisering in het hoger onderwijs.Dit instituut wordt gefinancierd door het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Marrik Bellen benadrukt het belang van samenwerking met Chinese universiteiten en onderzoekscentra. Er is een toenemende vraag naar wetenschap op het gebied van de sociale wetenschappen. Bovendien legt hij uit in onderstaand interview welke initiatieven er zijn om samenwerking te bevorderen.

Samenwerking met China
Wetenschappelijke samenwerking met China is van groot belang. Nieuwe ontwikkelingen en economische groei leiden tot de vraag naar meer onderzoek en kennis. China investeert daarom veel in de kwaliteitsverbetering van het eigen onderzoek. Een meetbaar resultaat hiervan is dat het aantal wetenschappelijke publicaties van China enorm is toegenomen, met bijna 250 procent tussen 2002 en 2008. China is Nederland inmiddels voorbijgestreefd en staat nu ook in de top 10 van landen met de grootste wetenschappelijke impact. Nederland staat nu op de tiende plaats en China op de tweede plek.

Nederland en China kunnen elkaar volgens Marrik Bellen versterken als het gaat om innovatief onderzoek, met name waar de Nederlandse topgebieden en de 7 priority areasvan China elkaar overlappen. Deze overlap is er onder andere op het vlak van agri-business, water, duurzame energie en biotechnologie.

Nederland profileert zich als kenniseconomie. China heeft deze ambitie ook er is echter nog geen traditie van multidisciplinair onderzoek in China. Maar China is deze achterstand snel aan het inhalen door grote investeringen in onderzoeksinfrastructuur en het verlenen van beurzen voor PhD onderzoek in het buitenland. Dit biedt vele voordelen, maar kan op termijn ook een bedreiging zijn voor de unieke Nederlandse niche onderzoeken. Dit beschrijft de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid in het rapport “de Chinese handschoen, hoe Chinese en Nederlandse kennis elkaar kunnen versterken.” Ook de kwaliteit van het onderwijs moet nog verbeteren. Zo is de Westerse manier van onderwijs gebaseerd op probleemoplossend en kritisch denken. In China is dit nog niet in het onderwijssysteem ingeburgerd.

Kennisoverdracht over en weer
Dhr. Bellen geeft aan dat er sprake is van een oneven wederkerigheid tussen Nederland en China. Momenteel komen de Chinezen voornamelijk 'kennis halen'. Het blijkt dat de Chinezen met name de hoge kwaliteit van het onderzoek, de informele maar professionele onderzoeksomgeving en de openheid van Nederland weten te waarderen.

Bij veel Nederlandse wetenschappers bestaat nu nog het beeld dat een onderzoeksverblijf in China geen goede toevoeging aan het CV is. Voor een aantal disciplines is samenwerking met Chinese universiteiten echter een interessante optie. Nederland kan niet alleen kennis naar China brengen, maar daar ook kennis halen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij thema's zoals voedselveiligheid en – zekerheid, urbanisatie, duurzame energie en het ouderdomsprobleem. Er wordt nu vooral nog samengewerkt in de 'harde' wetenschappen. Door de maatschappelijke problemen waar China tegenaan loopt door de snelle economische groei, worden de sociale wetenschappen echter ook steeds belangrijker. Er komt meer nadruk op onderzoek naar mensenrechten, religie, conflicten, gezondheidszorg en sociale tegenstellingen. Per aandachtsgebied verschilt echter de wijze waarop Chinese en Nederlandse universiteiten samenwerken.

Samenwerkingsinitiatieven
Onderzoekssamenwerking bestaat al in vele vormen en op verschillende niveaus. Alle Nederlandse research universiteiten zijn actief in China. Vanuit de Nederlandse en Chinese overheid zijn diverse initiatieven ontplooid om de onderzoeksamenwerking tussen de twee landen een meer duurzaam karakter te geven. Zo stimuleren Nederlandse universiteiten de komst van Chinese PhD's door beurzen te verstrekken, en heeft de TU Delft een gezamenlijke campus opgezet.

Gezien het belang van een meer intensieve samenwerking op het gebied van onderzoek en technologie stimuleert de EU de Europese onderzoekers om in China speciale projecten te doen. Nederland heeft op de Ambassade en Consulaten in China zogenaamde Technische Wetenschappelijke Attaches (TWA's). De TWA's verzamelen informatie over technologie en technologiebeleid en functioneren als matchmaker voor Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen, universiteiten en overheden met hun Chinese counterparts.

Culturele verschillen
Welke invloed hebben culturele verschillen op het contact tussen Nederlandse wetenschappers/bestuurders en de Chinezen? Is er een internationale wetenschappelijke cultuur die dominant is en eventuele culturele verschillen tussen landen teniet doet?

Dhr. Bellen geeft aan dat dit een lastige vraag is. Zijn persoonlijke indruk is dat het wederzijds contact zonder meer wordt beïnvloed door culturele verschillen, en dat dit juist ook een meerwaarde is van internationaal onderzoek doen. De wetenschappelijk cultuur is dominant waar het gaat om het beoordelen van de gewenste output. Die moet voldoen aan internationale academische maatstaven. De weg er naar toe blijft cultureel bepaald.

Wil je meer weten over wetenschap en onderwijs in China en de samenwerking met Chinese universiteiten en onderwijs- en onderzoeksinstellingen? Kom dan naar de lezing van universiteitshoogleraar prof. dr. Peter van der Veer morgenavond. Na een opening door prof. dr. Jacqueline Cramer, zal hij zijn visie hierop schetsen en interessante vraagstukken aanboren. Bekijk de rest van het programma in de China-reeks hier.