Mao gaat met zijn tijd mee

Manipulatie van het volk gebeurt altijd en overal. In de tweede lezing in de reeks Ondertussen in China liet prof. dr. Stefan Landsberger de ontwikkeling zien van Chinese propaganda.
Leestijd 3 minuten — Do 20 september 2012
Ondertussen in China

Van de eerste Mao-posters uit de jaren 40 naar de televisiespotjes van nu, waarin niet langer arbeiders en de Grote Roerganger, maar actrices en zangers de hoofdrol spelen.
Desondanks is Mao nog alom aanwezig in de Chinese cultuur – deze week nog werd zijn beeltenis meegedragen in anti-Japan demonstraties. Een gevolg van jarenlange succesvolle propaganda? Volgens Landsberger kan de analyse van culturele uitingen zoals posters en reclames helpen om China beter te begrijpen: Doorgaans vertellen ze meer dan de officiële geschiedenisboeken. Toch waarschuwt hij er voor dat je altijd moet bedenken dat niets is wat het lijkt – zeker in China.

Van menselijk gezicht naar Zonnekoning
Landsberger doet als sinoloog en cultuurwetenschapper al sinds de jaren tachtig onderzoek in China naar propaganda. In die tijd nog vaak de Mao-poster. In 1942 al stelde Mao Zedong dat kunst en literatuur machtige wapens waren in het revolutionaire proces: ze dienden voor het onderwijzen van het volk. In China, dat een groot aantal analfabeten kende, bleek het beeld en vooral de poster het meest geëigende middel om de Partijboodschap te verspreiden.

Nog voor de Revolutie in 1949 ontstonden zo de eerste Mao-posters. Mao werd hierbij afgebeeld als personificatie van de Partij. De Partij wilde een menselijk gezicht hebben, dicht bij het volk. Je zag Mao in allerlei situaties, van groot leider vereerd door kinderen tot “de man met het plan” die China zou redden van buitenlandse invloeden en wederopbouw zou brengen na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog. Via de poster kwam Mao alle Chinese huiskamers binnen. Toen de Partij besefte dat er een gevaar school in de verering van slechts een persoon, die bovendien – hoe menselijk ook afgebeeld – ongenaakbaar en onnavolgbaar was, werd besloten ook arbeiders, boeren en soldaten op de posters te laten figureren: De drie groepen die als voorbeeld dienden voor alle Chinezen.

Later werd de aanbidding van Mao een vereiste. Tijdens de Culturele Revolutie bereikte dit zijn hoogtepunt, waarbij het vaak vooral leek te gaan om uiterlijk vertoon: Mensen droegen het Rode Boekje in hun borstzakje met daarop een Mao-button. Binnen deze cultus deed de Partij afstand van de idee van Mao als toegankelijk en menselijk: Op posters van eind jaren 60 is hij bijvoorbeeld te zien als Zonnekoning. Tegelijkertijd bleef de Partij posters produceren die een Agrarisch Utopia afbeeldden. De discrepantie tussen propaganda en werkelijkheid werd echter zo groot, dat de boodschap steeds minder goed overkwam.

Televisie als propaganda
De dood van Mao in 1976 en het begin van de consumentenrevolutie in 1978, luidde het einde in van de Mao-verering. Hiermee veranderde niet alleen de inhoud van propaganda maar ook het uiterlijk. Essentieel in deze verandering was het openen van de Chinese markt en het toelaten van televisies. Nu kon de overheid via Public Service Advertising het volk bereiken en opvoeden. Dit was echter nauwelijks nodig: het feit dat men een TV in zijn huiskamer kon zetten, was propaganda op zich en bracht heel duidelijk de boodschap en nieuwe lijn van de Partij over.

Dat de aandacht voor economische ontwikkeling sinds die tijd ten koste is gegaan van politieke orthodoxie, lijkt de machthebbers niet al te zeer te storen. In plaats van een politieke boodschap worden ideëele televisiereclames nu ingezet voor een beschavingsoffensief. Zo werd Chinezen voorafgaand aan de Olympische Spelen in 2008 via spotjes het belang van harmonie en vriendelijkheid geleerd. Hierin fungeerden niet langer mensen van alledag, maar actrices, televisiepersoonlijkheden en zangers. Want ook in het 21e eeuwse China zijn idolen niet langer navolgbaar of inwisselbaar, maar uniek.

Maostalgie
En wat is nu de positie van Mao? Wordt hij verketterd, of is hij uit de gedachten van de Chinezen verdwenen? In tegendeel. Onder veel Chinezen is sprake van Maostalgie. Ouderen zijn er nog altijd van overtuigd dat Mao niet werd verteld hoe slecht het volk het had. Jonge mensen worden behoed voor verhalen over deze zware periode. Mao is op moderne wijze onderdeel geworden van de Chinese cultuur. Hij wordt afgebeeld als Marilyn Monroe, vereerd in een Boeddhistische tempel door vrije ondernemers – een groep die het juist onder zijn regime zwaar te verduren had –, en deze week nog werd zijn beeltenis dus door de straten gedragen tijdens de anti-Japan demonstraties. En Mao staat op al het Chinese geld: Mao is nog altijd overal – behalve in de hedendaagse propaganda.

Volgende week
Volgende week is prof. dr. Tom Zwart, hoogleraar Rechtsgeleerdheid te gast. Hij trekt het beeld van China als een samenleving waarin mensenrechten met voeten worden getreden in twijfel, en pleit voor een open vizier in de benadering van dit onderwerp.
De lezing van deze week kijk je hier terug.