Fijnstof in kaart

Meet ook met je mobieltje fijnstof
Leestijd 4 minuten — Za 11 oktober 2014

Onder de vlag van haar stageproject sprak Didi van Trijp in het voorjaar van 2014 een aantal wetenschappers over hun citizen science-projecten. Deze week dr. ir. Frans Snik van iSPEX.

Fijnstof is een verzamelnaam voor kleine deeltjes die zo licht en klein zijn dat ze in de lucht (of atmosfeer) blijven zweven. Deze piepkleine deeltjes zijn echter van grote invloed op onze gezondheid en op het klimaat. Het is dus belangrijk om te weten hoe hoog de concentratie fijnstof in bepaalde gebieden is. Via de iSPEX-app (Appstore) en een klein apparaatje, de iSPEX, dat je aansluit op je iPhone kan zelf een fijnstofmeting doen en een indruk krijgen van de verspreiding van fijnstof in jouw omgeving.

iSPEX is een project van Universiteit Leiden, NOVA, SRON Utrecht, het RIVM en het KNMI. iSPEX won in 2012 de Academische Jaarprijs. Het geldbedrag van 100.000 euro dat verbonden was aan deze prijs stelde het projectteam, waar dr. ir. Frans Snik (Sterrewacht, Universiteit Leiden) deel van uitmaakt, in staat om 10.000 iSPEX apparaatjes te maken. Door aandacht in de media en door maatschappelijke partners als het Longfonds waren deze opzetstukjes snel vergeven. Hierdoor kon de eerste nationale meetdag gepland worden in juli 2013. De meetdagen zijn essentieel voor het project: pas als de lucht overal in Nederland op precies dezelfde dag wordt gemeten, zijn de verzamelde data representatief. Wie een stuk van de atmosfeer meet, krijgt gelijk een kleine feedback op die meting via de website. Deze terugkoppeling is niet kwantitatief, maar intuïtief omdat één enkele meting niet voldoende is voor kwantitatieve resultaten. De terugkoppeling gaat door middel van een kleurensysteem: blauw betekent een heldere lucht (en dus weinig fijnstof), bruin geeft aan dat er veel deeltjes in de lucht zweven. Deze metingen zijn live op de digitale kaart terug te zien.

Op de wachtlijst om te meten

De apparaatjes zijn dus inmiddels allemaal al vergeven; er staan zelfs 2.000 mensen op de wachtlijst om er een te ontvangen. Toch blijkt het niet altijd even makkelijk om de aandacht van de deelnemers vast te houden. Op de eerste meetdag zijn er bijvoorbeeld beduidend meer metingen gedaan dan op de tweede: 6.000 metingen in juli tegenover 2.400 in september. Waar deze terugval aan te wijten is, durven de initiatiefnemers niet te zeggen. Om meer te weten te komen over de ervaringen van de deelnemers heeft het iSPEX-team een enquête uitgevoerd onder 1258 deelnemers. Ze waren benieuwd naar de drijfveren van de burgerwetenschappers. Ook vroegen ze de deelnemers naar hun achtergrond, zoals hun leeftijd en geslacht. De resultaten van de enquête worden nu verwerkt en zullen later openbaar worden gemaakt.

Frans Snik stelt dat in zijn project de citizen science een stap verder gaat dan meestal gebeurt. De burger gaat zelf het veld in om met de eigen smartphone de benodigde data te verzamelen, en sommigen stellen zelfs een eigen onderzoekje op. Zo gaan mensen spontaan een dagje meten, zelfs als er geen nationale meetdag is. Soms nemen ze het apparaatje mee op vakantie en geven ze door hoe het gesteld is met de fijnstof in bijvoorbeeld Australië. Toch is het (nog) niet in grote mate zo dat de deelnemers zelf met verklaringen en hypothesen komen. Het doorgronden van de werking van fijnstof is ook niet zo eenvoudig, en in hoeverre er sprake is van echt begrip, is lastig te zeggen. Snik schat wel in dat het wetenschapsbeeld wat verandert. Zo maken de deelnemers van dichtbij mee hoe een wetenschappelijke methode werkt, en ervaren ze dat voor het uitvoeren van wetenschap vaak een lange adem nodig is. Het iSPEX team wil graag dat de deelnemers zich er bewust van zijn dat de metingen niet absoluut zijn. Er is immers sprake van een indirecte meting, die ook een interpretatie vereist.

Ruis filteren

Het project van iSPEX maakt het mogelijk om op ongekend grote schaal informatie te verzamelen over de hoeveelheid deeltjes in de lucht. Maar wat nu als iemand niet begrijpt hoe het apparaatje werkt en per ongeluk de verkeerde meting maakt? Volgens Snik kan het echter haast niet fout gaan. De app legt immers precies uit wat je moet doen. Als je je telefoon bijvoorbeeld niet onder de juiste hoek houdt, krijg je daarvan een melding. Het enige waar je zelf goed op moet letten is het weer: voor een geslaagde meting mag er geen wolkje aan de lucht zijn. En zelfs als er toch een wolkje tussen zit, kunnen we dat er makkelijk uit filteren. Deze formalisering van het proces maakt de verzamelde data betrouwbaar. Omdat het hier gaat om een grote set data kan eventuele ruis eruit worden gefilterd. Een nadeel van het project is wel dat er ontzettend veel tijd in gaat zitten. Van het vormgeven van een methode tot het ontwerpen en produceren van het materiaal. Ook de communicatie en de logistiek kost tijd. Gelukkig maken vele handen licht werk: he team heeft veel organisaties en partners die meehelpen. De data die aan de hand van dit project worden geanalyseerd vormen de bron voor wetenschappelijke publicaties over dit thema. Zo ligt het artikel dat gebaseerd is op de meetdagen van 2013 nu op de redactie van een wetenschappelijk tijdschrift. "Het is bijzonder dat een (voor ons) alledaags apparaat als de smartphone met een klein opzetstukje opeens een wetenschappelijk meetinstrument wordt". Snik ziet voor zich dat onze telefoons steeds geavanceerder zullen worden. Dat maakt het opzetten van citizen science projecten toegankelijker en makkelijker. Een grote drempel zal deze ontwikkeling wat hem betreft niet zijn, op de afdeling Sterrenkunde. Daar zijn ze al jarenlang gewend aan citizen science projecten. Denk maar aan het ontzettend populaire GalaxyZoo, een website waarop iedereen sterrenstelsels kan classificeren. Het allerbelangrijkst is dat de citizen scientists ook klaar zijn voor deze ontwikkeling, stelt Snik.

Meer lezen over citizen science?

Bekijk de voorgaande blogs in deze serie:
> Inleiding citizen science
> Muziek-app 'Hooked!'
> Oorwurmen (Hooked! stond ook op Festival deBeschaving)
> Tuinvogeltel-app
> Spel van de Gouden Eeuw
> Tel de zon
> Ja, ik wil!
> Fosfaat forever (De Plastap stond ook op Festival deBeschaving)
> Plastap
> Vliegkunstenaars
> Meten met thee